Gerritschinkel.nl Columns & meer

9mrt/200

Coronavirus

Je kunt geen krant opslaan, geen radio- of tv-programma aanzetten of het gaat over het coronavirus. Iedereen heeft er een mening over. De een maakt zich niet druk, maar anderen doen dat wel. Hier en daar wordt al stevig gehamsterd. En nu is het virus ook in Gouda gesignaleerd.

Het coronavirus heeft ook de sportwereld bereikt. Wielerwedstrijden en andere  sportevenementen zijn afgelast of uitgesteld. In Italië worden voetbalwedstrijden zonder publiek gespeeld.

Ik was het afgelopen weekend weer op de voetbalvelden te vinden. Zaterdag deed ik verslag van Jodan Boys – FC Rijnvogels. Ik was benieuwd of er handen geschud zouden worden want daar zijn de meningen over verdeeld. Met een enkele uitzondering werden gewoon handen geschud. Ook door mij. Aan de scheidsrechter werd gevraagd hoe te handelen bij de aftrap van de wedstrijd. ‘De KNVB heeft geen richtlijnen gegeven en laat het aan de clubs over’, aldus de leidsman die zei dat de spelers het maar zelf moesten bepalen. Bij het ritueel voor de aftrap werden er gewoon handen geschud door de spelers. En na afloop van de wedstrijd werd de scheidsrechter met een ferme handdruk bedankt voor het in goede banen leiden van de wedstrijd. En in tegenstelling tot Feyenoord waar de spelers van de pers werden weggehouden werd mij vriendelijk verzocht na afloop de trainer te interviewen.

Er is desondanks sprake van een ernstige situatie. Onzekerheid is troef. Uniforme en vooral duidelijke richtlijnen ontbreken (nog). Worden contactsporten zoals judo binnenkort verboden? Of zwem- en waterpolowedstrijden?

Ik ga ook voorzichtiger worden en hoop van harte dat het virus snel overwaait zodat het leven, ook het sportleven, weer zijn normale gang kan gaan. En dat we na een sportwedstrijd ongedwongen een lekker Coronabiertje kunnen drinken.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
9mrt/200

Jake La Botz – They’re coming for me

De Amerikaanse blueszanger, songwriter, acteur en meditatieleraar Jake La Botz is geboren op 23 november 1968 in Chicago, Illinois. Als kind doet hij in Chicago vrijwilligerswerk in theaters om zo dichter bij de artiesten te kunnen zijn. Eind jaren ’80 begin jaren ’90 leert hij in Chicago de blues te spelen van vooroorlogse bluesartiesten David ‘Honeyboy’ Edwards, Homesick James en Maxwell Street Jimmy Davis. La Botz toert al vele jaren in en buiten de VS en sinds 2006 staat hij bekend om zijn “Tattoo Across America Tour”, waarin hij optreedt in tattooshops. Zijn originele composities zijn te zien in veel films en tv-shows.

La Botz wordt als acteur ontdekt door acteur, regisseur en onafhankelijke filmmaker Steve Buscemi, die La Botz cast als een blues zingende veroordeelde (Jesse) in zijn film ‘Animal factory uit 2000. La Botz is ook te zien als Reese in Rambo, als Bull Run Private in Abraham Lincoln: vampire hunter en Okie Hitchhiker in On the road. In 2015 speelt hij de hoofdrol (Jake Haynes) in The Grace of Jake en (Walt Reynolds) in de actiefilm Close Range.

In oktober 2019 kwam They’re coming for me uit. Op dit nieuwe album van La Botz staan liedjes over een leven vol (film)verhalen. Het album is opgenomen in de Hi-Style Studio’s in Chicago o.l.v. producer Jimmy Sutton, die ook op het album speelt.

Jake La Botz heeft een indringende en gruizige stem zoals in het titelnummer They’re coming for me is te horen. De swing en een groovy sound zijn te horen in resp. Johnnybag the superglue en Without the weight. The bankrobber’s lament is een klaagzang van een bankrover die telkens Jezus denkt te horen en te zien. Snowangel is een ballad en Hey Bigfoot heeft hilarische Frank Zappa achtige backing vocals (alle Big Foot kinderen zingen). De geest van Tom Waits waart rond in The terrible game, met absurde teksten als ‘het gewicht van de wereld is een bowlingbal, de vingergaten zijn te klein’. Na het melodieuze Grace of the leaves, roept La Botz in de countryrocker Nashville, Nashville op, als je echt met een hit geld wilt verdienen, naar deze stad te komen. Pearl Jam komt ook nog even langs. Are we saying goodbye is een ingetogen liedje over afscheid nemen. De twee bonustracks, The comb (over Maxwell Street) en Shaken and taken, zijn lekker vuige bluesrockers.

Conclusie: Jake La Botz geeft op They’re coming for me zijn gekke en soms absurde verhalen een lekkere muzikale omlijsting.

Tracks:

  1. They’re coming for me
  2. Johnnybag the superglue
  3. Without the weight
  4. The bankrobber’s lament
  5. Snow angel
  6. Hey Bigfoot
  7. The terrible game
  8. Grace of the leaves
  9. Nashville, Nashville
  10. Are we saying goodbye
  11. The comb (bonustrack)
  12. Shaken and taken (bonustrack)

Line-up

  • Jake La Botz – zang, gitaar
  • Jimmy Sutton – akoestische en elektrische bas, gitaar, backing vocals
  • Alex Hall – drums, piano, orgel, backing vocals
  • George Sluppick – drums, backing vocals (track 11)
  • JD McPherson – backing vocals (track 4)
  • Scott Ligon – gitaar, piano, orgel, backing vocals
4mrt/200

Grant Peeples – Bad wife

Grant Peeples is geboren en opgegroeid in 1957 in Tallahassee, Florida. Als hij op een dag in 1972 Hugh Roche op zijn gitaar Desolation row, Just like a woman en Girl from the North Country van Bob Dylan hoort spelen is hij meteen verkocht en weet hij dat hij singer-songwriter wil worden. Het duurt niet lang voor hij gitaar leert spelen en zijn eigen liedjes gaat schrijven. Met zijn Peeples Republik, een wisselende groep muzikanten brengt hij regelmatig platen uit.

Deze maand verschijnt het nieuwe album van Grant Peeples. Dit album, Bad wife, is een persoonlijke verzameling van liedjes die allemaal door vrouwen zijn geschreven. Vrouwen waarmee Peeples de afgelopen twaalf jaar op de een of andere manier heeft samengewerkt. Met het uitbrengen van Bad wife wordt ook herdacht dat het dit jaar 100 jaar geleden is dat vrouwen in de VS stemrecht kregen. Ook dit album wordt weer geproduceerd door multi-instrumentalist en zanger Gurf Morlix, bekend als producer van Lucinda Williams, Mary Gauthier, Robert Earl Keen, Ray Wylie Hubbard en Slaid Cleaves.

Met de gevoelige ballad Crying out van de uit Austin afkomstige countryzangers Carrie Elkin opent het album. Phoebe Blume (Eugene, Oregon) schreef 3.52 a.m. en Morlix is hier ook te horen in de backing vocals. Unsustainable van Eliza Gilkyson (Austin, Texas), krijgt hier een lekker jazzy uitvoering, met mooi akoestisch gitaarspel en Willie Nelson achtige zang. Schitterend is vervolgens de Guy Clark achtige door Caroline Spence uit Nashville geschreven ballad Slowdancer met Lee Elders op fiddle. Na het gevoelige Iris (Telisha Williams van het duo Wild Ponies uit Nashville) zorgen de elektrische gitaar van Morlix en het orgel van Red Young in het titelnummer Bad wife (Ali Holder) voor wat meer vuurwerk. Een hoogtepunt is de schitterende ballad Venezuela van Dayna Kurtz. Invloeden van Guy Clark zijn er weer in Keep trying (Alicia McGovern, Utah). In 2008 hoorde Peeples de in Alaska geboren Rebekah Pulley tijdens het Florida Folk Festival Rich man zingen. In dit akoestische liefdeslied, waart de geest van Hank Williams rond. Good actress (Sarah McElhaney) is zeer fraai acapella gezongen. Peeples hoorde Market town (Myshkin) voor het eerst rond een kampvuur in 2010 op het Kerrville Folk Festival. Peeples nam dit nummer in 2011 zelf op en is de zeer fraaie met accordeon versierde bonustrack van dit album.

 Conclusie: Bad wife is een mooi album dat het aanschaffen meer dan waard is.

Tracks:

  1. Crying out
  2. 52 a.m.
  3. Unsustainable
  4. Slowdancer
  5. Iris
  6. Bad wife
  7. Venezuela
  8. Keep trying
  9. Rich man
  10. Good actress
  11. Market town (bonus track)

Line-up

  • Grant Peeples – gitaar, zang
  • Gurf Morlix – gitaar, bas, keys, backing vocals
  • Rick Richards – drums
  • Lee Elders – fiddle
  • Red Young – keys (track 6)
  • Danny Goddard – gitaar (track 9)
4mrt/200

Jeffrey Foucault – Blood brothers

De Amerikaanse singer-songwriter Jeffrey Foucault is geboren op 26 januari 1976 in Whitewater, Wisconsin. De muziek van Foucault bevat invloeden van country, blues, rock ‘n ‘ roll en folk. Sinds 2001 toert hij, zowel solo als met een band, uitgebreid in de VS, Canada en Europa. Sinds 2013 vormt hij ook een duo met de Amerikaanse drummer Billy Conway, bekend van de bluesrockband Treat Her Right en de rockgroep Morphine. In 2001 verschijnt zijn debuut soloalbum Miles from the lightning. Zijn grote(re) doorbraak komt in 2006 met het album Ghost repeater. Met de band Cold Satelitte, brengt hij twee albums uit. Als producer is Foucault actief voor Hayward Williams, Caitlin Canty en John Statz. Jeffrey Foucault is getrouwd met de Amerikaanse singer-songwriter Kris Delmhorst en woont met zijn vrouw in New England.

Op 27 maart komt in Europa het album Blood brothers uit. Dit album is in de VS al in 2018 uitgebracht. Op Blood brothers wordt Foucault bijgestaan door musici die al langer deel uitmaken van zijn entourage, zoals Billy Conway (drums), Bo Ramsey (elektrische gitaar), en Eric Heywood (pedal steel). Een aantal gerenommeerde zangeressen verzorgt de backing vocals. Acht songs zijn  geschreven door Jeffrey Foucault en twee samen met Billy Conway. Foucault keert met Blood brothers weer terug naar de ingetogen rustige folky sound van zijn eerste albums

In het openingsnummer, het folky Dishes, is meteen de warme stem van Foucault te horen. Heywood geeft zijn visitekaartje op pedal steel af en Kris Delmhorst is te horen op backing vocals. War on the radio is een countryrocker met gitaren en backing vocals van Laurie Sargent. Blown is weer een mooi ingetogen liedje en een duet met Tift Merritt en Kris Delmhorst op cello. Het titelnummer Blood brothers, met backing vocals van Pieta Brown, schreef Foucault met Billy Conway. Ook Little warble is een compositie van Foucault/Conway. Eric Heywood schittert hier weer op pedal steel. Heel subtiel, alleen zang en akoestische gitaar, is Cheap suit. Na het country getinte Rio gaat het tempo iets omhoog in I know you en in Dying just a little zijn de gitaarlicks van Bo Ramsey fraai. Een mooie akoestische gastrol is weggelegd voor gitarist Kenneth Pattingale in het slotnummer Pretty hands.

Conclusie: Blood brothers is een mooie verzameling warme americana songs.

Tracks:

  1. Dishes
  2. War on the radio
  3. Blown
  4. Blood brothers
  5. Little warble
  6. Cheap suit
  7. Rio
  8. I know you
  9. Dying just a little
  10. Pretty hands

Line-up

  • Jeffrey Foucault – zang, akoestische gitaar
  • Billy Conway – drums
  • Eric Heywood – pedal steel, akoestische gitaar
  • Bo Ramsey – elektrische gitaar, zang (track 9)
  • Jeremy Moses Curtis – elektrische bas
  • Pieta Brown – zang (track 4)
  • Kris Delmhorst – zang (track 1,7), cello (track 3)
  • Kate Lorenz – zang (track 8)
  • Tift Merritt – zang (track 3)
  • Barbara Jean Meyers – viool (track 2)
  • Kenneth Pattingale – akoestische gitaar (track 10)
  • Laurie Sargent – zang (track 2)

 

2mrt/200

Complimenten

Zondag 1 maart was het weer Nationale Complimentendag. In tegenstelling tot b.v. Moederdag, Vaderdag of Valentijnsdag speelt hier de commercie geen rol. Aandacht en waardering zijn de toverwoorden. Ook in de sportwereld.

En er werden weer de nodige complimenten uitgedeeld. De ‘oude’ Ireen Wüst liet zien nog lang niet versleten te zijn en veroverde haar 7e wereldtitel schaatsen allround. De Nederlandse baanwielrenners grossierden in gouden plakken en vooral Harrie Lavreysen bezweek bijna onder de hoeveelheid complimenten. Tweevoudig Olympisch kampioen windsurfen Dorian van Rijsselberghe nam met opgeheven hoofd en met veel complimenten afscheid van de wedstrijdsport.

Ik ga ook een paar complimenten uitdelen. Leroy Brank houdt het na dit seizoen voor gezien bij Jodan Boys. Hoewel het dit seizoen anders gaat dan hij had gehoopt, kan hij terugzien op elf mooie voetbaljaren met veel hoogtepunten. Dikke complimenten!

Het Goudse Damlust handhaafde zich weer in de ereklasse dammen. En voor een kleine vereniging zonder (ongetwijfeld) dik betaalde (internationale) topspelers is dit meer dan een compliment waard!

De dames en de heren van GZCDONK plaatsten zich voor de play-offs om het landskampioenschap waterpolo. Complimenten!

Tweedeklasser SV DONK baalde zondag dat niet gewonnen werd van RVC ’33. Maar toen bekend werd dat ze onverwacht zondag al de 2e periodetitel konden vieren was het hek van de dam en was het feesten geblazen. Een mooie prestatie van een jong team dat vorig jaar promoveerde en nu weer in de top meedraait. Complimenten!

Jodan Boys leverde zaterdag een puike teamprestatie door AZSV te verslaan. De vieze smaak van de eerder geleden bekernederlaag werd weggespoeld. Complimenten! Complimenten tenslotte ook voor ESTO dat ik zondag door grote inzet drie belangrijke punten in de degradatiestrijd over de streep zag trekken.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties