Gerritschinkel.nl Columns & meer

6dec/190

Wouter Planteijdt – Bullhorn

Wouter Planteijdt (Haarlem, 28 oktober 1957) is vooral bekend als zanger-gitarist van Sjako. Maar de voorman van dit Haarlemse powerrocktrio is ook een veelgevraagd sessiemuzikant en producer bij o.a. Hans Dulfer’s Reflud, Paul de Munnik, J.B. Meijers, Bob Fosko, Maarten van Roozendaal, Ricky Koole, Sanne Wallis de Vries, Jeroen van Merwijk en Beatrice van der Poel.

In 1998 brengt Planteijdt zijn eerste soloalbum ‘W’ uit, in 2000 gevolgd door Joffers Whiffle. September jl. verscheen er na bijna twee decennia weer een nieuw album van Wouter Planteijdt. Op dit album, Bullhorn, staan 15 nieuwe door Planteijdt zelf geschreven songs. Planteijdt wordt op Bullhorn begeleid door de door de muzikale wol geverfde Gerco Aerts (contrabas) en Mischa Porte (drums en backing vocals).

De openingsnummers Everybody’s angry en het titelnummer Bullhorn zijn lekker relaxte en ontspannen americana en countryfolk. Na het ingetogen gezongen en subtiel geïnstrumenteerde Manny’s funeral en het bluesy Aftermath of you gaat het tempo in het uitbundige Woman met een wah- wah gitaar en een sterkte ritmesectie omhoog. Her head en Last coat zijn fijne ballads. In het bluesy Catherine oh Catherine vraagt Planteijdt zich af ‘Did I MeToo you?, maar zegt meteen daarop ‘You surely MeTooed me’. Mooi gitaarwerk. Mooi (J.J. Cale achtig) gitaarwerk en een fraaie bassolo zijn daarna te horen in Good defeats bad. On either side doet me sterk denken aan ‘Lyin’ eyes’ van The Eagles. Countryrock is ook te proeven in Trail & error en in Tiny flags is de strakke ritmesectie lekker op dreef. Slow dance is een mooi rustig liedje en in het jazzy Serious dance trakteert Planteijdt de luisteraar op een fraaie gitaarsolo. Het album wordt met het zweverige Beauty flies mooi afgesloten.

Conclusie: Bullhorn is een zeer prettig in het gehoor liggend album met mooie, spontane en eenvoudige liedjes.

Tracks cd:

  1. Everybody’s angry
  2. Bullhorn
  3. Manny’s funeral
  4. Aftermath of you
  5. Woman
  6. Her head
  7. Last coat
  8. Catherine oh Catherine
  9. Good defeats bad
  10. On either side
  11. Trial & error
  12. Tiny flags
  13. Slow dance
  14. Serious smile
  15. Beauty flies

 

5dec/190

Guy Belanger – Eldorado

De muzikale carrière van de uit Quebec afkomstige Canadese mondharmonicaspeler Guy Bélanger begint in 1974 als hij de eveneens uit Quebec afkomstige gitarist Bob Walsh ontmoet. Als lid van The Delta Blues Band treedt Bélanger met een repertoire van bluesclassics meer dan 200 keer op in Quebec, Ontario, New Brunswick, Nova Scotia en Prince Edward Island. Tijdens deze optredens ontmoet Bélanger bluesgrootheden als Muddy Waters, Koko Taylor, Big Mama Thornton en James Cotton. In 1987 wordt hij lid van de band van Bob Walsh en speelt o.a. vele malen op The  International Jazz Festival van Montreal. Ook werkt Bélanger met heel veel (Frans talige) artiesten uit Quebec zoals Celine Dion en Cirque du Soleil. Samen met gitarist Claude Fradette is Bélanger verantwoordelijk voor de soundtrack van een aantal films. In 2016 schrijft Bélanger de muziek voor Les Mauvaises Herbes, een film die genomineerd wordt voor de Prix Iris 2017.

In 2008 brengt Bélanger zijn eerste soloalbum uit. Dit debuutalbum, simpelweg getiteld Guy Bélanger, wordt door Lys Blues in 2009 gekozen tot album van het jaar.

Enkele weken geleden kwam Eldorado uit, het nieuwe (6e) album van Bélanger. Het album opent met Carving the wind, een droge funky instrumental met fraaie mondharmonicasolo’s. De eerste cover op het album is Bright side of the road, een song van Van Morrison uit 1979. De versie van Bélanger en de zijnen mag er zijn. Orgel, piano, mondharp, een strakke ritmesectie, backing vocals en korte gitaarlicks. Het titelnummer Eldorado is een instrumental. Sfeervol en relaxt in de stijl van J.J. Cale. When will I know is een mooie lange ballad met ingetogen zang, fraai orgelspel en een lange mondharpsolo. Wicked is een funky instrumental. Een echt bandnummer. In Hummin’ brengt Bélanger, denkend aan Muddy Waters, John Lee Hooker, Junior Wells, Big Mama Thornton, James Cotton en Big Moose Walker een hommage aan de blues. De instrumental Ganga is geschreven door de Indiase componist en violist Lakshminarayana Subramaniam. Fraai is hier de percussie van Paul Picard, en de verschroeiende mondharp van Bélanger. De 2e cover is Sign o’ the times. Dit nummer van Prince uit 1987 krijgt hier een aparte uitvoering met Matis Haug zang en gitaar en percussie van Stef Notari. Op 15 november 2015 arriveerde Bélanger voor een 2-weekse tournee door Frankrijk. Twee dagen eerder hadden in Parijs de terroristische aanslagen plaatsgevonden waaronder die in de Bataclan. Deze gebeurtenissen waren de aanleiding voor het ontstaan van de instrumental Hope & faith. Four little words (we need to talk) is een heerlijk jazzy nummer met prachtige bijdragen van Bob Stagg op diverse keyboards. Het nummer is geschreven door Alec McElcheran, waar Bélanger al een tijdje mee samenwerkt. Het laatste nummer op het album, Stillwater, is weer een instrumental. Bélanger is in vorm op mondharp, of zoals hij het hier zegt: ‘het pure plezier om mondharp te spelen’.            

Conclusie: Eldorado is een album dat mij zeer goed bevalt.

Tracks cd:

  1. Carving the wind
  2. Bright side of the road
  3. Eldorado
  4. When will I know
  5. Wicked
  6. Hummin’
  7. Ganga
  8. Sign o’ the times
  9. Hope & faith
  10. Four little words (we need to talk)
  11. Stillwater

Line-up;

  • Guy Bélanger – zang, harmonica, piano (track 6)
  • Robert MacDonald – gitaren
  • Marc-André Drouin – bas
  • Michel Dufour – drums

Guests:

  • Eric Longsworth – violoncello/cello (track 6)
  • Paul Picard – percussie (track 3,6,7)
  • Bob Stagg – B3, piano, wurlitzer (track 2,4,10)
  • Mathis Haug – zang en gitaren (track 8)
  • Stef Notari – percussie (track 8)
  • Ben Rapetti – bas (track 8)
  • Rod Huard – backing vocals (track 2,6)
2dec/190

Busje komt zo

Ajax reisde deze week met de trein naar hun Europacupwedstrijd. Of de Amsterdammers dit nu hebben gedaan om het milieu minder te belasten weet ik niet, maar ik vond het wel een mooi idee.

Veel voetbalclubs, ook amateurverenigingen, hebben een eigen bus ter beschikking. Als sportverslaggever maak ik regelmatig van de mogelijkheid gebruik om mee te reizen. In mijn sportcolumn van vorige week vertelde ik al over die lange busreis naar Vlissingen. Zo’n busreis heeft voordelen. Je kunt een praatje maken met de spelers of een boek lezen. Leuk vind ik ook dat de bus, na een winstpartij uiteraard, op de terugreis de rotondes twee keer neemt. Ik heb dit trouwens de laatste tijd niet meer meegemaakt ondanks de toename van het aantal rotondes.

Een ‘nadeel’ van zo’n busreis is wel dat je de tijd niet in de hand hebt. Ik herinner me nog een lange busreis naar Nijverdal toen de dames van DONK de waterpolofinale moesten spelen. En als de bus dan pech heeft en de Goudse dames ook nog verliezen dan is zo’n busreis minder leuk. Ik hou ook niet echt van die verschrikkelijke ‘muziek’ die de voetballes soms draaien. Maar dat is mijn probleem, dus neem ik dat op de koop toe. Ik ben tenslotte gast aan boord.

GSV doet het ook met de bus, maar op een speciale manier. Zij nemen gewoon de lijnbus naar Haastrecht. En zaterdag gingen sommige spelers zelfs op de fiets, de voetbaltas onder de snelbinders, naar Stolwijk. A.s. zaterdag speelt GSV tegen Gouderak en het zou mij niet verbazen als ze dan gewoon weer de lijnbus nemen. Ook Bergambacht, Cabauw, Ammerstol, Polsbroek en Moordrecht zijn goed te doen met Arriva. Het schoolreisje is terug!

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties