Gerritschinkel.nl Columns & meer

29dec/180

100 Jaar ONA

Als ik goed geteld heb zijn er acht Goudse sportverenigingen die ouder zijn dan 100 jaar. Vier van hen zijn zelfs opgericht in de 19e eeuw, met schaakclub Messemaker 1847 als absolute koploper. Olympia en GZC zagen in 1886 het licht. De tennisverenigingen Be Quick en TIOD werden resp. in 1895 en in 1905 geboren. SV Gouda kwam in 1906 ter wereld en in 1911 de Roei- en Zeilvereniging Gouda. De jongste 100+ jarige is GSV dat ook al sinds 1913 voetbalt.

In 2019 voegt zich een nieuwe Goudse telg bij dit selecte gezelschap, voetbalvereniging ONA. De club werd opgericht op 15 augustus 1919 door een aantal mensen in de toenmalige melksalon Rona aan de Zeugstraat en kreeg de doopnaam Victoria en gaat vanaf 1921 onder de huidige naam door het voetballeven.

ONA, de trots van de wijk Korte Akkeren en een begrip in de Goudse voetbalwereld. En niet alleen in de Goudse voetbalwereld, want ONA is de enige Goudse voetbalclub die ooit betaald voetbal heeft gespeeld in de jaren ’50 van de vorige eeuw. Legendarisch was de wedstrijd tegen Blauw Wit op zondag 11 september 1955. Ruim 7000 toeschouwers aan de Walvisstraat konden volgens de overlevering hun ogen niet geloven toen de Amsterdammers met 6-1 werden afgedroogd.

ONA, de club waar latere internationals als doelman Tonny van Leeuwen en de veel scorende spits Dick van Dijk hun eerste voetbalstapjes zetten. Grote trekpleisters waren de wedstrijden tegen Feyenoord, (oud) Ajax en Napoli. Johan Cruyff vertoonde er zijn grote klasse. Piet Keizer liet zijn beroemde schaar zien. Pierre van Hooijdonk scoorde aan de lopende band. Super Soccer aan de Walvisstraat!

ONA heeft een mooie geschiedenis. Loop door de gang van het clubgebouw en je zwelgt in de nostalgie. De tijden zijn veranderd. Rozen verwelken en schepen vergaan, maar ONA blijft hopelijk nog heel lang bestaan.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
29dec/180

The Rolling Stones – Beggars banquet (50th Anniversary edition)

Het jaar 1968 was een jaar waarin legendarische albums verschenen. Zoals b.v. The White Album (The Beatles), Astral weeks (Van Morrison), Electric Ladyland (The Jimi Hendrix Experience), The Kinks are the Village Green Preservation Society (The Kinks), Music from Big Pink (The Band), Sweetheart of the rodeo (The Byrds), Wheels of fire (Cream) en At Folsom Prison (Johnny Cash). Een halve eeuw later worden veel van deze albums opnieuw, geremasterd en veelal voorzien van veel extra’s opnieuw uitgebracht.

The Rolling Stones brachten in 1968 het album Beggars banquet uit. Het jaar daarvoor, in 1967, waren de Britse rockers op hun album Their satanic majesties request in de psychedelische sferen, maar op Beggars banquet werd het roer (gelukkig) weer omgegooid en voerden de blues en rock weer de boventoon. De inbreng van gitarist Brian Jones was sterk afgenomen, hetgeen het naderende einde leek in te leiden. Jones werd niet lang daarna uit de band gezet en verdronk in 1969. The Stones gingen in 1968 ook in zee met een nieuwe producer, Jimmy Miller.

Vorige maand kwam de 50th Anniversary editon van Beggars banquet uit. Helaas zonder bonustracks of andere extra’s. Alleen bij de vinyleditie zit de bonus flexi disc ‘Hello this is Mick Jagger’, waarop een interview van 17 april 1968 met de leadzanger staat.

Het album opent met de bongo’s van Sympathy for the devil, een alltime klassieker, die heden te dage nog steeds op het liverepertoire van The Stones staat. Jagger werd volgens zeggen bij het schrijven van de tekst geïnspireerd door het boek De meester en Margarita van de Russische schrijver Michail Boelgakov. Keith Richards speelt naast zijn schrikdraadsolo’s ook bas op dit nummer. Mooi is vervolgens de bijdrage van Brian Jones op slide in No expectations en Jones speelt ook mondharp in Dear doctor en het fraai rockende Parachute woman. In Jigsaw puzzle dreunt de pompende bas van Bill Wyman de speakers uit evenals de hamerende pianoklanken van Nicky Hopkins. Een ander nummer dat tegenwoordig nog op hun playlist staat is Street fighting man, een echte straatrocker met een blèrende Jagger, strak drumwerk,  en Jones op sitar en shehnai. De enige cover op het album is Prodigal son, een prachtige uptempo akoestische blues van Rev. Robert Wilkins. Stray cat blues is weer een vette rocker met door merg en been gaand gitaarwerk van Richards, een fabuleuze ritmesectie en Jagger die zijn longen uit zijn lijf schreeuwt. Rick Gretch speelt vervolgens mooi fiddle op de mooie akoestische blues Factory girl. In het slotnummer, de gospelblues Salt of the earth krijgt de band vocale assistentie van Watts Street Gospel Choir en het nummer heeft een ‘jagend’ einde met een strak drummende Charlie Watts en een hamerende piano van Nicky Hopkins.

Conclusie: Beggars banquet wordt door veel muziekliefhebbers (en ook Stones fans) beschouwd als een van de vier beste albums die ze tot nu toe hebben gemaakt. Ik kan me hierin helemaal vinden. Een klassiek Stones album dat over 50 jaar wellicht nog wordt gedraaid.

Tracks cd:

  1. Sympathy for the devil
  2. No expectations
  3. Dear doctor
  4. Parachute woman
  5. Jigsaw puzzle
  6. Street fighting man
  7. Prodigal son
  8. Stray cat blues
  9. Factory girl
  10. Salt of the earth

Line up:

  • Mick Jagger – zang, mondharmonica (track 4), maracas (track 6,8)
  • Keith Richards – elektrische gitaar (track 1,4,5,8,9), akoestische gitaar (track 2,3,5,6,7,9,10), bas (track 1,6), backing vocals (track 1,3,10)
  • Brian Jones – akoestische gitaar (track 1,4), backing vocals (track 1), slide gitaar (track 2), mondharmonica (track 3,4), mellotron (track 5,8), sitar (track 6), tambura (track 6)
  • Charlie Watts – drums (tracks 1,3,4,5,6,7,8,10), backing vocals (track 1), claves (track 2), tamboerijn (track 3), tabla (track 9)
  • Bill Wyman – bas (track 2,3,4,5,8.9,10), dubbele bas (track 3), backing vocals (track 1), maracas (track 1), synthesizer (track 5)
  • Nicky Hopkins – piano (track 1,2,3,5,6,8,10)
  • Rocky Dijon – congas (track 1,8,9)
  • Rick Grech – fiddle (track 9)
  • Dave Mason – shehnai (track 6), mellotron (track 9)
  • Jimmy Miller – backing vocals (track 1)
  • Watts Street Gospel Choir – backing vocals (track 10)

BeggarsBanquetLP.jpg

23dec/180

Een korte terugblik

De kerstdagen zijn dagen dat je lekker kunt wegdromen. Even de tijd nemen om onder het genot van een goed glas wijn het Goudse sportjaar 2018 de revue te laten passeren. Wat me dan het eerste te binnen schiet is dat het een gewoon sportjaar was met hier en daar een uitschieter maar ook teleurstellingen.

In het Goudse voetbal viel niet veel te vieren. Hoofdklasser Jodan Boys eindigde in de grauwe middenmoot en het nieuwe seizoen begon dramatisch. Maar de weg naar boven is gevonden en de vooruitzichten zijn nu stukken beter en men hoopt met de nieuwe winterse aanwinsten verder te klimmen op de ranglijst. SV Gouda greep naast promotie, maar staat sinds afgelopen zaterdag eenzaam aan kop. Het kampioenschap lonkt. Het Goudse zondagvoetbal was gewoon middelmaat. Niet slecht, maar ook niet top.

Een prima prestatie leverden de dames van Vriendenschaar door voor het eerst in het bestaan naar de top van het Nederlandse tafeltennis te promoveren. Het verblijf daar is waarschijnlijk van korte duur, maar er is geschiedenis geschreven.

De volleybaldames van VollinGo blijven ook in het nieuwe seizoen uitstekend presteren. Gaan de dames weer voor een stunt zorgen? Met John Stubbe aan het roer sluit ik niets uit.

De denksport leeft in Gouda. Dat bewees Martijn van IJzendoorn die zaterdag in Moskou 3e bij het WK dammen werd. Hopelijk blijft hij behouden voor Damlust. De schakers van Messemaker 1847 liggen op kampioenskoers. Aafke van Leeuwen prolongeerde haar wereldtitel niet, maar brons was ook prima. Gaat marathonschaatser Sjoerd den Hertog de KPN Marathon Cup weer winnen?

In deze korte terugblik vergeet ik ongetwijfeld sporters, maar dat ligt aan mijn geheugen. Tot volgend jaar. Ik voel het aan mijn water dat 2019 een prachtig sportjaar wordt.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
20dec/180

Hidden Agenda Deluxe feat. Oh Susanna – Angels in the snow

Zodra Sinterklaas zijn hielen heeft gelicht en afgelost wordt door de Kerstman, worden we weer ‘bestookt’ met kerstliedjes. Je kunt niet door een winkelcentrum lopen of plat gedraaide songs van Wham, Mariah Carey, Band Aid, Celine Dion, Bing Crosby, Chris Rea en Jona Lewie tetteren uit de speakers. Sommige radiostations kun je beter negeren als je niet van kerstmuziek houdt.

Maar elk jaar verschijnen er toch ook kerstalbums die niet de weg van de minste weerstand volgen en soms verrassen. Tot die laatste categorie hoort het vorige maand uitgekomen Angels in the snow van de americanaband Hidden Agenda Deluxe. BJ Baartmans en de zijnen maakten in 2017 voor de eerste keer een speciale kerstplaat. Op dat album, Christmas from Amsterdam to Oklahoma, kreeg de band vocale assistentie van de Amerikaanse zangeres Carter Sampson. Vorig jaar maakte Hidden Agenda Deluxe een kersttour met de Engelse zangeres Danni Nicolls.

En dit jaar is het weer raak en weer een kerstalbum. Met ook nu weer een uitstekende gastzangeres, de Canadese singer-songwriter Suzie Ungerleider, beter bekend als Oh Susanna. Op Angels in the snow staan zeven covers en drie eigen nummers. Het album opent met een lekker slepende versie van Robbie Robertson’s Christmas must be tonight van het album Islands van The Band uit 1977. Suzie’s heldere zang is daarna te horen in het van het legendarische album Blue uit 1971 van Joni Mitchell afkomstige The river. Van Lyle Lovett zijn twee covers opgenomen, het jazzy The girl with the holiday smile  en de ballad Christmas morning. Schitterend is Snowing on Raton van Townes van Zandt .Een mooie hammond- en gitaarsolo horen we in het funky door drummer Sjoerd van Bommel geschreven A good story. Heerlijk soulvol is BJ Baartmans Wee hour mood. Suzie zingt heerlijk helder naast de subtiele begeleiding en backing vocals in het prijskaartje van het album, Christmas time in Washington, de verpletterend mooie protestsong van Steve Earle uit 1997. Angels in the snow is een ballad geschreven en gezongen door gitarist Eric Devries. Suzie nam met pianist Michael Johnson After the holidays op, dat vorige maand op haar uitgebrachte ep Decemberly staat. Dit nummer is nu het lekker ontspannen gezongen slotnummer van Angels in the snow, met nu de subtiele begeleiding van Hidden Agenda Deluxe.

Conclusie: Het is nog maar zeer de vraag of we dit jaar een witte Kerst hebben. Maar met of zonder sneeuw, met deze prachtplaat kan de kerst niet meer stuk. Ik kan haast niet wachten tot volgend jaar in de hoop dat Hidden Agenda Deluxe dan weer een kerstplaat maakt. Met uiteraard een nieuw kerstnachtegaaltje.

Tracks cd:

  1. Christmas must be tonight
  2. The river
  3. The girl with the holiday smile
  4. Snowing on Raton
  5. A good story
  6. Christmas morning
  7. Wee hour mood
  8. Christmas time in Washington
  9. Angels in the snow
  10. After the holidays

Line up:

  • BJ Baartmans – zang, gitaar
  • Eric Devries – zang, gitaren
  • Gerald van Beuningen – bas
  • Sjoerd van Bommel – drums, zang
  • Suzie Ungerleider (Oh Susanna) – zang
  • Rob Geboers – keys
17dec/180

De winterstop

Ineens was hij daar. Koning Winter! Maar de vorst had blijkbaar enorme haast, want binnen een dag was hij weer met de noorderzon vertrokken. Een van de gevolgen van zijn korte optreden was dat voor de meeste zondagvoetballers de winterstop vervroegd is ingetreden. Olympia kreeg daarom zondag niet de gelegenheid om zich in St Willebrord te revancheren voor de vorige week geleden thuisnederlaag tegen VOC. De laatste thuiswedstrijd van 2018 van ONA ging ook de mist in. Wellicht komende zondag nog een inhaalpotje en dan kan men zich in Korte Akkeren gaan storten op het 100-jarige jubileum. DONK was vorige week al klaar en kijkt volgens mij uit naar de kampioenspoule, want elke week met dubbele cijfers winnen is ook niet leuk.

De zaterdagvoetballers zijn op een verdwaalde inhaalwedstrijd na ook aan de winterstop toe. Jodan Boys loopt na een dramatische start nu bijna weer met het hoofd in de wolken en  fanatieke fans dromen weer van de 3e divisie. Maar vrienden, jullie kennen dat liedje van Marco Borsato toch? Leen van Steensel, de nieuwe trainer in het nieuwe seizoen, is vast geen dromer.

In het Groenhovenpark wordt ook gedroomd. En als je met 9 man concurrent Woerden met 4-1 aftroeft mag je een beetje gaan dromen. “We zijn Herbstmeister” hoorde ik zaterdag roepen, maar zo’n titel is niks waard. Misschien een idee voor de KNVB om zo’n ‘titel’ een bonus te geven van 3 extra punten?

Het jaar loopt op zijn laatste benen. De Goudse ijsbaan in de Gouwekerk is afgebroken en wordt op de Markt weer opgebouwd. De meeste competities liggen een paar weken stil. Een tijd van bezinning en voor het opladen van de accu. Ik wens u allemaal heel fijne kerstdagen.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
11dec/180

Mighty Mo Rodgers – The virus

Zanger-pianist Maurice (Mighty Mo) Rodgers is geboren op 24 juli 1942 in East Chicago, Indiana. Hij studeert klassieke piano, maar wordt al snel gegrepen door de blues van artiesten die in de nachtclub van zijn vader optreden en hij formeert zijn eerste band The Rocketeers, Later wordt hij de frontman van The Maurice Rodgers Combo en vertrekt naar Los Angeles, California, om daar beroepsmuzikant te worden. In de jaren ’60 speelt hij met T-Bone Walker, Bobby ‘Blue’ Bland en Albert Collins. Op de grote hit Gimme little sighn van Brenton Wood uit 1967 speelt Rodgers orgel. In 1999 komt zijn debuutalbum Blues is my wailin’ wail uit, een album waarvoor hij o.a. een W.C. Handy Award Nomination krijgt.

Eind oktober verscheen het nieuwe album van Mighty Mo Rodgers, The virus. In het openings- en titelnummer The virus, komt de funk je vanuit de speakers in dikke slierten tegemoet waaien. Heerlijk ook die backing vocals van The Starlights. Pure gospel in de traditie van The Blind Boys of Alabama is Troubled times. In Bullets with names, met mondharp, spettert de funk er weer van af en rapt General een aangename gastrol mee. Gedragen orgelklanken en de indringende stem van Margarett Floyd toveren A mother’s prayer om tot een fraaie slow gospelblues. Ook in de uptempo funky gospel All money ain’t good money zijn weer fraaie gastrollen weggelegd voor The Starlights en Margarett Floyd. Na de prachtige vocale zangkwaliteiten van Rodgers in Two wings and a biscuit, volgen twee zeer korte nummers. The virus pt. 2 met een zware ritmesectie en het net een minuut durende The call met orgel en zang. Slave to a word en het reggae achtige Rites of passage gaat over de slavernij en de slavenschepen die van Afrika naar Amerika komen. The Starlights schitteren daarna weer in de gospel 400 Years of tears. Ook Beautiful struggle is heerlijke gospel met fraai orgelspel van Charles Williams, een strakke ritmesectie, de uitstekende zang van Rodgers en de vocale hoogstandjes van The Starlights. Het laatste nummer RPM duurt slechts 40 seconden en zijn ‘spoken words’ over ‘the black man’.

Conclusie: Wie bij het beluisteren van The virus stil kan blijven zitten of niet in vervoering raakt van deze prachtige muziek mankeert iets aan zijn oren. Een uitstekend album!

Tracks:

  1. The virus
  2. Troubled times
  3. Bullets with names
  4. A mother’s prayer
  5. All money ain’t good money
  6. Two wings and a biscuit
  7. The virus, pt. 2
  8. The call
  9. Slave to a word
  10. Rites of passage
  11. 400 Years of tears
  12. Beautiful struggle
  13. RPM

Line up

  • Mighty Mo Rodgers – zang, piano
  • Clarence Harris – drums
  • Darryl Dunmore – bluesharp, gitaar
  • Dale Williams – gitaar
  • Charles Williams – orgel
  • Maurice Gainen – tenor sax
  • Smiley Lang – bas
10dec/180

Gele hesjes

Op de televisie, op de radio, in de krant, op social media, op straat, kortom je ziet ze overal. Het is het gesprek van de dag en iedereen heeft er een mening over. De duvel en z’n ouwe moer wordt er bijgehaald. Zin en onzin strijden om voorrang. Sluimerende onvrede ontaardt in opstand en vernielingen. De goed bedoelde proteststem wordt gekaapt door randfiguren die er een sport van maken om overal voor ellende te zorgen. In Frankrijk zijn er zelfs sportwedstrijden door geannuleerd.

De gele hesjes, want daar heb ik het natuurlijk over, zijn ook al in de sportwereld gesignaleerd. Zowel letterlijk als figuurlijk. Je ziet ze letterlijk bij voetbalwedstrijden. Maar dat zijn de vriendelijke stewards die je ook wekelijks bij De Jodan Boys kunt aantreffen en die voor de beveiliging zorgen. En wisselspelers die zich voor een invalbeurt warm lopen hebben ook meestal een hesje aan, hoewel die niet altijd geel zijn.

Figuurlijk spelen de gele hesjes al langer een rol in de sport. Die worden gedragen door ontevreden spelers. Je hebt voetballers die een basisplaats opeisen en als de trainer een andere visie heeft wordt als het ware het ontevreden gele hesje aangetrokken en gooit men de kont tegen de krib. RVC ’33 heeft dat vorige week aan den lijve ondervonden. Bij de Reeuwijkse 2e klasser dook ineens Stojan Cekic op. Maar deze oud-profvoetballer vond het belachelijk dat hij contributie moest betalen want dat had hij nooit gedaan. ‘Sorry RVC, maar ik ga niet betalen’ riep hij boos en vertrok met de noorderzon. Op spelers met zo’n instelling moet je niet zitten te wachten. Maar ach, misschien zien we hem binnenkort toch ergens in een geel hesje zich warm lopen om in te vallen.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
6dec/180

JJ Appleton & Jason Ricci – Beautiful slop

De Amerikaanse singer-songwriter Jon Jason Appleton wordt geboren op 4 april 1967 in Norwich, Vermont. Hij woont tegenwoordig in New York City. Zijn vader is professor Jon H. Appleton, een van de uitvinders van de Synclavier digital music synthesizer. Tijdens zijn studie aan Berklee College of Music in Boston speelt Jon in verschillende bands. Appleton is fan van de bluesgitaristen Albert King, Stevie Ray Vaughan en Johnny Winter. Appleton is ook medeschrijver en producer van songs van o.a. Ashford & Simpson, Jimmy Sommerville en China Crisis. Hij maakt ook jingles voor o.a. Burger King, McDonalds, Time Warner, Budweiser, 7-Up en American Express.

De Amerikaanse zanger en mondharmonicaspeler Jason Ricci wordt geboren op 3 februari 1974 in Portland, Maine. Zijn moeder moedigt hem aan om mondharmonica te gaan spelen. Hij ontwikkelt zijn stijl door te luisteren naar de muziek van o.a. Little Walter en Paul Butterfield. Ricci speelt mondharp op albums van o.a. Johnny Winter, Ana Popovic, Walter Trout en Joe Louis Walker.

In 2014 ontmoeten Appleton en Ricci elkaar en dat mondt in 2015 uit in hun door de critici goed ontvangen akoestische bluesalbum Dirty memory. Onlangs verscheen Beautiful slop, het nieuwste album van JJ Appleton en Jason Ricci. Een album met tien songs, waarvan zeven eigen composities en drie covers. Appleton en Ricci worden op dit album bijgestaan door Derek Nievergelt op akoestische bas.

Het openingsnummer Don’t take advantage of me is geschreven door Lonnie Brooks en is vooral bekend geworden door Johnny Winter die het op zijn album Guitar slinger uit 1984 heeft gezet. Appleton en Ricci maken er een fraaie rauwe akoestische countryblues van met slide en een huilende mondharp. De uitbundig scheurende mondharp is ook weer volop aanwezig in de slowblues Hurt myself. De geest van Sonny Terry en Brownie McGhee waart rond in I got the feeling. De zang in Distraction is meer ingetogen dan op veel andere songs. Via Geaux nuts kidz belanden we in de zydecosferen, waarbij Ricci’s mondharmonicaspel zeer apart is en het net lijkt of hij een accordeon bespeelt. Nievergelt’s baslijnen zijn prachtig in Don’t badger the witness, met wederom de virtuoze mondharp van Ricci. De tweede cover is de gospel Standing in the safety zone uit 1992 van de gospelgroep The Fairfield Four. Na de slow countryblues Brighter days ,met weer heerlijke basspel, wordt het tempo opgevoerd in het rockende For the very last time. Het slotnummer, het door Mikky Ekko en Justin Parker geschreven Stay is een zeer fraaie cover uit 2012 van de uit Barbados afkomstige zangeres Rihanna.   

Conclusie: Appleton en Ricci brengen met het album Beautiful slop een mooie virtuoze ode aan de authentieke country- en deltablues.

Tracks:

  1. Don’t take advantage of me
  2. Hurt myself
  3. I got the feeling
  4. Distraction
  5. Geaux nuts kidz
  6. Don’t badger the witness
  7. Standing in the safety zone
  8. Brighter days
  9. For the very last time
  10. Stay
3dec/180

Paul Oscher – Cool cat

Paul Oscher is een multi-instrumentalist, geboren op 5 april 1950 in Brooklyn, New York. Als hij 12 jaar is begint hij mondharmonica te spelen. Zijn muzikale carrière begint op zijn 15e als hij bij Little Jimmy Mae gaat spelen. Van 1967 tot 1972 zit hij in de begeleidingsband van Muddy Waters. ‘Paul Oscher plays the soul I feel’ volgens Muddy. In 1976 toert hij met Louisiana Red door Europa en speelt met blues artiesten als T-Bone Walker, Otis Spann, John Lee Hooker, Buddy Guy, Johnny Young, Johnny Copeland, Big Joe Turner, Hubert Sumlin, Big Mama Thornton en Keb Mo. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Oscher de nodige Blues Music Awards in de wacht sleept. Paul Oscher woont tegenwoordig in Austin Texas.

Vorige maand verscheen Cool cat, het nieuwe album van Paul Oscher. Een album met 13 songs. Een aantal van deze songs heeft Oscher al eerder op de plaat gezet en zijn op Cool cat in nieuwe versies te horen. Na het openingsnummer Money makin’ woman, dat de luisteraar meteen in de klassieke R&B sferen van New Orleans brengt, volgt de slowblues Blues and trouble, met heerlijk pianospel, een spetterende saxsolo en fel gitaarwerk. Daarna wordt de mondharp tevoorschijn getoverd. In de groovy midtempo blues Hide out baby brengt Oscher een lange harpsolo ten gehore en de huilende mondharp is naast de brommende bas huiveringwekkend in de slowblues Work that stuff. De enige cover op het album is Muddy Water’s Rollin’ and tumblin’. Chicagoblues met een scheurende gitaar en backing vocals. Prachtig is de jazzy instrumental Cool cat, met piano, tenor sax, een indringende bassolo en strak drumwerk. Nadat Russel Lee eerst zeer kort een paar woorden over Mississippi heeft gesproken brengt Lee, met fraai gitaarwerk van Oscher, in de rudimentaire Chicagoblues  Ain’t that a man vocaal een ode aan James Cotton. De 89-jarige(!) Miss Lavelle White is ingehuurd om de indringende slowblues Dirty dealin’ mama van haar nog krachtige stem op te luisteren. On the edge is een kort jazznummer met fraai pianospel, een ‘lopende’ bas en sax. Na de jazz weer blues in Poor man blues met blazers en de vocalen van Russel Lee. Het lekkerste wordt voor het laatst bewaard met een ruim 9 ½ minuut durende versie van Cool cat. Pianosolo’s, saxsolo ’s, een sprankelende gitaarsolo, bassolo’s, een drumsolo en een korte vocale bijdrage van Lisa Leuschner die met ‘cool cat, cool cat, he’s a cool cat’ het einde van het album inluidt.

Conclusie:  De door de blueswol geverfde Paul Oscher heeft met Cool cat weer een lekker album afgeleverd.

Tracks cd:

  1. Money makin’ woman
  2. Blues and trouble
  3. Hide out baby
  4. Work that stuff
  5. Rollin’ and tumblin’
  6. Cool cat (R&B) prologue
  7. Cool cat (jazz quartet)
  8. Mississippi poem
  9. Ain’t that a man (dedicated to Mr. Cotton)
  10. Dirty dealin’ mama
  11. On the edge (jazz quartet)
  12. Poor man blues
  13. Cool cat (R&B) (long version)

Line up:

  • Paul Oscher – piano, tamboerijn, harmonica, gitaar (track 3,5,9,10), zang (track 1,2,3,4,5,6,7,11)
  • Johnny Ace – bas (track 1,2,3,4,12)
  • Sarah Brown – bas (track 5,10,13)
  • Chris Alcaraz – bas (track 7,11)
  • Kid Andersen – bas (track 13)
  • Russel Lee – drums (track 1,2,3,4,5,10,12), drumsolo (track 13), zang (track 8,9,12)
  • Ernie Durawa – drums (track 7,11)
  • June Core – drums (track 13)
  • Mick Schermer – gitaar (track 1,2,3,4,12)
  • Mike Keller – gitaar (track 5,10,13), bas (track 9)
  • Eric Burnhardt – bariton sax (track 1,2,4,12)
  • Tom Robinson – tenor sax (track 1,2,10,12,13)
  • Tomas Ramirez – tenor sax (track 7,11)
  • Sunny Lowdown – backing vocals (track 5)
  • Jeremy Dowden – backing vocals (track 5)
  • Miss Lavelle White – zang (track 10)
  • Lisa Leuschner – zang (track 13)

 

3dec/180

Faas Wilkes

Ik heb hem nooit zien voetballen en moet het dus doen met de enthousiaste verhalen van degenen hem wel hebben zien spelen. Of met de spaarzame zwart-wit beelden op YouTube, waar je ziet wat een fenomenale voetballer hij was in vooral de jaren ’40 en ’50 van de vorige eeuw. Faas Wilkes, voorbestemd om meubelmaker te worden, maar die een van de grootste Nederlandse voetballers werd. Een van de eerste vaderlandse profvoetballers die in Italië vooral bij Internationale roem vergaarde en liefkozend Il Tulipo Volante werd genoemd. Na zijn profcarrière keerde Wilkes in 1962 terug bij Xerxes, de club waar hij in 1941 op 17-jarige leeftijd debuteerde.

Zaterdag werd ik weer herinnerd aan de Mona Lisa van Xerxes. Ik mocht radioverslag doen van de wedstrijd XerxesDZB – Jodan Boys. Bij de ingang van het Faas Wilkes sportcomplex werd ik verwelkomd door een fraai portret van Wilkes. En bij het betreden van de kantine sloeg de nostalgie helemaal toe want de portretten van illustere voormalige Xerxes voetballers als Coen Moulijn, Willem van Hanegem, Leo Beenhakker en Nol Heijerman lachten me toe.

Het voetbal was die middag heel matig en bij het verlaten van het sportpark keek ik nog even achterom naar het bord met het portret van Faas Wilkes. ‘Mooi he meneer’ sprak een man tegen mij die ook naar huis ging. ‘Wat zou Faas Wilkes van deze wedstrijd hebben gevonden’ vroeg ik. ‘Hij zal niet genoten hebben meneer. Ik heb Faas nog zien spelen op Spangen. Wat een wereldvoetballer, een raspingelaar. Hij kon alles met de bal. Cruyff zag in Faas zijn grote voorbeeld’. ‘Maar dat waren andere tijden meneer’ sprak de man verzuchtend en stapte in zijn auto. Dat waren inderdaad andere tijden.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties