Gerritschinkel.nl Columns & meer

8okt/180

De training

Het komt regelmatig voor dat je bij het bestuderen van het wedstrijdformulier ziet dat een voetballer, die normaal gesproken in de basis staat, nu reserve is of zelfs helemaal niet bij de selectie zit. ‘Hij heeft deze week niet getraind, en niet trainen betekent niet opstellen’ is dan het meest gehoorde antwoord van de trainer. En dan maakt het voor een principiële trainer niet uit of het een topspeler betreft. Gelijke monniken, gelijke kappen. Hoewel ik wel besef dat een trainer die over een brede selectie beschikt gemakkelijker zo’n beslissing neemt dan een trainer die al blij is als hij 11 man bij elkaar kan harken. Willem Dekker kan daar ongetwijfeld nog hele verhalen over vertellen.

Een goede training is de basis voor het beoefenen van sport en iedere sport heeft zijn eigen training. Althans dat is mijn bescheiden mening, want ik ben niet iemand die veel trainingen bijwoont. Waar leg je als trainer de nadruk op tijdens een training? Conditie lijkt mij een voorwaarde, net als het nabootsen van spelsituaties. Soms zie ik praatsessies waarbij een trainer breed gesticulerend uitleg geeft en zie ik voetballers al dan niet goedkeurend knikken.

Tijdens een volleybaltraining heb ik John Stubbe zijn speelsters zo zien afbeulen tot ze bijna groen en geel zagen. Smashen, smashen en nog eens smashen!

Vorige week was ik bij een training van de Goudse Boksvereniging. Zo’n 30 enthousiaste sporters, jong en oud door elkaar, werkten zich 1½ uur o.l.v. een zeer deskundige trainer met zeer gevarieerde oefeningen in het zweet. Ik vond het een verrassende training. Binnenkort ga ik maar eens naar een training van Damlust of Messemaker 1847, want ik ben benieuwd of denksporters bv. ook aan conditietraining doen.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties