Gerritschinkel.nl Columns & meer

27aug/180

Rod Piazza – His instrumentals

De Amerikaanse bluesharmonicaspeler en zanger Rod Piazza is geboren op 18 december 1947, Riverside, California. Zijn eerste muziekinstrument is de gitaar. Hij is dan pas zeven jaar. Midden jaren ’60 van de vorige eeuw formeert hij zijn eerste band, The House of DBS, die later omgedoopt wordt in The Dirty Blues Band. Deze band brengt twee albums uit. In 1968 richt Piazza Bacon Fat op. In deze band, waarvan twee albums verschijnen, is ook mondharmonicaspeler George Smith, het grote voorbeeld van Rod Piazza, actief. Na het uitbrengen van zijn soloalbum Bluesman (1974), richt hij in 1975 The Chicago Flying Saucer Band op, die later als The Mighty Flyers door het leven zullen gaan. Deze band brengt in 1981 hun eerste album uit, Radioactive material. Piazza toert met de The Mighty Flyers maar neemt ook onder eigen naam en met “”MFBQ” (“Mighty Flyers Blues Quartet”) verder albums op. Als gast is Piazza te horen op meer dan twintig albums (met o.a. George “Harmonica” Smith, Charlie Musselwhite, Gary Wright, Pee Wee Crayton, Doug MacLeod, Smokey Wilson en Kid Ramos). Rod Piazza heeft vier keer een ‘Blues Music Award’ in de wacht gesleept als ‘Band of the Year’ en maar liefst drieëndertig! BMA nominaties.

Vorige maand verscheen er een dubbel cd met 24 instrumentals die Rod Piazza in de periode 1986 – 2014 heeft opgenomen met de verschillende line-ups van The Mighty Flyers. Songs die eerder verschenen op Harpburn (1986), So good to have the blues (1988), Blues in the dark (1991), Alphabet blues (1992), Tough and tender (1997), Here and now (1999), Beyond the source (2002), Keepin’ it real (2004), California blues (2006), TrillVille (2007), Soul monster (2009), Almighty dollar (2011) en hun meest recente album Emergency situation (2014). Naast deze tracks staan er twee nooit eerder uitgebrachte tracks op uit 1994 (Live at BB King’s Blues Club).

Het dubbelalbum His instrumentals is een prachtige staalkaart van de grote kwaliteiten van Rod Piazza als mondharmonicaspeler. In de stijl van Little Walter, Sonny Boy Williamson en George ‘Harmonica’ Smith, om maar eens een paar illustere grootheden te noemen, blaast de ‘wizard of the west coast harp’ zich ‘verschroeiend’ en met groot enthousiasme door zijn repertoire. Veel stijlen komen voorbij. Zoals keiharde Chicago blues (The upsetter, The bounce, Cold chill). Opwindende jumpblues (Harpburn, Snap crackle hop, Harpthrob). Lekkere jazzy achtige songs (Stratospheric, Westcoaster, Ju ju cocktail, Colored salt). Prachtige slowblues (Nite’s end, Ghostin’). Stomende boogies (Scary boogie, The teaser, Con-vo-looted). Kortom, Rod Piazza is op de mondharp van alle markten thuis.   

Conclusie: Rod Piazza is al decennia lang een fenomeen op de mondharmonica.

Tracks cd 1

  1. The upsetter
  2. 4811 Watsworth
  3. Stratospheric
  4. Harpburn
  5. Ghostin’
  6. The bounce
  7. Scrary boogie
  8. Snap crackle hop
  9. West coast midnight blues
  10. Greasy foot
  11. Devil’s foot
  12. Deep fried

Tracks cd 2

  1. The teaser
  2. Westcoaster
  3. Cold chill
  4. Harpthrob
  5. Ju ju cocktail
  6. The eliminator
  7. Nite’s end
  8. Frankenbop
  9. Colored salt
  10. Con-vo-looted
  11. Expression session
  12. Soul monster
27aug/180

Julia Joy en Tim

Afgelopen zondag werd Maarten van der Weijden in zijn woonplaats Waalwijk gehuldigd. Met dit eerbetoon komt hopelijk (voorlopig) een einde aan de hysterie rondom deze langeafstand zwemmer. Hij heeft ruim 4 miljoen euro opgehaald met zijn monstertocht en dat is heel mooi, laat ik dat voorop stellen. Maar het is natuurlijk ongezond om zo’n barre expeditie door de Friese wateren te ondernemen. Meer dood dan levend en vechtend tegen de slaap sleepte hij zich voort. En de toeschouwers op de terrassen met hun spandoeken ‘wij geven nooit op’ kunnen dat natuurlijk lekker zeggen. ‘Hup Maarten, zet hem op’ en ze namen nog een slok en aten nog een hapje. De NOS was ook massaal uitgerukt om de helletocht te registreren. Uiteraard was premier Mark Rutte ook uit zijn torentje naar Leeuwarden afgereisd. Ik heb bewondering voor Maarten van der Weijden, maar met sport had zijn zwemtocht eigenlijk niet veel te maken.

De grote media-aandacht voor Maarten staat in schrille verhouding tot de minimale aandacht voor de prestatie van het Nederlandse rolstoelbasketbalteam, met de Goudse Julia van der Sprong, dat het afgelopen weekend in Hamburg wereldkampioen werd. En waar waren premier Rutte en de minister van sport nu met hun felicitaties? Maandagmorgen hadden ze naar ik begreep nog niets van zich laten horen.

Op sportgebied was er het afgelopen weekend voor Gouda nog meer feest te vieren. Joy Stubbe werd met Marleen van Iersel Nederlands kampioen beachvolleybal.

Vanaf deze plaats wil ik Julia en Joy van harte feliciteren met hun schitterende sportprestaties. En ook de paralympische zwemmer Tim van Duren die vorige week bij het EK zwemmen in Dublin een zilveren medaille veroverde op de 100 meter schoolslag. Gouda mag trots zijn.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
21aug/180

Michele D’Amour and the Love Dealers – Wiggle room

Michele D’Amour is een in Seattle, Washington, geboren singer-songwriter en is tegenwoordig woonachtig in Kirkland, Washington. Op haar 6e speelt ze al piano en schrijft ze haar eerste liedje. Al jong zingt ze in een kerkkoor en later in verschillende lokale bands. In 2012 formeert zij haar eigen band Michele D’Amour and the Love Dealers. De band brengt een mix van energieke blues, funk en classic rock en treedt op in verschillende clubs en festivals in Seattle en omstreken. In 2014 verschijnt hun eerste album Sin comin’ on. In datzelfde jaar zijn Michele D’Amour and the Love Dealers finalist in de International Blues Challenge van de Washington Blues Society. Trouble, een van de tracks van hun 3e album Lost nights at the Leopard Lounge uit 2017 wint een Grand Prize in de John Lennon Songwriting Competition in de categorie jazz.

Deze maand verschijnt Wiggle room, het 4e en nieuwste album van Michele D’Amour and the Love Dealers. De band heeft inmiddels wat mutaties gehad in de vorm van een nieuwe gitarist (Jeff Cornel) en een nieuwe drummer (Dave Delzotto). De band is ook uitgebreid met keyboardspeler Brian Olendorf en saxofonist Noel Barnes.

Het album begint stomend met het funky Falling down, waarin bassist Patrick McDanel ook meteen zijn visitekaartje afgeeft. Sweet lovin’ man swingt de pan uit met o.a. een vette saxsolo. In het titelnummer, het jazzy Wiggle room, is alle aandacht gericht op het prachtige trompetspel van Greg Lyons. Alsof Chet Baker even op aarde is teruggekeerd. In de funky soulblues Honey on the side vestigt naast de uitmuntende ritmesectie en de krachtige stem van Michele, Noel Barnes alle aandacht op zich met een scheurende saxsolo. Trompettist Greg Lyons kruipt in het jazzy Nothing to no one nu in de huid van Miles Davis en geeft een mooie solo ten gehore en dat geldt ook voor pianist Brian Olendorf. En dat allemaal achter de ‘lopende’ bas van McDanel die en passant ook op trombone aanwezig is. Het tempo wordt vervolgens opgevoerd in het lekker rockende Let it slide, met conga’s en een mooie gitaarsolo, en in de felle boogie Been so long, met de scheurende gitaarsolo van Jeff Cornel. Na de ballad Worthy, met een intense saxsolo, staat in He can’t be wrong Brian Olendorf in de spotlight met zijn opwindende ragtime achtige pianospel. Het slotakkoord, de soulbluesballad Hard times, begint met een klassiek piano intro waarna het los gaat met de indringende zang van Michele en scheurende saxsolo ‘s.

Conclusie: Wiggle room is een zeer fraai album van een uitstekende band, waar liefhebbers van blues, funk, soul en jazz wat mij betreft helemaal aan hun trekken komen.

Tracks:

  1. Falling down
  2. Sweet lovin’ man
  3. Wiggle room
  4. Honey on the side
  5. Nothing to no one
  6. Let it slide
  7. Been so long
  8. Worthy
  9. He can’t be wrong
  10. Hard times

Line up:

  • Michele D’Amour – zang
  • Jeff Cornel – gitaar
  • Dave Delzotto – drums
  • Patrick McDanel – bas, trombone
  • Brian Olendorf – keyboards
  • Noel Barnes – sax
  • Greg Lyons – trompet
  • Angelo Ortiz – congas
  • Nora Michaels – backing vocals (track 2)
  • John Oliver III – backing vocals (track 10)
20aug/180

Geoff Achison – Sovereign town

De in Melbourne woonachtige Australische singer-songwriter Geoff Achison is geboren op 5 augustus 1965 in Cowes, Phillip Island, een eiland dat deel uitmaakt van de Zuidoost Australische deelstaat Victoria. Als leadgitarist maakt hij van 1989 – 1996 deel uit van de band van Dutch Tilders, een in Nederland geboren Australische bluesgitarist. Na zijn vertrek bij Tilders formeert Achison zijn eigen band The Souldiggers Hij treedt vooral op festivals in Australië op, zoals Echuca Moama Winter Blues, Wangaratta Jazz Festival, Sydney Blues Festival, Bendigo Blues and Roots Festivals. Achison is ook instructeur bij Fur Peace Ranch, in Ohio, die gitaarworkshops organiseert en gerund wordt door bluesgitarist Jorma Kaukonen, bekend van Jefferson Airplane en Hot Tuna. Achison wint ook meerdere prijzen zoals de Albert King Award in Memphis (1995) voor meest belovende internationale gitarist en in 2007 samen met The Souldiggers Group of the Year bij de Blue Music Chain Awards.

Tijdens een gitaarworkshop in Ballarat, Victoria, Australië, doet Achison ook een jamsessie met lokale muzikanten waarbij hij o.a. nieuw materiaal speelt. Dit (akoestische) materiaal is volgens hem anders dan het materiaal dat hij met The Souldiggers gewend is te spelen en daarom besluit hij met dit combo lokale musici een album op te gaan nemen. Eind 2017 vertrekt hij naar Ric Formosa’s Pilgrimage Studio in Ballarat en begin 2018 beginnen de opnamen die medio mei worden afgerond.

Het resultaat van deze opnamen is te horen op het album Sovereign town, dat op 25 augustus 2018 wereldwijd zal verschijnen. Op dit album, geproduceerd door Achison en Formosa, staan 11 nieuwe composities en een cover. Achison haalde bij het schrijven van deze songs zijn inspiratie uit de vroege tijden van de Gold Rush in Victoria van de tweede helft van de 19e eeuw. Het album opent melodieus en loom met Skeleton kiss, waarin de stem van Achison mij doet denken aan die van Warren Zevon. De begeleiding is veelal subtiel, zoals in songs als Miniature men, de mooie cover Walk away van Ben Harper en Sleepwalking. Fraai gitaarspel en gruizige zang zijn te horen in het titelnummer Sovereign town. Mooie (blues) ballads zijn Wandsworth bridge en World of blue. Iets steviger zijn het funky Small town crime met wah wah gitaar en Rescue the past met strak drumwerk. De instrumental Misha Bella bevat een mooie hammondsolo en zeer fraai jazzy gitaarspel. Ook het slechts ruim 1½ minuut durende Hand of faith is een instrumental met een rustige akoestische gitaar en het album wordt instrumentaal besloten met het dromerige Coolbardie sunrise met alleen een akoestische gitaar.

Conclusie:  Sovereign town is andere koek dan het werk dat hij met The Souldiggers ten gehore brengt, maar dit akoestische ‘uitstapje’ is ook zeer goed te pruimen en kenmerkt de veelzijdigheid van deze Australische singer-songwriter.

Tracks:

  1. Skeleton kiss
  2. Miniature men
  3. Walk away
  4. Sovereign town
  5. Wandsworth bridge
  6. Misha Bella
  7. Small town crime
  8. World of blue
  9. Sleepwalking
  10. Hand of faith
  11. Rescue the past
  12. Coolbardie sunrise

Line up:

  • Geoff Achison – zang, gitaar
  • Andy Fry – staande bas
  • Dave Clark – drums
  • Liam Kealy – hammond
  • John McNamara – backing vocals

 

20aug/180

VAR

Bij het woord VAR dacht je tot voor kort b.v. aan de Verenigde Arabische Republiek. Aan een rivier in Frankrijk, een Noordse mythologische godin of aan een jonge stier. Maar sinds kort staan de letters VAR voor Video Assistent Referee, oftewel de videoscheidsrechter, die nu ook in de oerconservatieve voetbalwereld zijn intrede heeft gedaan. En zoals bij alle nieuwigheden heb je ook bij dit fenomeen voor- en tegenstanders. Dat was het afgelopen voetbalweekend weer te zien bij een aantal wedstrijden in de Eredivisie. Winnende coaches die de loftrompet steken over deze afstandsbediening uit Zeist en verliezende coaches die moord en brand schreeuwen. En op sociaal media zie je uiteraard weer de nodige woordspelingen als Vreselijke Arbitrale Ravage en Video Ajax Ruggesteun. Ik zag ook een gefotoshopt portret van scheidsrechter Kevin Blom in een Ajaxshirt. Supporters zijn vindingrijk.

Ik heb ook menige discussie gevoerd over het al dan niet invoeren van technische hulpmiddelen bij het voetbal. Je ziet soms zulke schrijnende voorbeelden van blunders van (assistent) scheidsrechters dat onmiddellijke invoering gewenst is. Maar het moet niet zo zijn dat de scheidsrechter een bijrol speelt en constant teruggefloten wordt door mannen op verre afstand. Onzekere scheidsrechters zullen het wellicht prettig vinden, maar doorgewinterde referees misschien niet en als een ‘aanslag’ op hun autoriteit zien.

Hoe dan ook, het blijft mensenwerk en hoe zorg je er voor dat er consequent wordt gehandeld. Waar de een een klein duwtje ziet constateert de ander een aanslag. Waar ligt de grens. Hoe sluit je willekeur uit. Mijn aanvankelijke enthousiasme voor de VAR is omgeslagen in de nodige scepsis. Ik gun de VAR het voordeel van de twijfel. Alle vooruitgang hoeft niet altijd een verbetering te zijn. We gaan het zien.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
17aug/180

The Allman Brothers Band – Fillmore East February 1970

The Allman Brothers Band, opgericht in 1969 in Jackson, Florida, door de gebroeders Duane en Gregg Allman, was een van de meest succesvolle southern rock bands. De oorspronkelijke samenstelling van de band was: Duane Allman (lead en slide gitaar), Gregg Allman (piano, orgel, zang), Dickey Betts (lead gitaar), Berry Oakley (bas), Butch Trucks (drums) en Jai Johanny (Jaimo) Johnson (drums). In 1969 verscheen hun eerste album, getiteld The Allman Brothers Band. Begin jaren ’70 verloor de band twee prominente leden, Duane Allman in 1971 en Berry Oakley in 1972. Beiden verloren het leven door een motorongeluk. De oorspronkelijk bandleden Gregg Allman en Butch Trucks overleden vorig jaar. De band bestond, met een aantal onderbrekingen en in meerdere samenstellingen, tot 2014. Het laatste optreden was op 28 oktober 2014 in The Beacon Theatre in New York.

The Allman Brothers Band bestond nog geen jaar toen de bekende concertpromotor Bill Graham de band benaderde en boekte in de fameuze muziektempel Fillmore East in New York. Op 11, 13 en 14 februari stond de band daar in het voorprogramma van Grateful Dead. De concerten werden destijds opgenomen door Owsley ‘Bear’ Stanley, de geluidsman van Grateful Dead, die in 2011 in Australië door een auto-ongeluk om het leven kwam. The Allman Brothers Band en The Owsley Stanley Foundation hebben zeldzame opnamen van deze concerten deze maand uitgebracht.

Het album opent met de door Dickey Betts geschreven instrumental In memory of Elisabeth Reed. Deze negen minuten lange song, met lyrische en vlammende gitaren, een orgelsolo en een fantastische ritmesectie, is de oudst bekende opname van The Allman Brothers van dit nummer. In september 1970 verscheen dit nummer op hun 2e album Idlewide South. Willie Dixon’s Hoochie coochie man is Chicago blues met vet gitaarwerk en dit nummer zou een vast nummer worden op hun live repertoire. Ook Statesboro blues van Blind Wilie McTell zou later veel live worden gespeeld en krijgt hier een dampende uitvoering. Gierende gitaren voeren de boventoon in de uptempo bluesrocker Trouble no more van Muddy Waters. Ronduit formidabel is Casey Bill Weldon’s Outskirts of town met felle gitaarsolo’s en een fraaie orgelsolo. In het door Gregg Allman geschreven Whipping post legt een strakke ritmesectie een stevige basis onder de gitaar- en orgelpartijen. Het album sluit af met Mountain jam, een spetterende jamsessie van ruim een half uur, gebaseerd op There is a mountain, een hit van Donovan uit 1967, en waarbij alle bandleden om de beurt soleren.

Conclusie: Southern bluesrock van de bovenste plank van een fantastische band.

Tracks:

  1. In memory of Elisabeth Reed
  2. Hoochie coochie man
  3. Statesboro blues
  4. Trouble no more
  5. Outskirts of town
  6. Whipping post
  7. Mountain jam

Line up:

  • Duane Allman – lead gitaar, slide gitaar
  • Gregg Allman – orgel, piano, zang
  • Dickey Betts – lead gitaar
  • Berry Oakley – bas
  • Butch Trucks – drums, percussie
  • Jaimoe, a.k.a. Jai Johanny Johnson – drums, congas

 

14aug/180

Upstream – The boiling point

Zangeres Chaja van der Heide kan zich geen dag herinneren waarin muziek geen grote rol heeft gespeeld in haar leven. Toen ze zes jaar was schreef ze als fonetisch Engelse en Franse teksten uit om op haar kamertje mee te kunnen zingen bij de transistorradio. Later kiest ze voor een mime-opleiding aan de Hogeschool van de Kunsten van Amsterdam. Tijdens deze opleiding blijft ze zingen in bands met verschillende stijlen muziek. Ze heeft twee eigen bands, Landslide, een soort feesttrio waarbij ze zelf ook drumt en Mirage, een Fleetwood Mac Tribute Band. Ook wordt ze regelmatig ingehuurd door Arthur Ebeling en zingt ze op vaste basis in de americanaband De Wilma’s.

Gitarist André van Solinge loopt ook al heel wat jaartjes rond in de muziekscene. Hij heeft o.a. gespeeld en gezongen in Pink Project, een Nederlandse Pink Floyd tributeband. Hij maakte ook deel uit van Frank Fish and the Bluesmasters, de band van de in Oxford geboren zanger-gitarist Frank Fish die door Muddy Waters, Freddie King, The Allman Brothers Band, Johnny Winter, JJ Cale, Eric Clapton en Robert Johnson geïnspireerde blues spelen.

Sinds een paar jaar werken Chaja van der Heide en André van Solinge op muzikaal gebied samen. Deze muzikale samenwerking is o.a. te horen op de onlangs in eigen beheer uitgebrachte ep The boiling point. Op deze mini cd van het duo Upstream staan in totaal zes songs die een mooie mix vormen van pop, blues, jazz en country.

Het openingsnummer Good old days is een lekker vrolijk funky nummer met fijn gitaarwerken relaxte zang. Fraai is ook de zang in de met subtiel gitaarwerk voorziene ingetogen jazzy ballad Frozen. Het titelnummer The boiling point is wat steviger. Mooie instrumentatie, een heerlijke gitaarsolo en harmonieuze samenzang. Loose ends is een bluesballad, ondergedompeld in een bad van orgelklanken, wederom uitstekende (vibrerende) zang en een lekkere gitaarsolo. Prachtig afwisselend akoestisch en elektrisch gitaarwerk is te horen in Tuned in. Het slotnummer is het sfeervolle Bumble bees, prachtige instrumentatie en ook vocaal een hoogtepunt.

Conclusie: Het duo Upstream heeft met de ep The boiling point een kwalitatief mooi plaatdebuut gemaakt. Dit smaakt naar meer.

Tracks:

  1. Good old days
  2. Frozen
  3. The boiling point
  4. Loose ends
  5. Tuned in
  6. Bumble bees

Line up:

  • André van Solinge – gitaar, keys, backing vocals
  • Chaja van der Heide – lead- en backing vocals, gitaar (track 6)
  • Erik van der Heide – bas (track 2 en 6)
  • Jan van Gelderen – drums (track 1, 2, 3 en 4)
  • Maarten Kruijswijk – drums (track 2)
  • Louis ter Burg – hammond (track 4), drums (track 5)

 

13aug/180

Polsstokverspringen

Als ik aan polsstokverspringen denk, gaan mijn gedachten automatisch terug naar mijn vroege jeugd. Naar de tijd dat ik met vriendjes de polders rond Benschop introk om eieren te zoeken en om slootje te springen. Met een houten polsstok die normaal dienst deed als vaarboom. En dan maar hopen dat je niet in de sloot viel, want met een nat pak thuis aankomen was vragen om moeilijkheden.

Over polsstokverspringen gesproken, afgelopen zaterdag was ik in Vlist. Op de knusse accommodatie van Polsstokclub de Vlist werd het 56e Hollands Kampioenschap Polsstokverspringen gehouden. Ik was vroeg aanwezig en na een aantal bekenden te hebben begroet zetelde ik me comfortabel in het gras. Na de opening door de voorzitter en het massaal meegezongen Wilhelmus kon de strijd op de drie schansen beginnen. Zorgvuldig werd de lange carbonpolsstok ‘vast’ gezet. Geconcentreerd en enthousiast ‘achterna’ gezeten door de trainer namen de atleten de aanloop op de steiger, werd de polsstok beklommen en geprobeerd over het dode punt heen te komen. Met grazende koeien op de achtergrond, onder Hollandse wolkenluchten en gehinderd door een sterke wind stortte menigeen al dan niet vertwijfeld in het water. Maar voor de meeste springers stond volgens mij het plezier in de sport voorop.

Polsstokverspringen is een mooie sport. Lekker laagdrempelig en heel sportief. En waar wij vroeger al lang blij waren als we een slootje van pakweg drie meter bedwongen, is polsstokverspringen gewoon topsport. Soms ook eenvoudig om oud voetballer Gary Lineker te parafraseren: ‘een wedstrijd duurt vijf sprongen en aan het eind wint Jaco de Groot’. Deze recordhouder werd weer kampioen bij de senioren en gaat nu op 1 september in Burgum de Friezen een poepie laten ruiken om ook Nederlands kampioen te worden.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
8aug/180

Willie Nelson – Last man standing

Willie Hugh Nelson is geboren op 29 april 1933 in Abbott, Texas. Deze in Fort Worth opgegroeide legendarische singer-songwriter vierde onlangs dus zijn 85e verjaardag. Zijn gezondheid laat de laatste tijd wel te wensen over, maar desondanks blijven er met zeer grote regelmaat nieuwe albums verschijnen van de man die sinds 1956 actief is in de muziekbusiness. Vlak voor zijn 85e verjaardag verscheen zijn nieuwe album Last man standing, als opvolger van het vorig jaar verschenen God’s problem child. Op dit nieuwe album staan elf gloednieuwe songs geschreven door Willie Nelson en producer Buddy Cannon, met wie Nelson al heel lang samenwerkt. Nelson weet zich o.a. omringd door uitstekende musici als gitarist James Mitchell, een drietal drummers, drie steelgitaristen, mondharmonicaspeler Mickey Raphael, contrabassist Kevin Grant, keyboardspeler Jim Brown en violiste Alison Krauss.

In het openings- en titelnummer valt meteen de heerlijke contrabas en het lekkere gitaarwerk op. Nelson zingt dat hij niet ‘the last man standing’ wil zijn, maar dat hij dat misschien toch wel zal zijn. In het uptempo Don’t tell Noah zijn de mondharmonica en de piano fraai aanwezig. Bad breath is een pure countryballad met dat typische gitaarspel van Willie. Het tempo gaat weer omhoog in het vrolijke Me and you en de musici halen alles uit de kast in de prachtige ingetogen gezongen ballad Something you got through. Fiddle, steel, mondharmonica, backingvocals en een mooie gitaarsolo bepalen het uptempo Ready to roar. In de ballad Heaven is closed, met weer mooi steelwerk en mondharmonicaspel, besluit Nelson dat, aangezien de hemel gesloten is en de hel overbevolkt is, hij maar blijft waar hij nu is. Lijkt mij een goed idee! In het swingende I ain’t got nothing constateert Willie dat hij een hond heeft, een huis heeft, kortom alles wat een man nodig heeft, maar dat hij eigenlijk toch niets heeft omdat ‘jij’ er niet bent. Kevin Grant is weer op dreef op contrabas in het uptempo She made my day, met ook weer die typische korte gitaarsolo van Willie Nelson. De twee laatste nummers zijn ballads. In de countryballad I’ll try to do better next time bewijst Willie Nelson dat hij op zijn 85e nog steeds over een krachtige stem beschikt, hoewel die stem toch enigszins trilt in de ballad Very far to crawl, waarin de band weer zijn visitekaartje afgeeft.

Conclusie: Hopelijk blijft deze ‘last man standing’ nog even onder ons om de liefhebbers te verrassen met prachtige albums. Last man standing is weer een parel in die ellenlange reeks van albums die hij in zijn lange muziekcarrière het licht heeft doen zien.

Tracks:

  1. Last man standing
  2. Don’t tell Noah
  3. Bad breath
  4. Me and you
  5. Something you got through
  6. Ready to roar
  7. Heaven is closed
  8. I ain’t got nothing
  9. She made my day
  10. I’ll try to do better next time
  11. Very far to crawl

Line-up:

  • Willie Nelson – gitaar, zang
  • James Mitchell – elektrisch gitaar
  • Kevin Grant – contrabas
  • Jim ‘Moose’ Brown – hammond B3, piano, wurlitzer
  • Alison Krauss – backing vocals, fiddle
  • Mickey Raphael – harmonica
  • Eddie Bayers – drums
  • Fred Eltringham – drums, percussie
  • Lonnie Wilson - drums
  • Mike Johnson – steel gitaar
  • Tommy White – steel gitaar
  • John Wesley Ryles – backing vocals
  • Bobby Terry – akoestische gitaar, elektrische gitaar, steel gitaar
  • Buddy Cannon – backing vocals
6aug/180

De zomerhitte

Ik kan normaal gesproken goed tegen de hitte, maar op de een of andere manier komt er de laatste dagen weinig uit mijn handen. Rustig met een goed boek onder een zonnescherm en een aantal parasols in de tuin is het nog het beste uit te houden. Een fietstocht door de polders van het Groene Hart ging nog net omdat ik lekker vroeg was vertrokken. Zelfs het Open Gouds Kampioenschap Petanque afgelopen zondag heb ik aan mij voorbij laten gaan en ook het polsstokverspringen in Linschoten.

Sportief ben ik dus vrijwel alleen passief bezig. Zo links en rechts naar de tv kijken, want het sportaanbod is toch verrassend groot. De Nederlandse hockeydames die wereldkampioen werden in een soort Micky Mouse toernooi. Feyenoord beheerste in Eindhoven het nieuwe ABBA strafschoppensysteem beter dan PSV. Niet iedereen was blij met dit systeem maar ja, the winner takes it all. Het Feyenoordlegioen kon in ieder geval weer een nieuwe held begroeten. Bij het EK langebaan zwemmen in Glasgow worden ook Nederlandse medailles veroverd, ook door Ranomi Kromowidjojo, maar zij lijkt helaas over haar hoogtepunt heen. .

De Nederlandse wielervrouwen, die de hele race hadden gecontroleerd en er van uit gingen dat het podium een grote oranje gloed zou hebben, lieten zich bij het EK in Glasgow de kaas van het brood eten door een Italiaanse veterane. Daar kon zelfs de hoofdschuddende Nederlandse veterane Marianne Vos niets meer aan veranderen.

De Goudse wielrenner Stephen de Vries en zijn piloot Patrick Bos hadden zich van het WK Para-cycling in het Italiaanse Maniago veel meer voorgesteld denk ik. Helaas geen medailles en dat had mede te maken met een paar lekke banden. Wellicht ook last van de zomerhitte?

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties