Gerritschinkel.nl Columns & meer

29jun/180

Buddy Guy – The blues is alive and well

Buddy Guy wordt op 30 juli 1936 geboren in Lettsworth, Louisiana. Begin jaren ’50 begint hij met bandjes op te treden. Muzikaal wordt hij geïnspireerd door Muddy Waters om later in de jaren ’60 zelf een inspiratiebron voor Jimi Hendrix, Stevie Ray Vaughan, Eric Clapton en andere bekende bluesgitaristen uit die jaren te worden. In 1957 verhuist Guy naar Chicago en in 1958 krijgt hij een platencontract. In 2005 wordt hij opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame en in 2014 in de Musicians Hall of Fame.

Buddy Guy hoopt volgende maand zijn 82e verjaardag te vieren, maar aan met pensioen gaan en op zijn lauweren rusten heeft hij een broertje dood. Hij toert en de vijfvoudig winnaar van een Grammy Award, brengt ook steeds weer nieuwe albums uit. Deze maand verscheen The blues is alive and well, als opvolger van zijn veel geprezen album Born to play guitar uit 2015. Het nieuwe album wordt weer geproduceerd door Tom Hambridge, de man waar Guy al jaren mee samenwerkt en van wie deze maand het album The NOLA sessions verscheen. Buddy Guy weet zich op zijn nieuwe album weer omringd door gelouterde musici als bassist Willie Weeks, keyboardspeler Kevin McKendree en gitarist Rob McNelley. Tom Hambridge neemt de drumpartijen voor zijn rekening en verder zijn er gastrollen weggelegd voor o.a. Jeff Beck, Keith Richards en Mick Jagger.

De lome blues A few good years, met typische Buddy Guy gitaarlicks opent het album, waarna het tempo in Guilty as charged flink wordt opgevoerd met piano en een scheurende gitaarsolo. In Cognac, mogen naast Buddy Guy Jeff Beck (‘how ‘bout you Beck’) en Keith Richards (‘come on Keith’) hun gitaristische steentje bijdragen. The Muscle Shoals Horns geven voor het eerst acte de presence in het titelnummer, de heerlijke soulblues The blues is alive and well, naast Buddy’s lyrische gitaarwerk. Bad day is een vette boogie met Emil Justian op mondharmonica en Kevin McKendree op piano en orgel. De jonge Britse singer-songwriter James Bay is te gast op gitaar en zang in de slowblues Blue no more. In Whiskey for sale, spat de funk er van af met Rob McNelley op slide, de Stratocaster van Guy en het prima drumwerk van Hambridge. Mick Jagger moet deze keer zijn mond houden, maar in de lange slowblues You did the crime is hij op mondharmonica op dreef als in zijn jonge jaren. In Old fashioned zijn de blazers weer prominent aanwezig naast Buddy’s vlammende gitaarsolo’s, die ook te horen zijn in When my day comes. Na de fraaie ruim zes minuten durende cover Nine below zero van Sonny Boy Williamson en de stomende boogie Ooh Daddy, zakt het tempo in Somebody up there, maar waarin Buddy Guy maar weer eens zijn niet geringe kwaliteiten toont op zijn Stratocaster. Geweldig is ook zijn gitaarwerk in End of the line, een midtempo blues met ook weer mooi blaaswerk van The Muscle Shoals. Buddy Guy besluit het album in zijn eentje in de countryblues Milking muther for ya. Jammer alleen dat dit nummer nog geen minuut duurt.

Conclusie: The blues is alive and well. Dat geldt niet alleen voor de muziek maar ook voor deze vitale veteraan. Buddy Guy heeft met zijn nieuwste album weer een prima exemplaar aan zijn toch al imposante lijst toegevoegd.

 Tracks:

  1. A few good years
  2. Guilty as charged
  3. Cognac
  4. The blues is alive and well
  5. Bad day
  6. Blue no more
  7. Whiskey for sale
  8. You did the crime
  9. Old fashioned
  10. When my day comes
  11. Nine below zero
  12. Ooh Daddy
  13. Somebody up there
  14. End of the line
  15. Milking muther for ya

Line up:

  • Buddy Guy – elektrische  en akoestische gitaar, zang (all tracks)
  • Tom Hambridge – drums (track 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14,)
  • Rob McNelley – ritme gitaar (track 1, 4, 5, 6, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 14,), slide (track 7, 8,)
  • Kevin McKendree – B 3 (track 1, 4, 5, 6, 7, 9, 12, ), piano (track 2, 3, 5, 6, 8, 11, 12, 13, 14), wurlitzer (track 4, 10), mellotron (track 4), clavinet (track 7)
  • Willie Weeks – bas (track 1, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14)
  • Jeff Beck – gitaar (track 3)
  • Keith Richards – gitaar (track 3)
  • Charles Rose – trombone (track 4, 9, 14)
  • Steve Herrman – trompet (track 4, 9, 14)
  • Doug Moffet – tenor sax (track 4, 9, 14)
  • Jim Hoke – bariton sax (track 4, 9, 14)
  • Emil Justian – mondharmonica (track 5)
  • James Bay – gitaar, zang (track 6)
  • Tommy McDonald – bas (track 6)
  • Regina McCrary – backing vocals (track 7)
  • Ann McCrary – backing vocals (track 7)
  • Rachel Hambridge – backing vocals (track 7)
  • Mick Jagger – mondharmonica (track 8)

 

 

28jun/180

Gretchen Peters – Dancing with the beast

De Amerikaanse singer-songwriter Gretchen Peters wordt op 14 november 1957 geboren in Bronxville (New York). Zij groeit op in Boulder (Colorado) en verhuist eind jaren ’80 naar Nashville (Tennessee). In Tennessee begint ze met het schrijven van songs voor o.a. Etta James, Trisha Yearwood, Patty Loveless, George Strait en Neil Diamond. In de jaren ‘90 wordt Peters twee keer genomineerd voor een Grammy Award en een keer voor een Golden Globe. Op 5 oktober 2014 wordt ze opgenomen in The Nashville Songwriters Hall of Fame. In 1996 verschijnt haar eerste album The secret of life.

Vorige maand kwam Dancing with the beast uit, het nieuwe album van Gretchen Peters, de opvolger van het in 2015 verschenen en veel geprezen Blackbirds. Het nieuwe album wordt net als het vorige weer samen geproduceerd met Doug Lancio en Barry Walsh.

In het openingsnummer Arguing with ghosts, waarin ze terug kijkt op een aantal gebeurtenissen, is meteen al de mooie ingetogen zang van Gretchen Peters te horen. Iets meer tempo is daarna Wichita, met staande bas, akoestische gitaren en een fraaie dobro. De hemelse zang van Peters voert de boventoon in het prachtige The boy from Rye, een song vol zomerromantiek met de mooie eindstrofe ‘I lost you – you lost me, so long ago we barely can remember, and the boy from Rye took the train back home and the world moved on into September. In het swampy Disappearing act verzorgt Lisa Oliver-Gray de backing vocals en zijn de begeleiders, zoals in alle songs trouwens, sterk op dreef. Lowlands met enigszins depressieve tekst, trakteert weer op schitterende zang en verder een gruizige gitaar en banjo. Na The show, met tinkelende piano en Wil Kimbrough op charango, de titelsong, het meeslepende Dancing with the beast, met de subtiele begeleiders die zich aan het eind van het nummer nadrukkelijker manifesteren. In de pianoballad Truckstop angel wordt een ode gebracht aan de ‘gevallen engelen’. Say grace is ook een zeer fraaie ballad met Jerry Douglas op dobro. Douglas geeft ook in Lay low een dobrosolo ten beste, met weer een vocale topprestatie van Peters eindigend met de poëtische strofe ‘I think I need to lay low for awhile, stare at the Gulf of Mexico for awhile’, think I need to let it go for awhile, I think I need to lay low’. Het album sluit af met Love that makes a cup of tea, een ingetogen luisterliedje met alleen zang en akoestische gitaar van Peters en het pump organ van Barry Walsh.

Conclusie: Blackbirds leek niet te overtreffen, maar wij mij betreft heeft Gretchen Peters dat met dit schitterende nieuwe album toch gedaan. Een absolute topzangeres.

Tracks:

  1. Arguing with ghosts
  2. Wichita
  3. The boy from Rye
  4. Disappearing act
  5. Lowlands
  6. The show
  7. Dancing with the beast
  8. Truckstop angel
  9. Say grace
  10. Lay low
  11. Love that makes a cup of tea

Line-up:

  • Gretchen Peters – zang (alle tracks), akoestische gitaar (track 1,2,3,6,9,10,11)
  • Doug Lancio – synthesizer (track 1,2,5,6,7) elektrische gitaar (track 1,3,4,5,6,7,9,10), akoestische gitaar (track 1), 10-string gitaar (track 2,4,5,7,8,9), banjo (track 5 ), pump organ (track 7)backing vocals (track 1,4)
  • Barry Walsh – piano (track 1,2,4,5,6,7,8,9,10), Fender Rhodes (track 6,8), Hammond B3 (track 2,4,5,7,8,9,10), wurlitzer (track 4), pump organ (track 11), backing vocals (track 2)
  • Will Kimbrough – elektrische gitaar (track 1,2,3,7,8,9), mandola (track 4), 12-string gitaar (track 5), charango (track 6)
  • Dave Roe – bas (track 1,3,4,5,6,7,8,10), staande bas (track 2,9)
  • John Gardner – drums, percussie (track 1,2,3,4,5,6,7,8,9)
  • Jerry Douglas – dobro (track 2,9,10)
  • Lisa Oliver-Gray – backing vocals (track 4)
  • Matthew Ryan – backing vocals (track 5)’
  • Kim Richey – backing vocals (track 7,9)
25jun/180

Verbraak en Van Bijnen – Endless road

Joost Verbraak studeert in 2005 af als docent muziek aan het Conservatorium in Rotterdam. Daarna volgt hij nog een hoofdvakstudie trompet bij Eric Vloeimans. De Roosendaalse multi-instrumentalist Verbraak is actief in verschillende bands zoals bij Ralph de Jongh, The Streetbeat Empire, Point Quiet, Flits! en Trumbass.

Net als Joost Verbraak heeft ook Jan van Bijnen gestudeerd aan het Conservatorium in Rotterdam. Naast zijn baan als docent aan de Muziekschool in Krimpen aan den IJssel is hij als multi-instrumentalist actief. Hij speelt net als Verbraak in tal van bands, zoals b.v. in de band van Freek de Jonge, de 50’s act Lazy J et son Orchestre en als slidegitarist in de band van de Berlijnse singer-songwriter Sonja Markowski. Het muzikale hart van van Bijnen ligt bij americana en bluegrass.

Op muzikaal gebied hebben Joost Verbraak en Jan van Bijnen elkaar ook gevonden en vormen ze sinds een paar jaar een nieuw duo. Deze samenwerking resulteerde vorig jaar oktober in hun zeer geslaagde debuutalbum 2nd Line city.

Deze maand kwam hun tweede album uit. Op dit album, Endless road, staat louter eigen werk. Op deze elf nieuwe songs bespelen Verbraak en Van Bijnen alle instrumenten zelf en hebben zij het album ook zelf, samen met Koert van den Bosch, geproduceerd.

Het openingsnummer In this bordertown is een prachtige rustige mooi gezongen en fraai geïnstrumenteerde song. In het opwindende So he grabbed his bag gaat het tempo omhoog en is voor het eerst (en niet voor het laatst) de ‘brommende’ sousafoon te horen. Na Walk on is het tijd voor het titelnummer, de prachtige ‘slepende’ instrumental Endless road, met fantastische trompetsolo’s. Vervolgens wordt in Levon een mooie ode gebracht aan Levon Helm, de Amerikaanse drummer, multi-instrumentalist en zanger van The Band. De ‘lopende’ bas is zeer prominent aanwezig in Victoria. No is een mooie song die je met de blazers, de ‘hoppende’ sousafoon, de Johnny Cash achtige boom chica boom elementen in feestelijke sferen brengt. Vrolijkheid is ook troef in Stringhorn met de gruizige zang van van Bijnen. Helemaal in de New Orleans sferen kom je in One hand in my pocket, waarbij Joost Verbraak de leadvocals voor zijn rekening neemt. Dress up Marcelia is een mooie countryblues. Apart, maar zeer fraai, is het slotnummer Hand in mine, waarin Van Bijnen als een crooner aan het werk is, naast de rustige gitaarakkoorden en de prachtige trompetsolo.

Conclusie:  In mijn recensie vorig jaar van hun debuutalbum 2nd Line city sprak ik de hoop uit dat hun muzikale samenwerking zou worden voortgezet. Gelukkig hebben ze dat gedaan want ook hun 2e album Endless road is weer een feest voor het oor.

Tracks:

  1. In this bordertown
  2. So he grabbed his bags
  3. Walk on
  4. Endless road
  5. Levon
  6. Victoria
  7. No
  8. Stringhorn
  9. One hand in my pocket
  10. Dress up Marcelia
  11. Hand in mine

Line up:

  • Jan van Bijnen – zang, banjo, dobro, gitaar, bas, mandoline, accordeon, keys, snaredrum
  • Joost Verbraak – sousafoon, trompet, trombone, French horn, basdrum, hihat, keys, accordeon, backing vocals
25jun/180

Het WK voetbal

De straten in Gouda zijn niet van kleur verschoten en we worden ook niet geterroriseerd door allerlei oranje prullaria, maar het WK voetbal is toch in volle gang. President Poetin beleeft zittend op de voorste rij naast andere bobo’s zijn finest hour. En ondanks een schorsing van 6 jaar loopt Sepp Blatter (‘Ik ben held voor dit evenement’)gewoon als speciale gast van Poetin rond. Hoe noem je zoiets?

Ik heb de meeste wedstrijden tot nu toe gezien, maar om nu te zeggen dat ik in opperste opwinding verkeer, nee. Uitzonderingen daargelaten natuurlijk, want het is niet allemaal kommer en kwel, hoewel sommige reputaties nu al dreigen te sneuvelen. Ik hoop dat de slagers van Argentinië er snel uit liggen en dat aan de vallende ziekte van Neymar ook snel een einde komt. Wat een aansteller. Overdreven enthousiasme is er bij de Belgen en sinds zondag ook bij de Engelsen. Die Mannschaft verrichte een wonder maar dat kon niet iedereen waarderen. Ik blijf het trouwens vreemd vinden dat zoveel mensen blijkbaar nog een hekel hebben aan de Duitsers, terwijl ze toch eigenlijk het beste voetbal spelen. Maar iedereen heeft recht op zijn mening. En over de inzet van de videoref zijn de meningen uiteraard ook weer verdeeld.

In het voetballoze Nederland zit de KNVB niet stil want zij wil de 4e klas zondag in West 2 opheffen en heeft plannen voor een alternatieve competitieopzet. Dat er iets moet gebeuren is een feit. De vraag is nu hoe de huidige 3e en 4e klassers reageren. Ze kunnen tot a.s. vrijdag 17.00 uur hun stem uitbrengen. En op maandag 2 juli wordt bekend hoe de nieuwe competitie er in september uit gaat zien. Ik ben benieuwd.

Gearchiveerd onder: Geen categorie Geen reacties
21jun/180

Tom Hambridge – The NOLA sessions

De Amerikaanse songwriter, zanger, drummer en producer Tom Hambridge (20 december 1960 Buffalo, New York) heeft zijn sporen meer dan verdiend in de muziekbusiness. Hij begint op zijn 5e jaar met drummen en na zijn afstuderen in 1983 werkt hij een aantal jaren samen met Roy Buchanan. De lijst van artiesten waar hij in de loop van de jaren daarna mee heeft samengewerkt en platen heeft opgenomen is bijna onuitputtelijk. Gary Clark jr. Eric Clapton, Van Morrison, B.B. King, Greg Allman, Keith Richards, Jeff Beck, Kid Rock, Johnny Winter, George Thorogood, Susan Tedeschi, Chuck Berry, Boston, Keb’ Mo, Bo Diddley. Kortom, te veel om op te noemen. Musici als Buddy Guy, Lynyrd Skynyrd, ZZ Top, Eric Burdon, James Cotton, Delbert McClinton en Joe Bonamassa hebben composities van Hambridge opgenomen. Daarnaast brengt hij ook eigen albums uit. Zijn solodebuut Still running stamt uit 1996. Hambridge ontvangt meerdere Grammy Awards.

Deze maand verschijnt er een nieuw album van Tom Hambridge, The NOLA sessions. Op dit album, dat helemaal in het teken staat van de schoonheid van New Orleans, heeft Hambridge een groot aantal talentvolle lokale musici uit The Big Easy (New Orleans) om zich heen verzameld.

In het openingsnummer, de zacht swingende slowblues Blues been mighty good to me, is pianist en zanger Allen Toussaint te horen met een van laatste studio-opnamen voordat hij in november 2015 overleed. Na de bluestamper Bluz crazy, met flonkerend pianospel van Kevin McKendree, is in the swampblues This end of the road voor het eerst de vette slide van Sonny Landreth te horen. De typische New Orleans sound is te horen in I love everything, met piano, orgel, de blazers van The Naughty Horns en de backing vocals van Sara en Rachel Hambridge. In het schitterende What you leave behind, met weer The Naughty Horns, is een fraaie gastrol weggelegd voor Ivan Neville op zijn B3 orgel. Landreth rockt er vervolgens in Little things weer fel op los. Het samen met Gary Nicholson geschreven Whiskey ghost is een enigszins duister nummer met alleen drums, zang, gitaar en bas. Samen met voormalig lid van Derek & The Dominos Bobby Whitlock schreef Hambridge Save me. De fraaie blazerssectie, de piano van David Torkanowski en de backingvocals van The McCray Sisters geven een gospelachtige tint aan dit lekkere uptempo nummer. In A couple drops is Ivan Neville weer van de partij en gaan gitaristen Shane Theriot en Rob McNelley felle gitaarduels aan. Na het ingetogen Masterpiece, voert Sonny Landreth het tempo weer fel op in Me and Charlie, een nummer dat opgedragen is aan Charlie McPherson, de buschauffeur van Buddy Guy. Trying to find it is een countryballad die Hambridge samen schreef met countryzanger Jeffrey Steele. Het album eindigt met Faith, met soulvolle zang van Hambridge, een zeer fraaie cellopartij van Nathaniel Smith en mooi akoestisch gitaarwerk van John Fohl, voormalig gitarist van Lower 911, de band van Dr. John.

Conclusie: Zeer mooi album.

Tracks:

  1. Blues been mighty good to me
  2. Bluz crazy
  3. This end of the road
  4. I love everything
  5. What you leave behind
  6. Little things
  7. Whiskey ghost
  8. Save me
  9. A couple drops
  10. Masterpiece
  11. Me and Charlie
  12. Trying to find it
  13. Faith

Line up:

  • Tom Hambridge – drums, zang (alle tracks)
  • Allen Toussaint – piano, zang (track 1)
  • Max Moran – staande bas (track 1)
  • Wendy Moten – backing vocals (track 1)
  • John Fohl – elektrische gitaar (track 2,12), akoestische gitaar (track 12,13)
  • Tommy MacDonald – bas (track 2,3,6,7,11,12,13)
  • Kevin McKendree – piano (track 2,12), B-3 (track 4,8,12)
  • Sonny Landreth – slydeco, elektrische gitaar (track 3,6,7,11)
  • Shane Theriot – elektrische gitaar (track 4,5,8,9,10) akoestische gitaar (track 5)
  • Calvin Turner jr. – bas (track 4,5,8,9,10)
  • David Torkanowski – piano (track 4,8,10)
  • Sara and Rachel Hambridge – backing vocals (track 4)
  • The Naughty Horns: John Culbreth: Trumpet, Ian Bowman: Tenor Sax, Nick Ellman: Baritone Sax (track 4,5,8)
  • Ivan Neville – B3 (track 5,9)
  • Rob McNelley – elektrische gitaar (track 5,9,10,12)
  • Nathaniel Smith – cello (track 5,10,12,13)
  • Regina, Ann, Alfreda, Deborah McCrary – backing vocals (track 8)

 

18jun/180

Elliott and the Audio Kings – Long live the king

Elliott and the Audio Kings komen uit de omgeving van Kitchener en Waterloo, Ontario. De band bestaat uit zanger-gitarist-mondharmonicaspeler Mike Elliott, drummer Jonny Sauder en bassist Scott Fitzpatrick. Het muzikale spectrum van dit pas enkele jaren bestaande Canadese trio strekt zich uit van blues, boogie, bluegrass tot rockabilly swing en old-school rock & roll. Kortom, Elliott and the Audio Kings zijn muzikaal van vele markten thuis. In 2016 verschijnt hun titelloze debuutalbum.

Deze maand is hun nieuwe album Long live the king uitgekomen, een album met 12 nieuwe songs waarbij het weer lastig is om stil te blijven zitten. Opwinding is er meteen al met de opener Zim zam zoom, een jumpblues van het zuiverste water. In de midtempo blues All revved up komen bij mij herinneringen aan The Fabulous Thunderbirds boven. Na de rauwe, hoekige blues met gruizig gitaarwerk in Shoulder the weight en Haven’t been kind bewijst de uitmuntende ritmesectie zijn klasse in de instrumentale shuffle Pringles and perrier, waarin Eilliott ook een lange gitaarsolo ten beste geeft. Vet gitaarwerk is ook te horen in Touch of your hand en met een one, two, three, four swingt de band vervolgens de pan uit met Nothin’ pleases you. In de midtempo blues Day drinking trekt Elliott zijn mondharp tevoorschijn en geeft een fraai harpsolo weg. In het slechts twee minuten durende Rich girl kruipt de sound rockabillyachtig weer tegen die van The Fabulous Thunderbirds aan. Het titelnummer Long live the king is rauwe blues met een strakke ritmesectie en een scheurende harpsolo. Onverstoorbaar zijn de staande bas en de strakke drumklappen in de met een felle gitaarsolo versierde midtempo blues Heart attack. Het slotakkoord is de opzwepende instrumental Tin sandwich. Een spetterend einde.

Conclusie:  Het plezier spat van dit album af. Lekkere ongepolijste, no nonsens, recht voor zijn raap muziek. Heerlijk album.

Tracks cd:

  1. Zim zam zoom
  2. All revved up
  3. Shouder the weight
  4. Haven’t been kind
  5. Pringles and perrier
  6. Touch of your hand
  7. Nothin’ pleases you
  8. Day drinking
  9. Rich girl
  10. Long live the king
  11. Heart attack
  12. Tin sandwich

Line up:

  • Mike Elliott – zang, gitaar, mondharmonica
  • Jonny Sauder – drums, percussie, backing vocals
  • Scott Fitzpatrick – staande bas, backing vocals

 

Gearchiveerd onder: Geen categorie Geen reacties
18jun/180

Bodegraven-Reeuwijk

Het voetbalseizoen zit er, op een klein staartje na, nu echt op. Ook voor RVC’33, de sympathieke club uit Reeuwijk-Dorp. Zondagmiddag viel op het dicht bevolkte Sportpark Kaagjesland het doek voor de eersteklasser en daalt men na één jaar weer af naar de 2e klas. Komend seizoen helaas geen blauw-witte mars naar Olympia. Dan maar een blauw-witte mars naar ONA. Iets verder lopen, maar wel een mooi alternatief dacht ik.

Het voetbalseizoen 2017-2018 is voor de Goudse clubs te typeren als matig, maar voor buurgemeente Bodegraven-Reeuwijk is het een rampseizoen geworden Niet voor ESTO, want op de Kievitsheuvel kon de terechte kampioensvlag worden gehesen. Maar voor de andere clubs was het een bedroevend seizoen. CVC Reeuwijk deed nog dappere pogingen om aan degradatie te ontsnappen, maar helaas. Terug naar de 3e klas. Voor WDS uit Driebruggen viel het doek al een aantal weken voor het einde van de competitie. In het nieuwe seizoen dan maar weer naar Rohda ’76, dat met de nacompetitiefinish in zicht de eigen glazen ingooide.

Bij VV Bodegraven was het voor trainer Willem Dekker elke week weer een zoektocht om elf man bij elkaar te harken. Toen de vereniging enkele maanden geleden besloot om zoals vele andere verenigingen over te stappen naar prestatievoetbal op zaterdag, strompelde het team helemaal zieltogend naar de finish. Degradatie bleef uit omdat Gouderak zo vriendelijk was nog slechter te presteren. Ik ben zeer benieuwd naar het nieuwe voetbalseizoen en of de sombere geluiden die ik links en rechts hoor niet bewaarheid worden. Hopelijk is de teleurstelling en de vlucht naar elders van veel spelers niet het begin van het einde van de club die op 1 april 2020 haar 100e verjaardag hoopt te vieren.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
15jun/180

The Delta Saints – Live from the AB

Een ontmoeting tussen Ben Ringel en David Supica op de Belmont University in Nashville, Tennesse, leidt in 2007 tot de oprichting van The Delta Saints. De eerste bezetting bestaat naast Ringel (zang, gitaar) en Supica (bas) uit gitarist Matt Bray, drummer Ben Azzi en mondharmonicaspeler Greg Hommert. De band brengt in 2009 hun eerste ep Pray on uit, in 2010 gevolgd door de ep A bird called Angola. De Delta Saints gaan daarna toeren door Noord Amerika en Europa. In 2011 verschijnt alleen in Europa het album The Delta Saints, een album met de twee ep’s uit 2009 en 2010. Het eerste studioalbum Death Letter Jubilee komt in 2013 op de markt. De band heeft inmiddels veel fans in Europa. In 2014 komen er een paar mutaties in de band. Mondharmonicaspeler Greg Hommert vertrekt en keyboardspeler Nate Kremer is nieuw. Door het vertrek van Hommert en de komst van Kremer verandert de sound van The Delta Saints ook en dat is te horen is op hun tweede studioalbum Bones uit 2015. Op dit album is ook voor het eerst de nieuwe drummer Vincent Williams te horen.

Op 1 april 2017 geven The Delta Saints een concert in de Brusselse muziektempel Ancienne Belgique, tegenwoordig gewoon AB geheten. Opnamen van dit concert verschenen vorige maand op het album Live from the AB. In het openingsnummer Cigarette is meteen te horen dat er met de komst van keyboardspeler Nate Kremer ook live een iets andere muzikale richting is ingeslagen dan die we van hun beginperiode gewend waren. De ritmesectie is onverminderd strak en met name de bastonen in Bones zijn heerlijk. Na het psychedelische Berlin, rockt de band er met snijdend gitaarwerk van Fitch fel op los in Are you. In de melodieuze aan ZZ Top denkende uptempo rocker California bewijst Ben Ringel over een uitstekende stem te beschikken. En dat is ook het geval in de bijna 10 minuten durende ballad Pray on, met fraaie hoogstandjes van Nate Kremer en van Dylan Fitch op gitaar. In het fraai gezongen Spaceman wordt een ode gebracht aan David Bowie. Sometimes I worry is een ballad met een rockend einde. Een hoofdrol is in het stevige Heavy hammer vooral weggelegd voor David Supica met zijn fraaie basspel en Nat Kremer op keys, die ook op de ballad Dust een hoofdrol voor zich op eist. Bijna 12 minuten duurt Drink it slow, een nummer met een lange bassolo, een funky gitaarsolo en ook weer met een grote inbreng van Kremer. Na het funky Be with you (burning wheels), wordt er in Bird called Angola weer volop gesoleerd door de bandleden, inclusief de drumsolo van Williams. Na de blues Butte la rose wordt het album funky afgesloten met Death letter jubilee, waarbij iedere bandlid weer zijn kwaliteiten laat horen.        

Conclusie: Ondanks de iets andere richting die de band de laatste jaren is ingeslagen, ik zit misschien nog iets te veel bij hun beginperiode, blijven The Delta Saints prima muziek maken. Het bewijs is met het album Live from AB weer geleverd.

Tracks cd:

  1. Cigarette
  2. Bones
  3. Berlin
  4. Are you
  5. California
  6. Pray on
  7. Spaceman
  8. Sometimes I worry
  9. Heavy hammer
  10. Dust
  11. Drink it slow
  12. Be with you (burning wheels)
  13. Bird called Angola
  14. Butte la rose
  15. Death letter jubilee

Line-up:

  • Dylan Fitch – lead gitaar
  • Ben Ringel – zang, gitaar
  • David Supica – bas
  • Vincent ‘Footz’ Williams – drums
  • Nate Kremer – piano, keyboards, zang

 

11jun/180

Super Mario

Vorige week dinsdag was ik in het Huis van de Stad voor de uitreiking van de Goudse Sportpenning. Op zich is dat niet zo bijzonder, want die sportpenningen worden al sinds 2007 uitgereikt aan Goudse sporters of sportploegen die tijdens een NK, EK of WK de eerste plaats hebben behaald. En dat zijn er de laatste jaren nogal wat geweest.

Maar toch was er sprake van een bijzondere bijeenkomst want de sportpenning werd nu uitgereikt aan een bijzondere Goudse sportman. Veel Gouwenaars kennen hem misschien niet eens, maar in Japan hoef je maar drie namen te noemen en de mensen spitsen hun oren. Johan Cruijff en Anton Geesink zijn daar nog steeds wereldberoemd, ook al zijn ze al jaren dood. Maar er is nog iemand voor wie daar, en niet alleen in Japan, nog steeds alle deuren open gaan en over wie met veel ontzag wordt gesproken, Mario den Edel, de grote innovator van het internationale jiu jitsu. En sinds kort de enige sportman in de wereld die een 10e dan in de jiu jitsu sport heeft.

Er moesten naar ik heb begrepen heel wat registers worden opengetrokken om hem voor te dragen, maar uiteindelijk is het gelukt. Mario den Edel ademt nog dag en nacht jiu jitsu en hij ziet nog steeds verbetermogelijkheden. Daarom is het zeer terecht dat hij de Goudse Sportpenning heeft gekregen. Een pionier in een kleine sport die best wat meer publiciteit mag hebben.

Mario den Edel is nu hopelijk ook wereldberoemd in Gouda, maar zal wel met beide benen op de grond moeten blijven staan, want volgens zijn vrouw mag voor hem in het buitenland dan wel de rode loper worden uitgelegd, thuis moet hij gewoon stofzuigen.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
10jun/180

Ry Cooder – The prodigal son

Ryland Peter (Ry) Cooder (Los Angeles, 15 maart 1947), wie kent hem niet. Deze Amerikaanse meestergitarist is al meer dan een halve eeuw actief in de muziek. Zo werkte hij b.v. samen met Captain Beefheart, The Rolling Stones, Van Morrison, Neil Young, The Dooby Brothers, de Malinese gitarist Ali Farka Touré, Taj Mahal en de Cubaanse muzikanten van The Buena Vista Social Club. Bekend is hij ook vanwege zijn talloze film-soundtracks, waarvan Paris, Texas, de film van Wim Wenders uit 1984, wellicht het meest tot de verbeelding spreekt. In 1970 komt zijn debuutalbum Ry Cooder uit. Cooder is als het ware een muzikale wereldreiziger want op zijn albums horen we de meest uiteenlopende muziekstijlen.

Enkele weken geleden verscheen The prodigal son, het nieuwste studioalbum van Ry Cooder, als opvolger van Election special uit 2012. Op dit nieuwe album, geproduceerd door Ry Cooder en zijn zoon Joachim, staan elf tracks, waarvan er drie door Cooder zelf zijn geschreven.

Het album opent met de melodieuze gospel Straight street van The Pilgrim Brothers uit de laat 40’er begin 50’er jaren. Mooie ingetogen zang. De zeer herkenbare Coorder stijl is te horen in het door hemzelf geschreven Shrinking man, waarin hij weer een zijn status als multi-instrumentalist bevestigt. Samen met zoon Joachim schreef Cooder Gentrification, een song met fraai akoestisch en elektrisch gitaarwerk. Schitterend is Blind Willie Johnson’s gospel Everybody ought to treat a stranger right. Een fraaie slide, mooi drumwerk en heerlijke backingvocals. Na het titelnummer, de traditional The prodigal son, een uptempo countryblues, komt de tweede cover van Blind Willie Johnson, het ook door veel anderen (o.a. Pops Staples, Nina Simone, Sister Rosetta Tharpe, Ben Harper en Tom Jones) opgenomen Nobody’s fault but mine. Met zijn ‘bibberende’ zang, de korte gitaarakkoorden en de sobere begeleiding maakt Cooder van deze gospel uit 1927 een zeer indrukwekkende versie. Op You must unload van Blind Alfred Reed uit 1927 zingt Cooder weer ingetogen en is er verder fraai basspel van Robert Frances Commagere. Mooi is ook de bijdrage van violiste Aubrey Haynie. Cooder toont zijn klasse op banjo en mandoline in Blind Roosevelt Graves’ I’ll be rested when the roll is called. Van The Stanley Brothers is Harbor of love. Een mooie versie, met fragiele zang van Cooder en een fraaie slide. Na het epische zelf geschreven Jesus and Woody, is het slotakkoord William Dawson’s In his care. Een uptempo gospel, heerlijke lapsteel en backingvocals.  

Conclusie: Het was het wachten waard, want na zes jaar heeft Ry Cooder met The prodigal son weer een meesterwerk afgeleverd. Het zoveelste van een bevlogen muzikant.

Tracks cd:

  1. Straight street
  2. Shrinking man
  3. Gentrification
  4. Everybody ought to treat a stranger right
  5. The prodigal son
  6. Nobody’s fault but mine
  7. You must unload
  8. I’ll be rested when the roll is called
  9. Harbor of love
  10. Jesus and Woody
  11. In his care

Line-up:

  • Ry Cooder – gitaar, banjo, mandoline, zang, bas, keyboards
  • Joachim Cooder- drums, percussie
  • Robert Frances Commagere – bas (track 7)
  • Aubrey Haynie – viool (track 7)
  • Terry Evans, Arnold McCuller, Bobby King – backingvocals