Gerritschinkel.nl Columns & meer

8apr/180

Daar is de lente

Het liedje ‘Het is altijd lente in de ogen van de tandartsassistente’ van Peter de Koning bleef gisteren maar door mijn hoofd spoken. Guus Meeuwis heeft het ongetwijfeld ook gezongen. Wat een beetje zonneschijn al niet met mensen kan doen. Vrolijke gezichten alom. Vergeten zijn de koude en regenachtige dagen. Ik zat een paar weken geleden kleumend op de tribune verslag te doen van de voetbalwedstrijd Bodegraven – NOC Kralingen. Behalve de bittere kou, was de wedstrijd ook niet om warm van te worden.

Maar gisteren was alles anders.  Het Groenhovenpark was in lentesfeer. Het terras voor de kantine was in bezit genomen door zonaanbidders. De spelers van SV Gouda waren zich desondanks aan het warm lopen want er stond het nodige op het spel. Het team van trainer Jerry de Groot zit in een flow om het zomaar te zeggen. Er worden nu, zoals vorige week tegen Swift Boys, ook slechte wedstrijden gewonnen. Men gelooft weer in de nacompetitie.

Gisteren kwam FC IJsselmonde naar het Groenhovenpark. De ongeslagen koploper uit Rotterdam Zuid. Onder het motto ‘iedere keer komt de eerste nederlaag dichterbij’ ging Gouda er fris tegenaan. En of het nu de lentekriebels waren of niet, maar Gouda presteerde het om de koploper te vloeren. Oké, er kwam in de eerste helft wel wat geluk aan te pas, maar zonder geluk vaart niemand wel. ‘Geluk moet je ook afdwingen’ hoor ik trainers dan zeggen, maar dat is psychologie van de koude grond.

Nu maakt één zwaluw nog geen lente, maar het geloof in eigen kunnen is bij Gouda weer helemaal terug. Je ziet het bij De Jodan Boys, dat twee weken geleden ook een koploper vloerde, maar gisteren met de staart tussen de benen afdroop en het thuispubliek figuurlijk in de kou liet staan. Maar misschien putten ONA en vooral DONK naar hun minder prettige paasdagen vandaag ook hoop uit de zonnestralen. Afijn, als u dit hoort, weet u het als het goed is.

Gearchiveerd onder: Columns, Gouwestad Sport Geen reacties
2apr/180

Zoete herinneringen

Het is maandagmorgen 2e Paasdag. Ik heb net een eenvoudig ontbijtje achter de kiezen en zet me achter de computer om een nieuwe column te schrijven. In Vlaanderen zijn ze nog aan het bijkomen van de Ronde van Vlaanderen. Het is voor de Vlamingen even slikken dat de Hollanders hun jaarlijkse wielerhoogmis hebben gedomineerd. En de Reeuwijkse blauw-witte invasiemacht is inmiddels weer veilig vanuit Gouda naar Reeuwijk-dorp teruggekeerd.

Mijn gedachten dwalen af naar het verleden. ONA zit op dit moment sportief in een dipje en een 3e opeenvolgend kampioenschap lijkt er na de 3-3 van zondag niet in te zitten. Ik heb de laatste weken de geschiedenis van de bijna 100 jarige club uit Korte Akkeren doorgenomen en dan komen veel zoete herinneringen boven. Wedstrijden tegen Ajax, Feyenoord, Napoli en als klap op de vuurpijl de wedstrijd tegen het Ajax van 1971 om de Dick van Dijk Memoriaal. De slaloms van Johan Cruijff, de schaar van Piet Keizer, het fanatisme van Sjaak Swart, de onverzettelijkheid van Barry Hulshof, allemaal te bewonderen aan de Walvisstraat op 12 oktober 1997.

Maar dan het Goudse tafeltennis. De dames van Vriendenschaar dromen al van de eredivisie, maar dan moet in ieder geval eerst met naaste concurrent Avanti a.s. zaterdag worden afgerekend en daarna ook nog met Disnierats en SVE. Wordt 21 april historie geschreven?

Ik dwaalde even af naar het jaarlijkse tafeltennistoernooi om de Dirk Nobel Cup bij het helaas ter ziele gegane ILAC. ILAC, de club waar, als je Ragunath riep, veel tafeltennissers je vragend aankeken. Welke Ragunath bedoel je? En Vriendenschaar, de club van Ton de Gruijl, een van de grootste tafeltennissers die Gouda ooit heeft gehad.

En nu is het tijd voor een laatste paaseitje.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties