Gerritschinkel.nl Columns & meer

25dec/170

Dede Priest, Johnny Clark & The Outlaws – Flowers under the bridge

Dede Priest groeit op in Dallas, Texas. Ze is al heel jong geïnteresseerd in muziek, neemt zangles en studeert ook gitaar en viool. Ze verhuist naar Austin, Texas, waar ze filosofie gaat studeren aan de Universiteit van Texas. Maar de muziek blijft trekken en ze wordt professioneel muzikant met een voorliefde voor blues, gospel, en soul. Dede wordt The Modern Day Blues Queen genoemd en staat in het voorprogramma van o.a. Clarence Gatemouth Brown, Leon Russell en Harry Belafonte. In 2007 verschijnt haar eerste album Candy moon. Van 2013 tot 2015 zingt en speelt zij bij Tangled Eye waarmee ze ook twee albums opneemt.

Johnny Clark wordt op 23 januari 1968 als Hans Klerken geboren in Tegelen. Van jongs af aan is deze Limburger gefascineerd door de gitaar. Hij luistert eerst naar country en The Shadows, maar komt daarna in aanraking met de rock ‘n ‘ roll van bands als Normaal, Iron Maiden, AC/DC en Metallica. Maar nadat hij zelf een gitaar had gekocht verandert zijn muzieksmaak meer richting de bluesrock en de blues. In 1994 formeert hij zijn eerste bandje The Bullfrog Bluesmachine. In 2007 richt hij Johnny Clark & The Outlaws op, een trio met bassist Ray Oostenrijk en drummer Leon Toonen. Hun eerste album Two tears in a bucket ziet in 2009 het licht. In 2015 begint Johnny Clark ook samen te werken met Dede Priest.

Een van de resultaten van de samenwerking van Johnny Clark en Dede Priest is het album Flowers under the bridge, dat deze maand verscheen. You are love, het openingsnummer begint met een paar ferme klappen op de drums, gevolgd door aan Stevie Ray Vaughan denkende gitaarrifs en de soulvolle zang van Dede Priest. Een voodoo chile achtig gitaarintro a la Jimi Hendrix trapt Willie Mae af, een blues over Big Mama Thornton en waar Priest de viool tevoorschijn tovert en we niet voor het eerst de strakke ritmesectie horen. In de lekker lange slowblues What it is ain’t what it ain’t zit weer een fraaie gitaarsolo naast de indringende zang van Priest. In de countryrocker Strawberry party vertoont de stem van Priest sterke overeenkomsten met die van Dolly Parton en pijnigt ze haar viool weer. Snowy mountain is een folky song met een twanging gitaar. Na de blues Won’t last long, met een fijne gitaarsolo, komt Priest met haar viool weer aan haar trekken in het uitbundig gezongen Wanda. Met een vette slide duiken we met Lynched at the crossroad de delta in. De viool van Priest huilt er op los en de ritmesectie is meer dan dienend aanwezig. Clark neemt de vocalen voor zijn rekening in het met een slepende viool versierde Alaska. Wah wah gitaarwerk bepaalt grotendeels, naast de pompende bas, het titelnummer Flowers under the bridge. Na de heerlijke shuffle Helen’s backyard, met wederom fraai gitaarspel, wordt het album afgesloten met Mister don’t lie, een cover van bluesgitarist Luther ‘Snake Boy’ Johnson.

Conclusie: Op deze samenwerking tussen Dede Priest en Johnny Clark & The Outlaws mag het predicaat geslaagd worden geplakt.

Tracks:

  1. You are love
  2. Willie Mae
  3. What it is ain’t what it ain’t
  4. Strawberry party
  5. Snowy mountain
  6. Won’t last long
  7. Wanda
  8. Lynched at the crossroad
  9. Alaska
  10. Flowers under the bridge
  11. Helen’s backyard
  12. Mister don’t lie

Line-up:

  • Dede Priest – zang, gitaar, viool
  • Johnny Clark – zang, gitaar
  • Ray Oostenrijk – bas
  • Leon Toonen - drums
18dec/170

Onder de kerstboom

Voor de amateurvoetballers is de winterstop ingegaan. De competitie in de hoofdklasse wordt over een maand weer hervat en de lagere amateurs hebben zelfs nog een weekje langer vakantie. Sommige teams vertrekken naar warme trainingsoorden en anderen, veelal minder draagkrachtigen, blijven dichter bij huis.

Afgaande op de uitslagen van het afgelopen weekend valt er in de winterstop het nodige te bespreken. Jodan Boys kreeg stevig klop van Noordwijk en heeft de aansluiting met de subtop (voorlopig) verloren. Werk aan de winkel voor trainer Dennis van den IJssel tijdens het trainingskamp. Ook trainer Jerry de Groot van Gouda zal onder de kerstboom zijn hersens moeten pijnigen om zijn team weer op het goede spoor te zetten. Na de afgang met 8-1 tegen Bergambacht dreigt promotie anders een utopie te worden.

Olympia verrast mij de laatste tijd wekelijks. Koploper Unitas lijkt onbereikbaar maar de huidige 2e plaats van het team van Tom Rietberg biedt perspectieven. In 2018 weer een zondaghoofdklasser in Gouda?

Promovendus ONA doet het dit seizoen ook verrassend goed. Jammer van die twee zeperds tegen VFC en Antibarbari, anders waren ze zelfs koploper geweest in de 2e klasse, maar dat is scorebordjournalistiek. Toch blijven Theo van Eck en de zijnen voor mij kanshebber voor een 3e achtereenvolgende promotie.

Het huwelijk van DONK en trainer Rob Gieben is voortijdig gestrand en zondag ging ook de titel ‘Herbstmeister’ in rook op. De 2e plaats op de ranglijst biedt uiteraard nog genoeg kansen en interim-trainer Patrick Akerboom weet ongetwijfeld hoe de hazen lopen Het zou niet de eerste keer zijn dat hij met DONK promoveert. Op naar de 2e klasse!

 

Rest mij nog om u heel fijne feestdagen toe te wensen.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
17dec/170

Erwin Java – Keepin’ it real

Erwin Java (Assen 18 juli 1956) is al jaren actief in de Nederlandse muziekscene. Hij studeert Nederlandse Taal en Letteren aan de Rijksuniversiteit Groningen en behaalt in 1991 het diploma docent Lichte Muziek, met als hoofdvak Elektrische Gitaar, op het Conservatorium in Groningen.

Tijdens deze twee studies is Java al actief als professioneel muzikant. Hij speelt in de bands White Honey (1978 – 1981), Herman Broods Wild Romance (1981 – 1982) en in Cuby & The Blizzards ( 1986 - 2011). Java is ook producent en studio- en sessiegitarist voor o.a. Bertus Borgers, Daniel Sahuleka, Kaz Lux en Tineke Schoenmaker. In 2012 richt Erwin Java King of the World op. In 2013 verschijnt Can’t go home, het debuutalbum en daarna brengt de band jaarlijks een nieuw album uit.

In 2017 slaat King of the World een jaartje over met het uitbrengen van een nieuw album. Java besluit daarom een soloalbum op te nemen dat op 1 december jl. verscheen. Op dit album, Keepin’ it real, staan 10 klassieke blues- soul- en jazznummers. Songs die bij Java iets teweeg hebben gebracht tijdens zijn muzikale omzwervingen.

Het openingsnummer is een jazzstandard uit 1925 die door veel artiesten zoals Oscar Peterson, Louis Armstrong, Count Basie, Ray Charles, Django Reinhardt en zelfs Jerry Lee Lewis op de plaat is gezet. Erwin Java tovert Sweet Georgia Brown hier om in een instrumentale bluesstomper. High and lonesome van Jimmy Reed is een slowblues met harmonica, slide en de gedreven zang van Ralph de Jongh. In Don’t give up on me, het titelnummer van het veel geprezen album van Solomon Burke uit 2002, is Tineke Schoenmaker van Barrelhouse verpletterend vocaal aanwezig. Voeg daar die fraaie lyrische gitaarsolo van Java aan toe en je hebt een prachtige soulblues. Jimi Hendrix mag natuurlijk niet ontbreken op het album en van diens Red house van het album Are you experienced uit 1966, maakt Java een midtempo bluesversie. Fel gitaarwerk en wederom indringende zang van Tineke Schoenmaker. I put a spell on you, ooit een grote hit van o.a. Creedence Clearwater Revival, The Alan Price Set en Nina Simone, begint met een vervormd intro door Ralph de Jongh, maar na een ferme klap op de drums door Marcel Wolthof evolueert deze compositie van Screaming Jay Hawkins in een slowblues met halverwege een lange fraaie gitaarsolo van Java die hier op zijn best is. Het geheel wordt ondersteund door een strakke ritmesectie, de uitstekende zang van de Jongh en gelardeerd met fraaie keys. Jimmy Reed is blijkbaar een van de favorieten van Erwin Java, want er volgen nog twee songs van deze Amerikaanse blueszanger en –gitarist. You don’t have to go wordt in de interpretatie van Java een uptempo bluesrocker met een uitbundige Tineke Schoenmaker. Big boss man is gewoon een lekkere blues zoals dat hoort in de traditie van Reed, met uitstekend slidespel, mondharmonica en uitstekende zang van Ralph de Jongh. Een van de hoogtepunten is Ain’t no love in the heart of the city, een song van Bobby Blue Bland van diens onvolprezen album Dreamer uit 1974, dat bij mij nog grijsgedraaid in de platenkast staat. Tineke Schoenmaker is hier weer fantastisch op dreef en Erwin Java’s gitaarspel vertoont duidelijke gelijkenis met dat van B.B. King. De prachtige soulballad! Divin’duck blues van Sleepy John Estes krijgt ook een geheel eigen invulling door Java en de zijnen. Het album begon met een instrumental en het eindigt ook instrumentaal. Ook hier geeft Erwin Java, met sterk aan Roy Buchanan denkend gitaarspel, een geheel eigen interpretatie van Sam Cooke’s hit uit 1963 A change is gonna come. Een prachtig slot!

Conclusie: Na zoveel jaren is bij Erwin Java het heilige vuur nog lang niet geblust. Het album Keepin’ it real is een groots album van een uitstekende gitarist en een stel puike begeleiders, die weten hoe ze grote klassiekers in ere moeten houden.

Tracks:

  1. Sweet Georgia Brown
  2. High and lonesome
  3. Don’t give up on me
  4. Red house
  5. I put a spell on you
  6. You don’t have to go
  7. Big boss man
  8. Ain’t no love in the heart of the city
  9. Divin’ duck blues
  10. A change is gonna come

Line-up:

  • Erwin Java – gitaar
  • Marcel Wolthof – drums, zang
  • Guus Strijbosch - bas
  • Bas Mulder –keyboards, zang
  • Tineke Schoenmaker – zang
  • Ralph de Jongh – zang
  • Tollak Ollestad – harmonica
  • Hennie Dolsma – backing vocals
13dec/170

Tiny Legs Tim – Live at St-Jacobs

Tim De Graeve (1978) groeit op in de Vlaamse Westhoek op een afgelegen boerderij. Op zijn 6e jaar ontdekt hij de platenverzameling van zijn vader die de hele collectie van Bob Dylan en alle grote bluesgoden omvat. Zo wordt zijn liefde voor de blues geboren. Op zijn 15e staat hij voor het eerst op een podium, wordt leraar en in zijn vrije tijd speelt hij in verschillende bandjes. Nadat hij ernstige gezondheidsproblemen heeft overwonnen en in 2008 definitief de ziekenhuisdeuren achter zich dicht slaat blijkt dat de muziek een louterende werking heeft uitgeoefend. De bluesman Tiny Legs Tim is geboren. Sindsdien is Tiny Legs Tim een graag geziene gast op de Belgische podia. In 2010 verschijnt in eigen beheer zijn eerste ep (They say small birds don’t fly too high) en nog geen jaar later zijn debuutalbum One man blues.

Op 16 juli 2016 trad Tiny Legs Tim als hoofdact op tijdens de beroemde Gentse Feesten. Hij gaf met zijn band een ruim 2½ durend concert op het grote podium St Jacobs, nabij het Trefpunt, het hart en de bakermat van de Gentse Feesten. Op 24 november jl. verscheen Live at St-Jacobs, het eerste live album van Tiny Legs Tim, met daarop een greep uit het aantal songs dat hij tijdens dit concert speelde. Het merendeel van de songs is afkomstig van zijn album Stepping up uit 2015.

Met Stepping up, het titelnummer van zijn 3e album gaat Tiny Legs Tim er meteen energiek tegenaan. Swingende deltablues met slide, een solide ritmesectie en flarden mondharmonica. Na de stomende boogie When I fall volgt de strakke midtempo blues Get it back met uitstekend gitaarwerk en een ingetogen mondharmonica. De strakke ritmesectie is uitstekend op dreef in de midtempo blues Heart of the city en in de bluesstomper Can’t win them all trekt Steven Troch zijn mondharmonica bijkans aan flarden. De geest van Muddy Waters waart rond het podium bij de slowblues Big city blues. Een vette slide en een lekkere mondharmonicasolo. Ook in Keep me satisfied zitten duidelijke invloeden van Muddy Waters en laat Tiny Legs Tim horen dat hij goed geluisterd heeft naar diens Rolling’ and tumblin’ en I can’t be satisfied. In Evil toont Tiny Legs Tim weer een uitstekende slidegitarist te zijn. De huilende mondharmoncia en de ritmesectie maken het feest van dit nummer compleet. Het laatste nummer is I got something, een uptempo boogie met een jagende ritmesectie, mondharmonica, gitaar, kortom alles wordt uit de kast gehaald.

Conclusie: Ik had me vorig jaar voorgenomen tijdens mijn vakantie in België naar de Gentse Feesten te gaan, maar het is er helaas niet van gekomen. Helaas zeg ik, want ik besef dat ik veel gemist heb. Te oordelen naar de negen nummers die nu op Live at St-Jacobs zijn uitgebracht moet het optreden van Tiny Legs Tim en zijn band een energiek en swingend feest zijn geweest. Tiny Legs Tim hoort duidelijk hoog in de eredivisie van de Belgische blues thuis.

Tracks:

  1. Stepping up
  2. When I fall
  3. Get it back
  4. Heart of the city
  5. Can’t win them all
  6. Big city blues
  7. Keep me satisfied
  8. Evil
  9. I got something

Line-up:

  • Tiny Legs Tim – gitaar, zang
  • Steven Troch – mondharmonica
  • Frederik van den Berge – drums
  • Karel Algoed – contrabas
11dec/170

Koning Winter regeert

Koning Winter is weer in het land en dat zullen we weten ook. Na wat inleidende beschietingen op vrijdag en zaterdag sloeg hij zondag keihard toe. Al snel daalde er een deken van sneeuw neer en toverde het landschap om tot een magnifiek maagdelijk tafereel. Snowboots en sleden werden uit de kast getrokken en al snel namen sneeuwpoppen bezit van tuinen en parken. Sportwedstrijden werden massaal afgelast, maar de jaarlijkse Open Dag van de Langlaufvereniging Gouda ging gewoon door.

Over gebrek aan sneeuw had Langlaufvereniging Gouda zondag dus niet te klagen. Dat was zaterdag anders want toen regende het. Maar die regen deerde de deelnemers aan het Special Olympics Nationaal Langlauf Evenement niet. Special Olympics is ’s werelds grootste sportorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking en de Langlaufvereniging Gouda had zaterdag een primeur want voor het eerst was langlauf in het programma opgenomen. Deelnemers uit heel Nederland stonden te trappelen om de lange latten onder te binden. Kees Konijn liep enthousiast rond. De Olympische vlam, The Flame of Hope, binnengebracht in een politieauto met loeiende sirene, werd plechtig ontstoken en wethouder Jan Willem van Gelder nam de speciale Olympische eed af. Die eed, ‘Ik ga voor de overwinning, maar door mijn inzet ben ik al winnaar’, dekt helemaal de lading, en schalde luid en duidelijk door het Groenhovenpark. Het feest kon nu eindelijk beginnen.

Terwijl ik dit schrijf kijk ik naar buiten en zie de sneeuw weer neerdwarrelen. Nederland lijkt enigszins ontwricht. Scholen en zwembaden zijn zelfs gesloten. Code oranje is het toverwoord. De grote kersboom staat inmiddels ook weer op de Goudse markt. Ik kijk nu verlangend uit naar de grote schaatsbaan die daar wordt aangelegd. Lang leve Koning Winter!

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
7dec/170

Ralph de Jongh – Slow turtle sundance

Blueszanger, -gitarist en componist Ralph de Jongh is op 31 juli 1975 in Roosendaal geboren. De Jongh is sinds 1990 in de muziek actief. Naast zijn muzikale carrière is hij ook actief als kunstschilder. In 1992 vormt hij zijn eerste band The Blue Band. in 2004 wordt hij ontdekt door Harry Muskee van Cuby and the Blizzards. Muskee is een groot bewonderaar van Ralph de Jongh en hij vraagt hem om in het voorprogramma van diens theatertour 2006 – 2008 te staan. In 2011 wint de Jongh de door de Dutch Blues Foundation georganiseerde Dutch Blues Award voor beste blueszanger.

Het aantal albums en dvd’s die er in de loop der jaren zijn verschenen zijn nauwelijks te tellen. Ralph de Jongh wordt daarom ook niet voor niets wel de hardst werkende muzikant van Nederland genoemd. Het is nauwelijks te bevatten hoe productief deze blueszanger, -gitarist en componist is, want op 9 december a.s. brengt hij maar liefst drie albums tegelijk uit. Twee dubbele livealbums en een nieuw studioalbum, Slow turtle sundance, met 16 nieuwe nummers. Op dit album is Ralph de Jongh zowel solo als met zijn band te horen.

All one, het openingsnummer van Slow turtle dance is lichtelijk psychedelisch en in de subtiele gitaarpartijen zijn invloeden van Pink Floyd te horen. In de vrolijke blues Crazy boys want to sing the blues gaat het tempo omhoog en mag Joost Verbraak op trombone soleren. Na het zeer korte met vette gitaren rockende Whole lotta courage, gaat Ralph fluitend en akoestisch aan de slag in het mooie Sail your ship. De subtiele percussie valt op in de mooi en ingetogen gezongen blues Surrender. Girl is een ontroerend liefdeslied, smachtend gezongen en met een fraaie gitaarsolo. Na het zeer korte Angels weeping, gaat de band er weer flink tegenaan in Heartache man, een nummer met duidelijke Stones invloeden. Fijne gitaarpartijen en tempowisselingen bepalen de titelsong en de soulblues stroomt je tegemoet met blazers en koortjes in Sweet operator. His friends made him smile is weer een mooi akoestisch liedje met prettige backing vocals. Vervolgens prima funky blues met wah wah gitaren in Right here, right now en de Jongh pakt de slide ter hand in Pin-up girl. De blazers pakken weer uit, met o.a. een trombonesolo, in de soulblues Battle against our own light. Diezelfde blazers zijn weer paraat in de lekkere midtempo blues Find your own way Yogi Bear. Met Merry Christmas, een in blues gedrenkt kerstliedje wordt het album besloten.

Conclusie: De productiviteit van Ralph de Jongh heeft absoluut niet geleden onder de kwaliteit. In tegendeel, Ralph de Jongh en zijn band mogen trots zijn op dit nieuwe album. Slow turtle sundance is een uitstekend album.

Tracks:

  1. All one
  2. Crazy boy wants to sing the blues
  3. Whole lotta courage
  4. Sail your ship
  5. Surrender
  6. Girl
  7. Angels weeping
  8. Heartache man
  9. Slow turtle sundance
  10. Sweet operator
  11. His friends made him smile
  12. Right here, right now
  13. Pin-up girl
  14. Battle against our own light
  15. Find your one way Yogi Bear
  16. Merry Christmas

Line-up:

  • Ralph de Jongh – gitaar, zang
  • Arend Bouwmeester – sax, percussie, backing vocals
  • Arie Verhaar – drums, backing vocals
  • Joost Verbraak – trompet, trombone, keys, backing vocals
  • Maarten Ouweneel – gitaren
  • Rogier Hemmes – bas, backing vocals
  • Judith Renkema – contrabas
  • Moon Anderson – backing vocals

 

 

 

7dec/170

Ralph de Jongh – Breathe of live

Blueszanger en –gitarist Ralph de Jongh brengt op 8 december a.s. maar liefst drie nieuwe albums op de markt. Alle drie albums worden op die dag gepresenteerd in Club Dauphine in Amsterdam. Naast zijn studioalbum Slow turtle sundance en het dubbele livealbum Live (zie beide recensies in Bluesmagazine), is dat het dubbele livealbum Breath of live, een samenwerkingsverband met de Poolse violiste Ewa Pepper.

Ewa Pepper wordt als Ewa Górzynska geboren in Wloszczowa. De tegenwoordig in Amsterdam wonende Pepper is een veelzijdige en veelgevraagde violiste. Als zij acht jaar is verruilt zij de piano voor de viool. Pepper studeert cum laude af aan de Chopin School of Music en vervolgt daarna haar muzikale opleiding aan het Cracow Institute of Performing Arts and Media Studies. Ralph en Ewa leren elkaar twee jaar geleden kennen. Haar eerste bijdrage aan het repertoire van de Jongh levert zij op zijn vorig jaar verschenen dubbelalbum Lonesome man/Ocean of love.

Het dubbelalbum Breath of live telt in totaal 17 nummers. De chemie tussen beide musici is meteen al te horen in de ballad A better not a bitter man, het openingsnummer van cd 1. Mooi akoestisch gitaarwerk en fraaie zang afgewisseld met het melancholische vioolspel, dat vervolgens ook in de ballad Spinnin  ‘round is te horen. Na de countryblues Throw out the bottles, is Erna op dreef met haar solo’s in Kneel to your true self. Opzwepend wordt haar vioolspel in het indringend gezongen Misty train en de countryblues Be om daarna in Yogi Bear weer ‘terug te vallen’ op haar ‘slepende’ spel. Na de melodieuze ballad Stars in the sun, waar de Jongh met zijn akoestische spel weer sterk bezig is, wordt cd 1 afgesloten met Goodnight girl, dat na een paar seconden stopt als Ewa eerst en daarna Ralph in lachen uitbarsten, maar waar beiden als ze zijn uitgelachen het mooie rustige liedje afmaken.    

Cd 2 begint met de ruim 11 minuten durende ballad Feel me. Fraai akoestisch gitaarspel, enigszins klagelijke zang en een zeer indrukwekkende lange vioolsolo. Girl, een song van het nieuwe album Slow turtle sundance, is ook live een ontroerend liefdeslied met smachtende zang. Let the tears surface en Misty train zijn rustige akoestische songs en in het intro van Keeper of the key zet Pepper met haar magische viool de toon. Harry is een ruim 10 minuten durende ode aan Harry Muskee, de ontdekker van Ralph de Jongh. Zuid Europees achtig gitaarspel en een ‘huppelende’ viool aan het eind. Pepper is met haar melancholische spel weer in topvorm in Love is not a friend. Het slotnummer Man is een mooi gezongen ballad waarin de fraaie akoestische gitaar van de Jongh weer lyrisch wordt ondersteund door Pepper. De uitspraak van de Jongh over Ewa Pepper ‘When she plays, the world falls silent, salty cheeks remain, is hier zeker op zijn plaats.

Conclusie: Met het dubbelalbum Breath of live bewijst de Jongh dat hij naast de funk, de soul en de bluesrock ook een heel ingetogen kant heeft. Ralph de Jongh en Ewa Pepper hebben samen een passievol album gemaakt, waar je op je gemak goed naar moet luisteren. En doe je dat, dan is het genieten.

Tracks cd 1:

  1. A better not a bitter man
  2. Spinning ‘round
  3. Throw out the bottles
  4. Kneel to your true self
  5. Already there
  6. Be
  7. Yogi Bear
  8. Stars in the sun
  9. Goodnight girl

Tracks cd 2:

  1. Feel me
  2. Girl
  3. Let the tears surface
  4. Keeper of the key
  5. Misty train
  6. Harry
  7. Love is not a friend
  8. Man

 

 

7dec/170

Ralph de Jongh – Live

December 2017 is een feestmaand voor de fans van blueszanger, -gitarist en componist Ralph de Jongh (Roosendaal 31 juli 1975).  De zeer productieve blueszanger, -gitarist en componist, ook wel ‘de hardst werkende muzikant van Nederland’ genoemd brengt op 9 december a.s. maar liefst drie albums tegelijk uit. Het dubbele livealbum Breath of live, een nieuw studioalbum, Slow turtle sundance, (zie recensies in Bluesmagazine) en het dubbele livealbum Live.

Op het dubbele livealbum Live staan 23 nummers, waaronder een aantal zeer lange uitvoeringen. De nummers zijn opgenomen in VANSLAG in Borger (tracks 1 t/m 5 cd 1), PinXter Festival in Roosendaal (track 6 cd 1) en in de Westerliefde in Amsterdam (overige tracks cd 1 en cd 2).

Cd 1 begint met de prachtig gezongen slowblues Still a fool. Scherpe gitaarsolo’s en blazers maken een feest van de funky soulblues Shout myself. Last goodbye is een lang uitgesponnen song van bijna een kwartier, met een groovy ritmesectie, een saxsolo en lange (wah wah) gitaarsolo’s. De blazers mogen vervolgens, naast het lekkere gitaarwerk van Maarten Ouweneel en de strakke ritmesectie, volop soleren in het funky Worm. Na de stevige bluesrocker Highway man met felle gitaarsolo’s, weer een lange slowblues (SBR) met aan Peter Green van Fleetwood Mac verwant vlammend gitaarwerk en een scheurende saxsolo van Arend Bouwmeester. De Allman Brothers komen om de hoek kijken in Ice age met gloedvol gitaarwerk en de blazers die hun niet geringe voorraad soul er weer ingooien. Via de New Orleans sferen van Blond boy gaat de Jongh los op slide in de Elmore James achtige boogie Breakfast served, met verder een vette saxsolo. Ewa Pepper’s trapt in de indrukwekkend gezongen prachtige blues Misty train af met een fraaie vioolsolo. Cd 1 besluit rustig en akoestisch met Let the tears surface.

De blazers knallen op cd 2 meteen weer in de bluesrocker Fine man. Die blazers zijn vervolgens voortreffelijk op stoom in de prachtige slowblues Waist deep, waarin Ralph de Jongh ten overvloede maar weer eens bewijst een uitstekende zanger te zijn. En wat een geweldige saxsolo. Vervolgens duiken we met Everywhere de voodoo sfeer van Louisiana in, Na het uptempo You got to try, met lyrisch gitaarwerk, grijpt de soul je weer bij de lurven in het funky met vioolsolo’s versierde All the sweet love. De soul houdt aan in Sun surprise met een sax- en een trombonesolo en een felle gitaarsolo. De psychedelica slaat enigszins toe in Gimme some more en dat is met name te danken aan de bijdrage van Ewa Pepper op viool. Hierna is het tijd voor negen minuten countryblues met een virtuoze mondharp en een ‘rollende’ bas in Life is like a river with no name. Een rustpunt is de akoestische ballad Hurrying by, maar die rust wordt weer snel ‘verstoord’ door een verschroeiende gitaarsolo in het rockende You know what I like, waarbij de blazers zich ook weer niet onbetuigd laten. Het voorlaatste lange nummer Burden of man funk begint met een drumsolo van Arie Verhaar, de funky gitaren komen er bij en vervolgens wordt het een soort jamsessie waarbij de blazers allemaal mogen soleren. Het slotnummer Last salute (toepasselijke titel) is een rocker gedrenkt in liters soul.   

 Conclusie: Wat Ralph de Jongh en de zijnen hier laten horen is niet mis. Ik durf hier zonder blikken of blozen het etiket ‘formidabel’ op te plakken. Grote klasse!

Tracks cd 1:

  1. Still a fool
  2. Shout myself
  3. Last goodbye
  4. Worm
  5. Highway man
  6. SBR
  7. Ice age
  8. Blond boy
  9. Breakfast served
  10. Misty train
  11. Let the tears surface

Tracks cd 2:

  1. Fine man
  2. Waist deep
  3. Everywhere
  4. You got to try
  5. All the sweet love
  6. Sun surprise
  7. Gimme some more
  8. Life is like a river with no name
  9. Hurrying by
  10. You know what I like
  11. Burden of man funk
  12. Last salute

Line-up:

  • Ralph de Jongh – gitaar, zang, bluesharp
  • Rogier Hemmes – bas, backing vocals
  • Arie Verhaar – drums, backing vocals
  • Maarten Ouweneel - gitaar
  • Arend Bouwmeester – sax, percussie, backing vocals
  • Joost Verbraak – trompet, trombone, backing vocals
  • Ewa Pepper – viool

 

4dec/170

Spektakel in het zwembad

‘Laat ik weer eens naar het waterpolo gaan’, dacht ik zondagmorgen. Oorspronkelijk was het plan dat ik verslag zou doen van de voetbalwedstrijd ESTO – HOV/DJSCR, maar het voetbalaanbod was zo groot dat er best wat variatie in het sportprogramma mocht. Bovendien verwachtte ik een spannende wedstrijd, want de heren van GZCDONK hadden de eerste kwartfinalewedstrijd om de KNZB beker een dag te voren met 9-8 verloren. Dus waarom zouden ze zondagmiddag niet met minstens twee goals verschil winnen?

Ik heb geen spijt gekregen van mijn keuze want het werd een spektakel. In het begin nog niet want toen UZSC halverwege de wedstrijd een voordelige marge van drie treffers had opgebouwd leek het een gelopen race voor de Utrechters. Maar de Gouwenaars richtten zich op en kwamen zelfs langszij. Bij een stand van 6-7 begon mijn hart te bonzen, want bij een zege van GZCDONK met één doelpunt verschil zouden uit gescoorde doelpunten de doorslag geven. Ik hoopte dus op de magische 8-7 overwinning van GZCDONK. En het wonder geschiedde, want bij een stand van 7-7 en met nog 8(!) seconden te spelen kreeg de uitstekende maar gefrustreerde doelman van USZC een verstandsverbijstering en scoorde Stan van den Heuvel de 8-7. Halve finale! Hier droom je als radioreporter van. De Goudse aanhang ontplofte van ongeloof en de Utrechters waren met stomheid geslagen. Houdini en Hitchcock wandelden hand in hand glimlachend naar de bar.

Waterpolo leeft in Gouda. Het vrouwenteam van GZCDONK verloor helaas afgelopen weekend alle kwalificatiewedstrijden voor de Euro League, maar het mannenteam van coach Ingrid Veenhuis gaat dit seizoen hopelijk nog voor meer verrassingen zorgen. Alleen jammer dat de wedstrijden op een voor een radioverslag ongelukkige tijdstippen worden gespeeld.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties