Gerritschinkel.nl Columns & meer

6nov/170

Dick LeMasters en Douglas Greer

Steeds als ze in Nederland optraden kwam er iets tussen. Maar eindelijk was het dan toch raak. Op vrijdagavond 3 november 2017 toog ik naar Rotterdam. Met de sprinter op naar de Bergsingelkerk in Rotterdam Noord. Op naar Dick LeMasters en Douglas Greer, de Texaanse singer-songwriters die een korte tournee door Nederland maken.

Om 19.30 gingen de deuren open van de Bergsingelkerk, een mooie kerk uit 1914, ontworpen door de gereformeerde kerkenbouwer Tjeerd Kuipers. Ik werd samen met mijn vrouw vriendelijk ontvangen en de kaartjes lagen voor ons klaar. De musici waren aan het soundchecken en al snel werd ik begroet door Jolanda Haanskorf, mijn oud-collega en degene die de toer had georganiseerd en die me daarna voorstelde aan Douglas Greer en Dick LeMasters.

Ik kwam begin dit jaar eerst in aanraking met de muziek van Douglas Greer toen Jolanda diens album Baja Louisiana opstuurde en dat ik toen mocht recenseren voor Bluesmagazine. Een lekker in het gehoor liggend album met americana van de bovenste plank. Een paar maanden later ontving ik het album Incompatible things van Dick LeMasters. Een mooi akoestisch luisteralbum met sfeervolle en intieme americana.

Behalve LeMasters en Greer trad die avond ook het Nederland/Amerikaanse duo Jiri Schefferlie en Joe Ziemba op. Zij beten het spits af. Zij speelden eigen nummers maar ook een aantal covers, zoals Listen to the music (The Doobie Brothers), I won’t back down (Tom Petty & The Heartbreakers) en Who’ll stop the rain (Creedence Clearwater Revival).

Na een kleine pauze was het de beurt aan LeMasters en Greer. Dick trapte af met een lekker felle versie van Big ol’Buick van zijn album One bird, two stones en daarna mocht Douglas het voortouw nemen met Take my name off your facebook page van Baja Louisiana. Jolande Haanskorf verzorgde de backingvocals in de mooie LeMasters ballad Lightnin from a clear blue sky. Beiden waren gitaristisch op dreef in Greer’s California, waarna LeMasters de indringende cover Copperhead road van Steve Earle de zaal in slingerde. Greer kwam met een voor mij verrassend nummer, The ballad of John & Yoko van The Beatles, waarbij hij zich naar mij als Stones fan een klein beetje verontschuldigde. Maar later maken Jiri & Joe dit goed. Na Right on me van LeMasters akoestische album Gasoline & fire en Back in my skin again, het openingsnummer van Greer’s Baja Louisiana was het tijd voor laatste nummer voor de pauze. Jolanda Haanskorf betrad het podium weer en zong mee in de sfeervolle versie van Bob Dylan’s Knockin’ on heavens door.

Na de pauze was het weer de beurt aan Jiri en Joe. Joe begon met een akoestische ingetogen versie van A fool such as I van Elvis Presley. Jiri zette zich vervolgens achter de piano voor de Neil Young klassieker Helpless. Na een paar eigen songs, met Jiri soms op mondharmonica en waarin Joe er met zijn elektrische gitaar steeds meer zijn in leek te krijgen, verrasten ze de aanwezigen met de Stones cover Dead flowers, mijn favoriete countrysong van The Rolling Stones.

Dick LeMasters en Douglas Greer pakte na de pauze weer hun gitaren voor hun tweede set. In de stijl van Steve Earle begon LeMasters met Three fifty seven en Greer bracht daarna een ode aan Hank Williams met Why don’t you love me, waarbij Jolanda Haanskorf ook weer meedeed. Covers kwamen er ook nog van The Charlie Daniels Band en van Hayes Carll (de gevoelige ballad Take me away.

Voor het slotakkoord kwamen alle vijf musici op en trakteerden de aanwezigen op een lekkere versie van Rock me mama, a.k.a Wagon wheel, een Bob Dylan song uit 1973 van de soundtrack Pat Garrett & Billy the Kid.

Om 23.30 was het afgelopen. Jammer voor Dick, Douglas, Jiri, Joe en Jolanda dat er zo weinig publiek was. Ik heb in ieder geval genoten van (h)eerlijke muziek.

 

Gearchiveerd onder: Concertrecensies Geen reacties
6nov/170

Stompin’ ground – Tommy Castro and the Painkillers

De Amerikaanse zanger-gitarist Tommy Castro is geboren op 15 april 1955 in San Jose, Californië. Hij begint al op heel jonge leeftijd (10 jaar) gitaar te spelen. Zijn voorkeur ligt bij de Chicago blues, de Westcoast blues, soul, southern rock en rock uit de jaren 60. Zijn gitaarhelden zijn Mike Bloomfield, Elvis Bishop, Eric Clapton, BB King, Buddy Guy, Elmore James en Freddie King. Zijn favoriete zangers zijn Ray Charles, Wilson Pickett en James Brown. In de jaren 70 begint Castro met spelen in coverbands, Sinds begin jaren 90 leidt hij zijn eigen bands en wint hij verschillende Blues Music Awards. In 2001 en 2002 vraagt BB King hem in zijn voorprogramma. In 1993 verschijnt zijn eerste album, No foolin’, waarna er met grote regelmaat nieuwe albums worden uitgebracht.

In 2012 formeert Castro zijn huidige band The Painkillers. In 2014 brengen zij het album The devil you know uit, een jaar later gevolgd door Method to my madness. Op 29 september jl. zag Stompin’ ground, het nieuwe album van Tommy Castro and the Painkillers, het licht. Op dit album staan zeven nieuwe nummers en vijf bewerkingen van favoriete songs van Castro.

In het openingsnummer Nonchalant horen we meteen wat we van Tommy Castro and the Painkillers kunnen verwachten, nl. energieke bluesrock met een ferme ritmesectie, keys en felle gitaarlicks. Ook in Blues all around me en in Fear is the enemy stampt de ritmesectie door en scheurt Castro zijn gitaar bijkans aan flarden met zijn felle gitaarsolo’s. De keys en de blazers voegen er een extra dimensie aan toe. In de prachtige langzame soulblues My old neighborhood bezingt Castro zijn ‘hometown’. Mooie zang, een fijne akoestische gitaar van Kid Andersen, orgel, blazers, tamboerijn en een vloeiende pianosolo zorgen voor een van de hoogtepunten van het album en waar de geest van Otis Redding rond waart. In Enough is enough, een rocker in de stijl van The Rolling Stones ten tijde van Exile on mainstreet, is weer spetterend gitaarwerk te horen en fantastisch orgelspel. Love is doet me denken aan Robert Cray, zowel qua zang als bij de gitaarrifs. Formidabel is de funky bas. In Elvin Bishop’s  shuffle Rock bottom  is Mike Zito de leadzanger en vecht hij met Castro rockende gitaarduels uit, achterna gezeten door de strakke doordenderende ritmesectie en een hamerende piano. De volgende gaste is Danielle Nicole met haar uitbundige zang in de stomende rocker Soul shake, een song van Delaney en Bonnie uit 1970. Taj Mahal’s Further on down the road is een heerlijke midtempo soulblues met Castro in topvorm, zowel vocaal als met zijn lyrische gitaarsolo. David Hidalgo van Los Lobos, mag vocaal en fraai gitaristisch excelleren in de Buddy Miles/Jimi Hendrix song Them changes. Dat Ray Charles ook een van de favorieten is van Tommy Castro blijkt duidelijk in Sticks and stones, met die typische Ray Charles pianostijl. Het album eindigt met de mooie swampblues Live every day, met een prachtige gastrol voor Charlie Musselwhite met zijn ingetogen authentieke zang en zijn huilende mondharmoncia.

Conclusie: Ik kan heel kort zijn: een topalbum!

Tracks:

  1. Nonchalant
  2. Blues all around me
  3. Fear is the enemy
  4. My old neighborhood
  5. Enough is enough
  6. Love is
  7. Rock bottom
  8. Soul shake
  9. Further on down the road
  10. Them changes
  11. Sticks and stones
  12. Live every day

Line up:

  • Tommy Castro – zang, gitaar
  • Randy McDonald – bas, backing vocals
  • Bowen Brown – drums, tamboerijn (track 2)
  • Michael Emerson – keyboards

Special guests:

  • David Hidalgo – gitaar, zang (track 10)
  • Charlie Musselwhite – zang, mondharmonica (track 12)
  • Danielle Nicole – zang (track 8)
  • Mike Zito – gitaar, zang (track 7)
  • Kid Andersen – akoestische gitaar (tracks 3,4 en 12), ritmegitaar (tracks 1,2,8,9 en 10), backing vocals (track 5), bas (track 4) en tamboerijn (tracks 1,3,4,8 en 9)
  • Nancy Wright – tenor saxofoon (tracks 1,2 en 4)
  • John Halbleib – trompet (tracks 1,2 en 4)
  • Lisa Leuscher Andersen – backing vocals (tracks 1,3,6,8 en 11)
  • Robby Yamilow – backing vocals (track 5)
  • Martin Winstad – percussie (track 6)
6nov/170

GZV Watergras

Ik neem u even mee terug naar vrijdag 17 april 2015. In een volgepakte sporthal De Mammoet maakt GZV Watergras zich op om de laatste hobbel naar het kampioenschap te nemen. Voor aanvang van de wedstrijd mocht ik in de kleedkamer de tactische bespreking van trainer Marvin Paton meemaken. ‘We gaan geschiedenis schrijven in Gouda’ en dat gebeurde die avond ook. Het vlaggenschip van de Goudse zaalvoetbalvereniging werd kampioen en promoveerde voor het eerst in het bestaan naar de Eredivisie. De euforie was heel groot. Nu die plannen voor een eigen sporthal nog verwezenlijken.

We zijn nu ruim 2½ jaar later en de euforie van toen is verdwenen. Het spelen in de Eredivisie valt niet altijd mee. Vorig seizoen handhaafde Watergras zich ternauwernood op de laatste speeldag en de stand op de ranglijst in het huidige seizoen stemt niet echt vrolijk. De eerste wedstrijd werd gewonnen, maar daarna waren er louter (grote) verliespartijen. Het is nog te vroeg om over degradatie te spreken maar ik hou mijn hart vast.

De plannen voor een eigen sporthal hebben ook de nodige vertraging opgelopen. Was het de financiering? Of de vergunning? Ik weet er het fijne niet van. Maar een paar weken geleden ging de kogel toch eindelijk door de kerk en komt er een sporthal naast het Groenhovenbad. Overal lachende gezichten zou je denken, maar niets is minder waar. Watergras wil niet meer naar de nieuwe hal. Met de gemeente Gouda wordt een twist uitgevochten over een tribune en een horecagedeelte in de nieuwe hal. Beide partijen hebben hun eigen argumenten in deze kwestie.

Ik hoop hoe dan ook dat beide partijen er uit komen. Dan komen de sportieve successen misschien ook weer vanzelf.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties