Gerritschinkel.nl Columns & meer

31okt/170

Until better times – Leif de Leeuw Band

Leif de Leeuw wordt geboren op 17 februari 1995 in Amersfoort. Hij raakt al heel jong bezeten van de gitaar. Een van zijn grootste inspiratiebronnen is Johnny Winter die hij als 11 jarig jochie zag optreden. In 2009 en 2013 wint de Leeuw de Sena Young Talent Guitar Award en in 2016 wordt hij door de lezers van ‘De Gitarist’ uitgeroepen tot beste blues(rock) gitarist van de Benelux.

In 2014 wint hij met de door hem opgerichte Leif de Leeuw Band de Dutch Blues Challenge. Als winnaars van deze prestigieuze prijs vertegenwoordigt de band Nederland tijdens de International Blues Challenge in Memphis Tennessee. In 2015 wordt de Leif de Leeuw Band door de European Blues Awards uitgeroepen tot ‘Best band 2015’.

In 2014 komt de EP ‘EP de Luxe’ uit, een mini cd met vijf songs, die door pers en publiek goed wordt ontvangen. Het eerste volwaardige album van de Leif de Leeuw Band, Leelah, verscheen vorig jaar. In juli van 2017 duikt de Leif de Leeuw Band, die verder bestaat uit zangeres/gitariste Britt Jansen, bassist Boris Oud en drummer Tim Koning, met producer Jasper Ras de studio in voor het opnemen van een nieuw album. Dit album, Until better times, werd 22 oktober jl. officieel gepresenteerd in Willem Twee poppodium in ’s-Hertogenbosch.

Until better times trapt overdonderend af met de midtempo Led Zeppelin achtige bluesrocker All coming back, waarin Britt Jansen ook meteen haar visitekaartje afgeeft. Listen here people is een daverende bluesrocker met vette gitaarsolo’s en de fantastische hammond van gastspeler Willem ’t Hart. Ook in het rockende titelnummer en de single Until better times is de inbreng van ’t Hart groots evenals het (slide) gitaarspel van de Leeuw en de uitbundige zang van Jansen. De inbreng van Britt Jansen is trouwens groot in de sound van de Leif de Leeuw Band. In het intro en verder op in Getting older zijn de invloeden van The Allman Brothers Band nadrukkelijk aanwezig met die typische Allman gitaarlicks. Heerlijke southern rock met een strakke ritmesectie en ’t Hart die er weer met zijn hammond door heen komt rollen. Thank you is een powerballad met intense zang van Jansen. Af en toe ingetogen, maar dan weer opwindend met de gitaren. De slowblues Mr. Hangman is een van de hoogtepunten van het album. Ingetogen zang afgewisseld met uitbundige zang, subtiel tinkelend gitaarwerk dat evolueert naar een prachtige slepende langzame gitaarsolo om daarna te exploderen met fel gitaarwerk. En niet te vergeten die warme orgelklanken. De southern rock van The Allman Brothers is weer terug in Doing it alright. De rocker Afraid to fly met zijn gierende gitaarsolo’s brengt je in de sferen van de rock van de jaren 70. In de melodieuze Allman Brothers achtige rocker Taking all my time dompelt ’t Hart de luisteraar weer onder in een bad van orgeltonen, naast de pompende bas van Boris Oud en laat Britt Jansen zich vocaal weer van haar uitbundige kant horen. In het funky Be loyal toont de Leeuw met verschroeiend gitaarwerk zijn niet geringe kwaliteiten. De ritmesectie is ook weer prominent aanwezig. Het album wordt afgesloten met een ingetogen enigszins zweverige ballad, met subtiel gitaarwerk, halverwege een lyrische gitaarsolo, mooie zang en fraaie orgeltonen.

Conclusie: Leif de Leeuw is een uitstekende gitarist, de zang van Britt Jansen is van grote klasse, de ritmesectie is zeer op dreef. En als je dan ook nog de hulp inroept van een fantastische hammondspeler dan kan het niet anders of er moet iets moois zijn gemaakt. En dat klopt, want Until better times is een heel goed en gevarieerd album.

Tracks:

  1. All coming back
  2. Listen here people
  3. Until better times
  4. Getting older
  5. Thank you
  6. Hangman
  7. Doing it allright
  8. Afraid to fly
  9. Taking all my time
  10. Be loyal
  11. Dysphoria

 

 

 

 

 

 

 

30okt/170

Dierbare herinneringen

In het afgelopen sportweekend kwamen twee herinneringen boven drijven. Allereerst moest ik denken aan mijn tijd als voetballer bij VV Benschop toen ik hoorde van het overlijden van Hans Kraay sr. Hij was nl. de eerste trainer van de in 1969 opgerichte voetbalclub in mijn toenmalige woonplaats Benschop. ‘De oude Kraay’, zoals hij euforisch werd genoemd in het dorp, was niet alleen de trainer maar ook speler. Hij was het voetballen nog niet verleerd en ik heb hem zelfs een keer zien scoren vanaf de middellijn. En Benschop promoveerde meteen in het eerste jaar!

Ik kan me ook nog goed herinneren dat Hans Kraay vaak zijn zoontje meenam, Hansje Kraay, een ventje van 10 jaar, de man die tegenwoordig door het leven gaat als Hans Kraay jr. ‘De oude Kraay’ werd later nog trainer van veel clubs waaronder Ajax en Feyenoord en als technisch directeur van PSV heeft hij ook wonderen verricht. Maar zijn grote trainerscarrière begon toch maar mooi in ‘mijn’ Benschop. Waarvan acte!

Mijn tweede herinnering van het afgelopen weekend ging terug naar mijn vakantie op een stadscamping in Middelburg, zo’n 15 jaar geleden. Zit je ’s-morgens lekker in het zonnetje voor je tent te ontbijten valt je oog ineens op twee palen die verdacht veel lijken op een rugbydoel. ‘Zouden dat de doelpalen van de rugbyclub met die fantastische naam zijn’ dacht ik. Ik pakte mijn fiets en ja hoor, daar stond ik ineens voor het clubhuis van de EZRC Oemoemenoe.

Zondag was ik bij de rugbywedstrijd van RFC Gouda. Tegenstander was Oemoemenoe! En als rechtgeaarde Zeeuwen, hoewel ik verdacht veel Engels hoorde spreken, waren ze niet zuunig en gingen met een monsteroverwinning in de tas terug naar sportpark De Sprong.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
29okt/170

The truth – Laurence Jones

Laurence Jones wordt geboren op 13 februari 1992 in Liverpool. Op zijn 8e verhuist de familie Jones naar Stratford On Avon en rond die tijd krijgt Laurence interesse voor de gitaar. Hij pakt regelmatig de akoestische gitaar van zijn vader en neemt zich voor een betere gitarist te worden dan zijn vader. Hij gaat klassieke gitaar studeren en daarna elektrische gitaar. Hij schaft een zwarte Les Paul Epiphone aan, maar als hij Jimi Hendrix op het Isle of Wight Festival ziet verkoopt hij zijn gitaar en koopt en witte Fender Stratocaster. In 2012 verschijnt het debuutalbum Thunder in the sky. Jones krijgt alle lof toegezwaaid van o.a. Walter Trout die Jones een kruising vindt tussen Buddy Guy en Eric Clapton. Jones is in 2013 supportact van Trout tijdens diens Engelse toer. Jones tekent een contract bij Ruf Records en maakt bij dit befaamde label vier albums. Intussen wint Jones de nodige prijzen waaronder die van de Best Young Artist in 2014 en 2015.

Vorige maand verscheen The truth, het nieuwe album van Laurence Jones, bij zijn nieuwe label Top Stop Music, met een nieuwe band waar nu ook een toetsenist deel van uit maakt. Het album is onder leiding van producer Juan Mario Aracil opgenomen in Miami, Florida.

Het openingsnummer What would you do begint met fel gitaarwerk en de strakke ritmesectie geeft ook meteen het visitekaartje af. Jones is vocaal zeer bedreven zoals hij laat horen in de melodieuze poprocker Don’t let me go. Mooie backingvocals in het refrein en een scherpe gitaarsolo. Phil Wilson drumt strak in het poppy Hold me close, dat verder opvalt door het pianospel van Bennett Holland. Dat het aantrekken van toetsenist Bennett Holland zijn vruchten afwerpt blijkt vervolgens in de melodieuze uptempo poprockers Keep me up at night  en Give me your time. Uitstekende zang van Jones, wiens stem me in de verte soms doet denken aan Tom Petty. De samenzang met Bennett Holland geeft ook hier een extra dimensie. Hierna komen er twee ballads, het titelnummer The truth, met felle gitaarlicks, en Take me, met mooi pianospel en een lyrische gitaarsolo. Felle wah way gitaarnoten kondigen de bluesrocker Gone away aan, met backingvocals en een vette gitaarsolo achter lekkere orgelklanken. Het album wordt besloten met de melodieuze ballads Can’t go on without you en Never good enough, met uitstekend gitaarwerk en heerlijk hammondspel.

Conclusie: Laurence Jones is een uitstekende zanger en gitarist en hij heeft een goede band om zich heen verzameld. Het album The truth ligt lekker in het gehoor, maar komt soms een beetje gelikt over. De blues lijkt een beetje op het tweede plan terecht gekomen ten koste van het meer poppy rockwerk. Desondanks is het zeker geen slecht album.

Tracks:

  1. What would you do
  2. Don’t you let me go
  3. Hold me close
  4. Keep me up at night
  5. Give me your time
  6. The truth
  7. Take me
  8. Gone away
  9. Can’t go on without you
  10. Never good enough

Line up:

  • Laurence Jones – zang, gitaar
  • Phil Wilson – drums
  • Greg Smith – bas
  • Bennett Holland – toetsen, backing vocals
29okt/170

Herinneringen

Afgelopen vrijdag overleed Hans Kraay sr. Toen ik dat hoorde moest ik denken aan mijn eigen voetbalcarrière. Geen flitsende carrière moet ik eerlijk bekennen, maar ik kon best een aardig balletje trappen. En toen een lager elftal van VV Benschop eens een keer geen keeper had ben ik tussen de palen gaan staan en was mijn loopbaan als doelman geboren.

Maar wat heeft Hans Kraay met VV Benschop te maken zult u wellicht denken. Nou, Hans Kraay was nl. de eerste trainer van de in 1969 opgerichte voetbalvereniging Benschop. Kraay werd niet alleen trainer van de selectie, maar hij was ook speler in het 1e. Ik heb hem eens vanaf de middenlijn zien scoren. En in het eerste jaar promoveerde VV Benschop meteen!

Het had trouwens wel moeite gekost om de oud profvoetballer naar Benschop te halen. Er waren bv. een paar politieke partijen die het niet zagen zitten, maar de heren Terberg en van Vliet drukten het toch door en kregen het voor elkaar. De euforie in Benschop was groot omdat de ‘grote Kraay’ naar het nietige Benschop kwam. En het betaalde zich meteen uit.

Omdat ik de selectie van VV Benschop niet heb gehaald, ik zat bij de Koninklijke Marine dus kon niet trainen, heb ik dus nooit training gehad van Hans Kraay. Maar de verhalen rondom hem waren mooi. Hij dacht soms dat hij met profs te maken had want ik heb me laten vertellen dat hij op vrijdagavonden nog wel eens de toen bekende dorpskroeg Lieverse van Benschop bezocht om te kijken of zijn spelers wel op tijd naar bed waren om de volgende dag helemaal fit aan de start te staan. Of het waar is weet ik niet, maar het zou zo maar kunnen.

Ik kan me ook nog goed herinneren dat Hans Kraay ook vaak zijn zoontje meenam, Hansje Kraay, een ventje van 10 jaar, de man die tegenwoordig door het leven gaat als Hans Kraay jr.

Mooie herinneringen. Hans Kraay sr. hield het anderhalf jaar uit als trainer van VV Benschop en stapte over naar Elinkwijk. Later werd hij nog trainer van Go Ahead Eagles, Ajax, AZ ’67, Sparta, FC Den Haag en Feyenoord. En ook nog technische directeur van PSV en Feyenoord.

Voorwaar een prachtige carrière, die begon in het kleine dorp Benschop. Maar dat wordt in de meeste media niet vermeld en daarom vertel ik het nu hier.

Gearchiveerd onder: Columns, Gouwestad Sport Geen reacties
26okt/170

Jon Meyerjon – The doggoners blues out

De in Groningen geboren en tegenwoordig in het Drentse Vries wonende Jon Meyerjon (Johan Meijer) is al een halve eeuw actief in de muziekscene. Hij speelt in diverse bands en in 1990 besluit hij zich helemaal te richten op de blues en sluit zich als zanger-gitarist aan bij de in 1991 in Assen opgerichte Greyhound Blues Band. Deze band begeleidt veel artiesten waaronder ook authentieke Amerikaanse bluesartiesten als Henry Gray, Aron Burton, Louisiana Red en James Harman. De Greyhound Blues Band heeft getoerd in Zwitserland, Duitsland, België, Frankijk en treedt uiteraard ook in Nederland op.

Naast zanger-gitarist van Greyhound Blues Band treedt Meyerjon ook solo op. Zijn eerste soloalbum Doggone it! verschijnt in 2001, in 2007 gevolgd door Blues Rhythm ‘n’ Love. De muziek van Meyerjon kan volgens zeggen worden getypeerd als ‘Doggone Blues’, d.w.z. een eigen stijl met gemakkelijk in het gehoor liggende, dansbare muziek, die haar wortels heeft in de blues, maar ook zijwegen inslaat.

Voor het opnemen van zijn 3e soloalbum heeft Meyerjon tien ‘dekselse kerels’ (doggoners) uitgenodigd om zich met hem in de Bassman Studio in Eelde muzikaal uit te leven. Het resultaat hiervan verscheen in augustus jl. op het album The doggoners blues out. Op dit album staan elf door Meyerjon geschreven songs. In het openingsnummer Mortgage blues wordt meteen duidelijk wat we van deze doggoners kunnen verwachten. Bluesrock met fel gitaarwerk. De trompetsolo’s van Ramses Helmus in Bright red mustang 73 zijn schitterend. In Wonder where wonder why, valt de strakke ritmesectie op. Hierna volgt een prachtige slowblues van ruim 6 ½ minuut, met een huilende mondharmoncia, een lekkere hammond en een felle gitaarsolo. Het tempo gaat weer omhoog in het funky Drag it up, met wederom een scheurende harmonicasolo en spetterend gitaarwerk. Na de funky bluesrocker Sleep with open eyes, met dominant drumwerk, een loeiharde gitaarsolo en een hammondsolo is het weer tijd voor een rustpunt met de melodieuze ballad South Dakota plains met pedal steel, sax en hammond. Can’t get myself to bed is een jazzy ballad met hammond, sax- en trompetsolo’s en strak drumwerk. In de uptempo bluesrocker Doggone blues mag Richard Koster zich weer uitleven met huilende harmonicasolo’s naast de venijnige gitaarsolo’s en de felle ritmesectie. De gitaristen komen weer helemaal aan hun trekken in de instrumentale shuffle Shuffling Kris. In het slotnummer wordt overduidelijk voldaan aan het verzoek van Jon Meyerjon om zich met hem muzikaal uit te leven. Dat doen ze bijna zeven minuten lang in Nail a turning point. Een sterke uitsmijter!

Conclusie: The doggoners blues out is een uitstekend blues(rock) album waar het speelplezier van afspat. Deksels lekker.

Tracks:

  1. Mortgage blues
  2. Bright red mustang 73
  3. Wonder where wonder why
  4. Slow bear blues
  5. Drag it up
  6. Sleep with open eyes
  7. South Dakota plains
  8. Can’t get myself to bed
  9. Doggone blues
  10. Shuffling Kris
  11. Nail a turning point

Line up:

  • Jon Meyerjon – gitaar, zang (alle tracks)
  • Martin van der Velde – bas (track 1,3,4,5,9,10,11)
  • George Snijder – drums (alle tracks)
  • Michiel Mens – hammond (track 2,4,6,7,8,11)
  • Lars Muller – gitaar (track 1,3,4,5,9,10,11)
  • Mick van Heijningen – gitaar (track 1,3,6,7,10)
  • Jos Smidt – bas (track 2,6,7,8)
  • Ted Pickman – saxofoon (track 6,7,8)
  • Ramses Helmus – trompet (track 2,8)
  • Richard Koster – harmonica (track 4,5,9,11)
  • Anne Doedens – pedal steel (track 7)
24okt/170

Party of one – George Thorogood

De op 24 februari 1950 in Wilmington, Delaware, geboren Amerikaanse bluesgitarist George Thorogood is een veteraan in de wereld van de blues. Als hij in de vroege jaren zeventig een concert van John Hammond bijwoont start hij zijn carrière als akoestisch zanger-gitarist en speelt nummers in de stijl van Robert Johnson en Elmore James. Niet lang daarna richt hij samen met zijn schoolvriend en drummer Jeff Simon The Delaware Destroyers op. Deze band (als snel heten zij The Destroyers), ontwikkelt een eigen geluid met een mix van Chicago blues en rock and roll. Het eerste succes komt in 1977 als George Thorogood & The Destroyers hun eerste album uitbrengen. Een album met vooral covers van o.a. John Lee Hooker, Earl Hooker, Elmore James en Robert Johnson. Intussen werkt Thorogood ook als roadie voor Hound Dog Taylor. In 1981 staan George Thorogood & The Destroyers in het voorprogramma van The Rolling Stones tijdens hun Amerikaanse tournee. Een jaar later heeft de band hun eerste top 40 single, Bad to the bone, een nummer dat ook vaak gebruikt wordt in diverse televisieprogramma’s en gespeeld wordt bij verschillende sportevenementen.

Vooral in de jaren 80 zijn George Thorogood & The Destroyers enorm populair met hun stevige bluesrock. Na hun eerste album uit 1977 verschijnen er in de loop van de decennia nog vijftien studioalbums en een aantal livealbums. Het meest recente album van George Thorogood & The Destroyers, 2120 South Michigan Ave. dateert van 2011.

Begin augustus jl. kwam het eerste soloalbum van George Thorogood uit, Party of one, een album met voornamelijk akoestische bluesnummers. Het openingsnummer, Robert Johnson’s I’m a steady rollin’ man knalt er meteen lekker in met een vuige slidegitaar. Soft spot van singer-songwriter Gary Nicolson is een melodieuze blues met mooi akoestisch gitaarwerk. John Hammond jr. wordt geëerd met diens Tallahasse women, met lekkere slidesolo’s. De rudimentaire blues slaat toe in Willie Dixon’s Wang dang doodle, met Thorogood ook op mondharmonica en in de stompende boogie Boogie chillin van John Lee Hooker. Apart en mooi is uitvoering van No expectations, een song van The Rolling Stones van hun album Beggar’s banquet uit 1968. Prachtig en ook Bad news van Johnny Cash mag er wezen. Ook Bob Dylan passeert de revue met een akoestische versie van Down the higway, een nummer van The freewheelin ’Bob Dylan, het tweede album van Dylan uit 1963. De slide slaat weer ongenadig toe in Got to move van Elmore James. Na de akoestische gitaar in Born with the blues van Brownie McGee komt Elmore James weer tevoorschijn in The sky is crying, met weer uitstekend slidewerk. Het tweede nummer van John Lee Hooker op het album is The hookers, met die typische stompende Hooker sound. Enigszins afwijkend van de vorige nummers, maar heel mooi, is Pictures from life’s other side, een traditional die Hank Williams in 1951 opnam onder het pseudoniem Luke the Drifter. Dat John Lee Hooker een van de favoriete bluesartiesten van George Thorogood is wordt maar weer eens duidelijk want ook diens klassieker One bourbon, one scotch, one beer, ontbreekt uiteraard niet op dit album. De opname stamt uit 1999 (Live from Rockline). De cd heeft een bonustrack, Dynaflow blues, van Johnny Shines, een stomende versie van George Thorogood & The Destroyers.

Conclusie: Je vraagt je af waarom George Thorogood zo lang gewacht heeft met het opnemen en uitbrengen van een soloalbum. Party of one, een feest. Een prachtig ‘debuut’ met eerlijke klassieke blues.

Tracks:

  1. I’m a steady rollin’ man
  2. Soft spot
  3. Tallhassee women
  4. Wang dang doodle
  5. Boogie chillin
  6. No expectations
  7. Bad news
  8. Down the highway
  9. Got to move
  10. Born with the blues
  11. The sky is crying
  12. The hookers (if you miss ‘Im…I got ‘Im)
  13. Pictures from life’s other side
  14. One bourbon, one scotch, one beer (live from Rockline)
  15. Dynaflow blues (bonustrack)

 

23okt/170

Pech of onkunde

Spits Dennis van Duinen van Harkemase Boys was onlangs wereldnieuws. Voor open doel zag hij kans om de bal huizenhoog over te schieten. De vraag doemt dan op of er hier sprake was van pech of van onkunde. Pech zal van Duinen zeggen, maar ik vind dit nu typisch een geval van onkunde. Net als het missen van strafschoppen. Een beetje voetballer schiet een strafschop altijd binnen, zeker een profvoetballer.

Sven van Beek was bijna een jaar geblesseerd en maakte vorige week eindelijk weer zijn rentree in Feyenoord 1. Hij had zich al verheugd op de klassieker tegen Ajax, maar botste tegen een ploeggenoot op met als gevolg een heupblessure. Pech? Ik vind van wel hoewel sommigen roepen dat van Beek een glazen gestel heeft. Maar ik ben geen dokter, dus daar kan ik dus niet over oordelen.

Zaterdag was ik bij de voetbalwedstrijd Gouda – Moordrecht. Moordrecht verloor met 7-0, nog een bescheiden uitslag. Was hier sprake van pech voor Moordrecht? Nee, hier moet ik helaas het etiket onkunde op plakken. Als je tijdens de wedstrijd slechts één of twee keer min of meer richting doel schiet kun je moeilijk met drogen ogen van pech spreken.

Piotr Havik kreeg in augustus een stageperiode bij Katusha-Alpecin aangeboden. De oud renner van GRTC Excelsior presteerde de afgelopen maanden naar behoren, maar kreeg deze week te horen dat hij geen profcontract krijgt. Havik voelt zich een beetje de dupe van de nieuwe UCI-regel dat wielerploegen tijdens een wedstrijd geen acht maar slechts zeven renners mogen hebben. Wielerploegen nemen daarom ook geen nieuwe renners aan. Pure pech voor Piotr!

Pech of onkunde, de discussie zal blijven want het is niet altijd een kwestie van zwart of wit.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
22okt/170

Questions – Blues Goose

Blues Goose is een nieuwe band uit Dordrecht en omstreken opgericht in november 2014. De vijf bandleden komen uit Dordrecht, Mijnsheerenland, Hazerswoude-Rijndijk, Bavel en Etten Leur. Zij spelen blues-, bluesrock- en rhythm & blues-covers van o.a. Beth Hart, Walter Trout, Albert Collins, Cream, Stevie Ray Vaughan, Coco Montoya, Eric Clapton, Joe Bonamassa, Tina Turner en Gary Moore. Blues Goose speelt voornamelijk op gevoel zoals ze zeggen en met een gevarieerde setlist is geen optreden hetzelfde. Het streven van de bandleden is om het publiek te vermaken. Bij een optreden kan het publiek naar verluid niet meer stil zitten, zij komen in beweging door de inzet en de muziek die met passie wordt gespeeld. ‘Muziek gespeeld met passie is waar het om draait’ aldus Blues Goose.

Van Blues Goose verscheen vorige maand hun debuutalbum, Questions, een album met zeven eigen nummers en twee covers. Het openingsnummer Flat tire blues is een lekkere shuffle, met een vette gitaarsolo, een heerlijke orgelsolo een strakke ritmesectie en frisse zang van Ingrid de Nijs. De toon is gezet en die wordt voortgezet in You’re fine you’re mine, met weer dat fantastische orgelspel van Frankie Vee (spreek uit vie) en waarin gitarist Daniël van Gaalen de leadvocals voor zijn rekening neemt. Het titelnummer Questions is een lekkere funky rocker. Strak drumwerk, een bonkende bas, golvende orgelslierten, een lyrische gitaarsolo en mooie zang. I’am a woman is een van de twee covers op het album. Een hoekige blues met passievolle zang, een straffe gitaarsolo, een fantastische orgelsolo en passievolle zang. De ballad Let it out is een van de hoogtepunten van het album. Schitterend die lyrische gitaarsolo, het lekkere orgelwerk en de mooie zang. In de bluesrocker Stay away gaat het tempo onder aanvoering van de drijvende ritmesectie en met fel gitaarwerk flink omhoog. Frankie Vee mag nu op piano soleren in het jazzy Sweet love, waarin Daniël van Gaalen de leadzang weer verzorgt. De tweede cover is Got a broken heart van Walter Trout. Een mooie midtempo blues met uitbundige zang, een lange gitaarsolo en een fantastische orgelsolo die me doet denken aan Keith Emerson. De bonustrack Wooden shoe (pub blues) geeft ten slotte heel goed weer waar de muziek van Blues Goose voor staat zoals ze zelf zeggen. Vrolijk en vol passie: ‘we got a party at the wooden shoe’. Een feest dus.

Conclusie: Je kunt op Questions goed horen dat Blues Goose er zin in heeft. De passie spat er van af. Ik ben er van overtuigd dat de band tijdens optredens het publiek in vuur en vlam kan zetten. Een prima eerlijk debuutalbum.

Tracks:

  1. Flat tire blues
  2. You’re fine you’re mine
  3. Questions
  4. I’m a woman
  5. Let it out (blues for veterans)
  6. Stay away
  7. Sweet love
  8. Got a broken heart
  9. Wooden shoe (pub blues) (bonus track)

Line up:

  • Ingrid de Nijs – vocals
  • Willem van Kempen – drums
  • Frankie Vee – keyboards
  • Cynthia Pelealu – bas
  • Daniël van Gaalen – gitaar, zang

 

 

16okt/170

Rolstoelbasketbal

Ik had het in deze column kunnen hebben over De Jodan Boys die na drie nederlagen weer oprezen met een forse overwinning. Of over Gouda dat tevergeefs probeerde een 16 jarige Rotterdamse doelman te verschalken. Of over DONK dat ook zijn 4e competitiewedstrijd won. Of over ONA dat thuis dit seizoen onverslaanbaar lijkt. Of over Olympia dat de draad even kwijt lijkt te zijn. Behalve het 35+ team van Olympia dat in het programma Kassa alcoholvrij bier mocht testen. Ik zag wel gemengde reacties, maar ja, alcoholvrij bier is toch een beetje nepbier. En ik ga er van uit dat Ron Rabouw zondag met echte biertjes Gouds kampioen Blind Bierproeven 2017 geworden.

Ik wil het hebben over basketbal. Ik was vorige week voor het maken van het maandelijkse sportitem voor RTV Gouwestad bij het Gouds/Waddinxveense Bouncers Basketball. Een fusieclub met een duidelijke visie die op termijn de toonaangevende basketbalvereniging voor de jeugd in het Groene Hart wil zijn. En onder de bezielende leiding van de zeer ervaren coach Ben Ponsioen wil het prestatief ook hogerop. Uiteraard is recreatief basketballen ook mogelijk.

Voor ieder wat wils dus bij Bouncers en sinds vorige maand is de vereniging ook begonnen met rolstoelbasketbal. Voorzitter Jeroen Poldervaart vertelde me het verhaal van Jaap Smid, de geboren en getogen Gouwenaar die, nadat hij in 2000 een dwarslaesie oploopt, tijdens zijn revalidatie met rolstoelbasketbal in aanraking komt. Jaap wordt een succesvol  rolstoelbasketballer maar hij overlijdt in 2015 veel te jong op 31-jarige leeftijd. Om hem te eren heeft de familie Smid de basketbalstoelen van Jaap die hij gebruikte voor demo’s en clinics aan Bouncers in bruikleen gegeven. Een prachtig gebaar en een mooie plek om Jaap Smid te eren. Het komt vast goed.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
15okt/170

Their satanic majesties request – The Rolling Stones

1967. The Summer of Love. San Francisco was de hoofdstad van de popwereld. Vijftig jaar geleden alweer en dat wordt dit jaar volop gevierd. In 1967 verschenen legendarische albums. Een greep uit het grote aanbod: Sgt. Pepper’s lonely hearts club band (The Beatles), Disraeli gears (Cream), Surrealistic pillow (Jefferson Airplane), The Doors (The Doors), Axis bold as love en Are you experienced? (The Jimi Hendrix Experience), The piper at the gates of dawn (Pink Floyd), Forever changes (Love), The Velvet Underground (The Velvet Underground & Nico). Veel van de nu legendarische popalbums van 50 jaar geleden werden dit jaar opnieuw uitgebracht. Geremasterd, in prachtige boxsets met mooie boekwerken, niets is te dol. En de fans kopen het.

Van The Rolling Stones verschenen in 1967 twee albums, Between the buttons en Their satanic majesties request. Voor The Stones was 1967 een soort rampjaar. Mick Jagger, Keith Richards en Brian Jones moesten zich verantwoorden voor drugsbezit en waren meer in de rechtszaal te vinden dan in een muziekstudio. Maar in december 1967 zag Their satanic majesties request het licht. Veel critici zagen dit album als het antwoord van The Rolling Stones op Sgt. Pepper’s lonely hearts club band van The Beatles. Voor de Stones fans van het eerste uur (waar ik er een van ben) was het even schrikken toen dit album uitkwam. Schrikken is misschien niet helemaal het goede woord, maar wennen was het wel. De rauwe R&B had plaatsgemaakt voor experimenten en psychedelica. De klaphoes met die driedimensionale foto was trouwens prachtig en ik koester mijn oerexemplaar dan ook met liefde, maar dat terzijde.

Vorige maand verscheen er een (luxe) heruitgave van Their satanic majesties request. De originele songs zijn geremasterd, in mono en in stereo. En bij het beluisteren van vooral die nieuwe stereomixes in perfecte geluidskwaliteit gaat er toch een kleine wereld voor je open. Het album begint rommelig met Sing this all together. Community zang, mellotron en veel percussie. Maar in Citadel gaat het toch weer iets meer op het vertrouwde Stones geluid lijken, met een strakke ritmesectie en smerige gitaarlicks. Bassist Bill Wyman mag in zijn eigen compositie In another land de leadzang voor zijn rekening nemen. Veel geluidseffecten, een mooie akoestische gitaar van Keith Richard, de mellotron van Jones, de backingvocals van o.a. Ronnie Lane en Steve Marriott van The Small Faces en het snurken aan het eind. 2000 Man blijft een lekker nummer met de akoestische gitaren van Richards en Jones, de felle drums van Watts, de bonkende bas van Wyman en het orgel van Nicky Hopkins. De psychedelica slaat daarna keihard toe in het ruim 8 minuten durende Sing this all together (see what happens) met een keur aan instrumenten als fluit, mellotron, congas, tamboerijn, vibrafoon en harp waar Brian Jones zich helemaal uitleeft. She’s a rainbow werd een grote hit. Fraai pianospel van Nicky Hopkins en strijkersarrangementen van John Paul Jones, de latere bassist van Led Zeppelin. In The lantern is weer vuig gitaarwerk te horen en Gomper is weer een psychedelisch nummer met exotische geluiden. Een lekker nummer blijft 2000 Light years from home, met de fuzz bas van Richards, de dulcimer van Jones, het strakke drumwerk van Watts en de bezwerende zang van Jagger. Naast She’s a rainbow is dit het enige nummer dat The Rolling Stones ook soms op hun liverepertoire hebben staan. Het album eindigt weer rommelig met On with the show, met de soms geknepen zang van Jagger, maar met mooie harpsolo’s van Brian Jones.

Conclusie: Their satanic majesties request zal nooit een van mijn favoriete Stones albums worden, maar een herwaardering is, zeker gezien de superieure geluidskwaliteit, waardoor The Stones beter tot hun recht komen, op zijn plaats. Desondanks ben ik blij dat ze in 1968 weer de kant van de blues hebben gekozen.

Tracks (remastered 2017 stereo):

  1. Sing this all together
  2. Citadel
  3. In another land
  4. 2000 Man
  5. Sing this all together (see what happens)
  6. She’s a rainbow
  7. The lantern
  8. Gomper
  9. 2000 Light years from home
  10. On with the show

Line up:

  • Mick Jagger – lead vocals, backing vocals, percussie, maracas, glockenspiel, tamboerijn
  • Keith Richards – elektrische gitaar, backing vocals, akoestische gitaar, fuzz bas, bas
  • Brian Jones – mellotron, fluit, percussie, saxofoon, akoestische gitaar, vibrafoon, jew’s harp, brass, orgel, elektrische dulcimer, harp, harmonica, geluidseffecten,
  • Bill Wyman – bas, lead vocals (track 3), percussie, piano, orgel, mellotron, oscillator
  • Charlie Watts – drums, tamboerijn, percussie, conga’s tabla, claves
  • Nicky Hopkins – piano, orgel, harpsichord
  • John Paul Jones – strings
  • Ronnie Lane – backing vocals
  • Steve Mariott – backing vocals
  • Eddie Kramer – claves