Gerritschinkel.nl Columns & meer

11sep/170

Down hearted blues – Eilen Jewell

De Amerikaanse singer-songwriter Eilen Jewell is geboren op 6 april 1979 in Boise, Idaho, waar ze ook opgroeit. Ze gaat studeren in Santa Fe, New Mexico, waar ze ook haar muzikale carrière als straatmuzikante begint. Jewell verhuist vervolgens naar Los Angeles waar ze ook als straatmuzikante optreedt op Venice Beach. Weer volgt een verhuizing, nu naar Boston, Massachusetts, waar ze in lokale muziekclubs optreedt. Sinds 2015 woont ze weer in haar geboorteplaats Boise.

In december 2005 neemt Jewell het live-live-album Nowhere in time op en later Boundary County. Haar albums zijn doordrenkt met country, americana, folk met een vleugje rockabilly en surf. Ik maak voor het eerst kennis met de muziek van Eilen Jewell in 2009 met het prachtige en door critici goed ontvangen album Sea of tears. In 2010 verschijnt Butcher Holler, een album met covers van Loretta Lynn. Ze brengt een aantal jaren geleden ook twee gospelalbums uit met haar groep The Sacred Shakers. Eilen Jewell is al jaren een graag geziene gast op Nederlandse podia en ze komt in november weer naar Nederland voor concerten in Arnhem (1 november) en Haarlem (2 november).

Eilen Jewell lijkt dus van vele muzikale markten thuis en op haar nieuwe album Down hearted blues, dat op 22 september zal verschijnen, maakt ze haar eerste uitstap naar de blues. De titel van het album is een verwijzing naar een song van blueszangeres Bessie Smith, een nummer dat later als jazzballad werd opgenomen door Ella Fitzgerald. Het album bevat 12 oude bekende en minder bekende covers van oude bluessongs. De openingssong is It’s your voodoo working van Charles Sheffield en in deze uptempo song geeft meteen de uitstekende band zijn visitekaartje af. In deze band die al jaren de vaste begeleidingsband is van Jewell is gitarist Jerry Miller een van de uitblinkers en dat laat hij daarna horen in de jazzy Lonnie Johnson song Another night to cry met zijn T-Bone Walker achtige gitaarspel. Willie Dixon’s You’ll be mine is een strakke boogie met zeer prettig pianospel van Steve Fulton en de prominente staande bas van Shawn Supra, alsof Dixon zelf aanwezig is. De prettige en heldere zang van Jewell maakt van het titelnummer een feest dat ook opgeluisterd wordt met een fijne akoestische gitaarsolo en een zeer fraaie basssolo. De band is daarna weer in topvorm in I’m a little mixed up, dat vooral bekend is van Koko Taylor. Contrabassist Supra opent de zeer fraaie soulblues You gonna miss me. Het tempo gaat weer flink omhoog in de boogie Walking with Frankie. In Memphis Minnie’s Nothing in rambling, blinkt Pat Storey uit op banjo. En met de heldere stem van Jewell is dit een juweel van een countryblues. Na het jazzy Don’t leave poor me mag gitarist Jerry Miller weer zijn uitstekende kunsten laten horen. Crazy mixed up world is helemaal in de geest en de sfeer van Little Walter met wederom prachtig gitaarwerk. De slowblues You know my love van Willie Dixon is ronduit schitterend en het album wordt afgesloten met de zeer prettig gemusiceerde en met violen versierde countryblues The poor girls story.

Conclusie: Eilen Jewell is met haar uitstap naar de blues niet gestruikeld maar heeft een zeer prettig in het gehoor liggend bluesalbum afgeleverd. Met heel veel dank aan de uitstekende band en producer en echtgenoot Jason Beek voor het zeer heldere geluid. Een heel mooi album.

Tracks:

  1. It’s your voodoo working
  2. Another night to cry
  3. You’ll be mine
  4. Down hearted blues
  5. I’m a little mixed up
  6. You gonna miss me
  7. Walking with Frankie
  8. Nothing in rambling
  9. Don’t leave poor me
  10. Crazy mixed up world
  11. You know my love
  12. The poor girls story

Line up

  • Eilen Jewell – zang, gitaar
  • Jerry Miller – elektrische gitaar
  • Shawn Supra – contrabas
  • Jason Beek – drums, zang
  • Steve Fulton – pianist
  • Pat Storey – banjo

 

11sep/170

Zwemmen fietsen en lopen

Zaterdag jl. werd in Almere het Europees kampioenschap triatlon gehouden. Een kampioenschap voor sporters die van extremen houden. Eerst even 3,8 kilometer zwemmen en dan de zwembroek voor het wielertenue verwisselen om vervolgens 180 kilometer het snot voor de ogen te fietsen. En als ze dan uitgeput over de finish komen als klap op de vuurpijl nog 42,2 kilometer hard lopen. Je moet er maar zin in hebben.

Op dezelfde dag dat de triatleten in Flevoland hun extreme sport bedreven nam Pascal van Norden zo’n 200 kilometer verder naar het noorden deel aan de 100 km RUN. De Goudse atleet werd in Winschoten, net als vorig jaar, Nederlands kampioen. Honderd kilometer hardlopen door het vlakke Gronings landschap, dat is bijna 2 ½ marathon! Iets minder dan 7 uur afzien, terwijl de regen met bakken uit de hemel viel. Ik moet er niet aan denken, maar ik heb grote bewondering voor sportmensen die deze ultieme uitdagingen aan gaan.

Bewondering heb ik ook voor al die lopers die vrijdagavond regen en wind trotseerden voor de Goudse Nationale Singelloop. Al bijna 30 jaar een sportief volksfeest in de binnenstad van Gouda. Iedereen zijn eigen afstand en zijn eigen tempo maar ook de uitdaging om zo snel mogelijk binnen te zijn.

Zondagmiddag was ik in het Houtmansplantsoen bij de start van Gonda’s grootste open water zwemevenement Enthousiastelingen doken welgebadmutst in het water om 3 kilometer door de Goudse singels en grachten te zwemmen. De iets minder drieste zwemmers konden bij de Kleischuur een baantje van 1 kilometer trekken. Een mooi initiatief dat vorig jaar zijn première beleefde. Hopelijk wordt dit ook net zo’n mooie traditie als de Nationale Singelloop.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties