Gerritschinkel.nl Columns & meer

25sep/170

January rain – JR Clark

Van de uit Michigan afkomstige Amerikaanse zanger-gitarist JR Clark is op 26 april jl. weer een nieuw album verschenen. January rain is het 4e album van Clark met zijn All Star Blues Mob. Zijn band bestaat uit muzikanten die hun sporen ruimschoots hebben verdiend in de bluesscene van Chicago. Bassist Johnny B. Gayden speelde bij Albert Collins & The Icebreakers, Jerry ‘Bam Bam’ Porter drumde bij Buddy Guy en Magic Slim en keyboardspeler Willie Styles toerde met Robert Ward. Op vijf tracks is een blazerssectie prominent aanwezig, bestaande uit trompettist Kenny Anderson (o.a. Luther Allison Band, Chicago Blues All-Stars) en trombonist Johnny Cotton (o.a. Chicago Blues All-Stars, Ohio Players). Januari rain, de opvolger van het in 2014 verschenen When it all comes down, bevat 12 eigen composities en een cover. Het album werd opgenomen in de Joy Ride Studios in Chicago door Blaise Barton en Brian Leach.

De openingstrack begint met een paar drumroffels, waarna de blazers en de ritmesectie invallen en samen met lekkere felle gitaarsolo’s, die me aan Albert King doen denken, het titelnummer in een stevige soulblues omtoveren. Big ol’ world is een klassiek soulnummer, met een pompende bas, blazers en een orgelsolo. In het funky, aan Luther Allison opgedragen Train, komen de gedreven zang en het uitstekende gitaarwerk van Clark naar voren. Today I fell in love all over again is een  soulballad die Clark aan zijn vrouw heeft opgedragen. Mooi gezongen, fijne blazers en een fraaie pianosolo. De geest van Magic Slim hangt boven de gitaarblues Still my baby. Something funny is een relaxt nummer met gitaarwerk in de stijl van Robert Cray, droog drumwerk en weer die funky pompende bas. Het tempo gaat flink omhoog in de bluesrocker Hard workin’, met een scheurende gitaarsolo en een flonkerende pianosolo. Het felle gitaarwerk en de strakke ritmesectie domineren de funky soulblues Storm blowin’, waarna de vrolijkheid toeslaat in Shakin’ margaritas, het verhaal van bardame Maria die cocktails maakt. Shakers, tamboerijn en een fluitsolo maken er een feestelijk geheel van. Your good lovin’ is een doordenderende bluesrocker a la ZZ Top. Gierende gitaren en een vette orgelsolo. Ook in het funky After midnight en Hot lunch mama is de tinkelende en solerende piano van Willie Styles een lust voor het oor. En dan heb ik het nog niet eens over die fantastische ritmesectie. Het album wordt besloten met It’s a man’s world, een cover van de wereldhit van James Brown. JR Clark en de zijnen maken er een prachtige slowblues van. Sterke zang, een lyrische gitaarsolo, een mooie orgelsolo en uiteraard zijn de blazers weer present.

Conclusie: January rain kent geen zwakke punten. Ik heb ruim een uur genoten van dit album. Een absolute aanrader.

Tracks:

  1. January rain
  2. Big ol’ world
  3. Train
  4. Today I fell in love all over again
  5. Still my baby
  6. Something funny
  7. Hard workin’
  8. Storm blowin’
  9. Shakin’ margaritas
  10. Your good lovin’
  11. After midnight
  12. Hot lunch mama
  13. It’s a man’s world

 

25sep/170

Verwarde tijden

‘We leven in verwarde tijden’ hoor ik de laatste tijd vaak zeggen. Aanslagen, aardbevingen, overstromingen, asielzoekers, onveiligheid, verlies aan identiteit, alles wordt er bij gehaald. Onzekerheid of het modder gooien tussen Donald Trump en Kim Jong-un tot een ramp leidt. Toch zijn er altijd al verwarde tijden geweest. Sla de geschiedenisboeken er maar op na. Oorlog en andere ellende waren schering en inslag. Alleen hadden we toen nog geen radio, tv, facebook of twitter en bleef dus veel onbekend.

Voor veel voetbalfans zijn het ook verwarde tijden. Neem de bekercompetitie waarin de verrassingen niet van de lucht zijn. Bekerwinnaar Vitesse wordt in de 1e ronde door de amateurs van AVV Swift roemloos uitgeschakeld. Datzelfde Vitesse speelt een paar dagen later Ajax van de mat. NAC wint voor het eerst tot ongeloof van velen in de Kuip van landskampioen Feyenoord. Het bescheiden Excelsior won nog nooit in Alkmaar van AZ, maar kreeg zondag de bekerfinalist binnen acht minuten op de knieën. Het ongeslagen Jodan Boys verloor zaterdag van het puntloze Smitshoek. Olympia werd zondag in het eerste kwartier zoek gespeeld door Spartaan ’20, vreesde het ergste, maar had na afloop van de wedstrijd wel lekker drie punten binnen. FC Oudewater stond in de rust met 4-1 voor maar verloor sensationeel met 4-5 van Kagia. Haastrecht won zondag met maar liefst 10-0 van Gouderak en dat was nog niet eens de grootste uitslag van het afgelopen voetbalweekend.

Verwarde tijden of niet, die sensationele en onverwachte uitslagen hebben natuurlijk hun charme. Voorspelbaarheid is soms leuk, maar ik moet er niet aan denken dat alle wedstrijden dit seizoen volgens verwachting verlopen. Dan kunnen we beter afspreken alles maar schriftelijk af te doen. Lang leve de onvoorspelbaarheid!

 

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
22sep/170

De charme van het bekervoetbal

De charme van het bekervoetbal zijn de jaarlijkse verrassingen. Bij amateurclubs komen er buitengewone krachten los en dat was in de eerste bekerronde dit jaar ook weer het geval. Ik sla de deelnemers uit de 3e en 2e divisie dan even over want dat die kun je bijna niet meer als amateurs beschouwen.

Een ware sensatie was de prestatie van AVV Swift, de Amsterdamse hoofdklasser die bekerwinnaar Vitesse uitschakelde. Ik moest meteen weer denken aan De Jodan Boys, dat vorig jaar bekertriomfen vierde. Het hoogtepunt was de uitschakeling van eredivisieploeg Go Ahead Eagles. Ik kan me die gedenkwaardige avond nog goed voor de geest halen. Dat heerlijke Engels aandoende stadion De Adelaarshorst aan de Vetkampstraat in Deventer. De buurtbewoners vergaapten zich aan de Goudse invasie. En dan de wedstrijd. Toen Go Ahead Eagles eindelijk 1-0 scoorde wreef een achter mij staande Deventer suppoost mij fijntjes in dat het nu ging beginnen. 'Het zou zo maar kunnen meneer’ was mijn antwoord. Toen Jodan Boys meteen na de pauze de gelijkmaker liet aantekenen keek ik even om of de suppoost er nog was. Hij was er nog, maar hij bezwoer me, ondertussen de trainer van zijn kluppie verwensingen toevoegend, dat dit niet de einduitslag zou zijn. ‘Het zou zo maar kunnen meneer’ antwoordde ik weer. En toen Roald Heerkens Jodan Boys op voorsprong zette keek ik, toen het gejuich was verstomd, achterom om te horen wat de bewuste suppoost nu te zeggen had. Maar de man was in geen velden of wegen te bekennen. Ik heb de goede man daarna helemaal niet meer gezien. Ook niet aan de bar waar hij mogelijk zijn grote verdriet zat te verdrinken.

In de volgende ronde sneuvelde Jodan Boys tegen Vitesse, de latere bekerwinnaar. Van een bekerwinnaar verliezen is geen schande. Met opgeheven hoofd en trots terug naar Gouda.

Jodan Boys speelde enkele weken geleden de openingswedstrijd van het nieuwe seizoen in Amsterdam. Tegenstander was AVV Swift. Een mooie locatie daar in Oud Zuid, midden in een woonwijk. Net als in Deventer. De wedstrijd werd ook nauwkeurig gadegeslagen door trainer Henk Fräser van Vitesse. ‘Jodan Boys ken ik, maar Swift niet’ aldus de sympathieke trainer in de bestuurskamer. Henk nam het zekere voor het onzekere door zijn eerstvolgende bekertegenstander te bestuderen. De doorgewinterde trainer kent ongetwijfeld zijn klassieken.

Afijn, u weet het resultaat. Woensdagavond kwam het sprookje van AVV Swift uit en het team zorgde voor een primeur door een bekerwinnaar in de eerste ronde uit te schakelen. Mike de Ruijter werd de held van Amsterdam en dat heeft hij geweten ook. Overal dook hij op en moest hij voor de zoveelste keer uitleggen wat er door hem heen ging toen hij de laatste strafschop benutte. Zelfs in De Wereld Draait Door was hij present. Roald Heerkens, de Goudse held kan hier over mee praten, hoewel hij niet in DWDD mocht aantreden.

AVV Swift hoopt in de voetsporen te treden van collega hoofdklasser Jodan Boys. ‘Laat nu Ajax, Feyenoord of PSV maar komen’ waren de euforische kreten in Oud Zuid. Ze hebben hun zin gekregen, want de volgende keer mogen ze tegen landskampioen Feyenoord. In de Kuip en dat is wel even iets anders dan het knusse sportpark Olympiaplein. Ik geef ze net als Jodan Boys destijds tegen Vitesse weinig kans in Rotterdam. Maar de wonderen zijn de wereld nog niet uit en mocht Swift ook de primeur hebben om een landskampioen uit te schakelen dan stel ik voor dat de KNVB meteen besluit de bekercompetitie te beëindigen en Swift de beker te geven. Want ga daar nog maar eens over heen.

Jammer trouwens dat Jodan Boys zich een aantal maanden geleden door Sportlust ’46 liet verrassen, waardoor er dit jaar geen bussen besteld hoeven te worden. Volgend jaar dan maar weer?

 

18sep/170

Even lekker wegdromen

De nieuwe voetbalcompetitie begint a.s. weekend weer. Voor veel liefhebbers heeft de zomerstop al veel te lang geduurd. Die bekerwedstrijden zijn leuk, maar ze zien natuurlijk uit naar het echte werk. Voor De JODAN BOYS is het spel al een paar weken aan de gang en de  resultaten zijn heel goed. Sinds zaterdag een gedeelde 2e plaats in de hoofdklasse A en ik heb hier en daar al de term ‘3e divisie’ horen vallen. Dromen mag en ik droom lekker met ze mee.

Vrij naar Kees van Kooten droom ik me verder af. Als OLYMPIA dit seizoen wat minder wisselvallig is dan in het afgelopen seizoen en ook thuiswedstrijden gaat winnen, zie ik een mooie rol weggelegd in de 1e klasse.

ONA weet zo langzamerhand niet meer wat verliezen is. Af en toe een uitglijder, maar twee keer achtereen kampioen worden is een puike prestatie. En waarom zou het gezegde ‘driemaal is scheepsrecht’ in het nieuwe seizoen niet van toepassing kunnen zijn? Ik sluit absoluut niet uit dat ONA, aan de vooravond van hun 100 jarige bestaan, naar de 1e klasse doordendert.

DONK heeft hopelijk het verdriet van de degradatie verwerkt. De resultaten in het bekertoernooi geven in ieder geval hoop voor het nieuwe seizoen. Ik zou niet weten waarom het talentvolle team geen rol van betekenis kan spelen in de 3e klasse C.

Ook GOUDA heeft een kater te verwerken gehad omdat men in het afgelopen seizoen lang gedroomd heeft van de nacompetitie. Als ze net zo spelen als in de 1e helft van de wedstrijd van afgelopen zaterdag tegen Siveo ‘60, dan zie ik het komende jaar mogelijkheden.

En nu maar hopen dat dromen geen bedrog zijn.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
18sep/170

Jewel in my crown – Tom Leggett

Zanger-gitarist Tom Leggett wordt geboren in Little Rock, Arkansas en verhuist in 1997 naar New Orleans om zich onder te dompelen in het rijke (muzikale) erfgoed van deze stad. Hij krijgt gitaarles van de bekende jazzgitarist Hank Mackie en richt in 1999 de jazz-funk band Idletime op. Met deze band toert Leggett door de VS en is openingsact voor o.a. Dirty Dozen Brass Band, Derek Trucks Band, North Mississippi Allstars en de Meters. Na de verwoestende werking van de orkanen Rita en Katrina in New Orleans valt Idletime in 2005  uiteen. Leggett werkt hierna als freelance gitarist in New Orleans. In 2013 verschijnt het door hemzelf geproduceerde debuutalbum Spinnin’ my wheels, een album met blues, country en andere rootsinvloeden.   

In april jl. verscheen het nieuwe album van Tom Leggett. Op dit album met 10 nieuwe door Leggett zelf geschreven songs weet Leggett zich omringd door een  grote all-star band met de beste musici uit New Orleans. Dat Leggett en de zijnen diep geworteld zijn in de New Orleans scene wordt meteen duidelijk. Ferme drumklappen openen het titelnummer Jewel in my crown waarin de zuidelijke sfeer wordt opgeroepen en bij mij ook herinneringen oproept aan Steve Forbert. De funk slaat toe in Little things en de geest van Dr. John waart rond in She prays, met een mooi piano-intro en schitterend blaaswerk. Further I roam  en Edward zijn reggae en een zweem Garland Jeffreys met vlammend gitaarwerk en een dominerende bas. Happy song is gewoon een vrolijk reggaenummer. Een fijne gitaarsolo is te horen in het melodieuze en funky On my way, met wederom die geweldige bas. Na de ballad This time verrast Tom Leggett de luisteraar met Come on back home, een swingende wals met een mooie orgelsolo. Het album wordt besloten met de bluesrocker Whiskey goin’ round. Een pompende bas, een hamerende piano en een scheurende mondharmoncia. Een fraaie finale waarin de whiskey ongetwijfeld rijkelijk zal hebben gevloeid.

Conclusie: Liefhebbers van New Orleans en aanverwante muziek moeten dit heerlijke album onmiddellijk aanschaffen. Een pareltje! De titel Jewel in my crown dekt helemaal de lading.

Tracks:

  1. Jewel in my crown
  2. Little things
  3. She prays
  4. Further I roam
  5. Edward
  6. Happy song
  7. On my way
  8. This Time
  9. Come on back home
  10. Whiskey goin’ round

Line up

  • Tom Leggett – solo gitaar, rhythm gitaar
  • Michael Burkart – orgel, clavinet, piano
  • Rik Fletcher – piano
  • Tom Worrell – piano
  • Terrence Houston – drums
  • Pete Bradish – drums
  • Jerome Harris – drums
  • Scott Jackson – bas
  • Derek Eidson – bas, zang
  • Jimmy Sweetwater – harmonica
14sep/170

Steal your heart – Pam Taylor

Pam Taylor is een singer-songwriter-gitariste uit South Carolina. Zij komt uit een muzikale familie want zowel haar vader als haar grootvader zijn muzikanten en heeft een grote voorliefde voor roots- en bluesmuziek. Met de Pam Taylor Band deelt zij o.a. het podium met Los Lobos, JP Soars, Vasti Jackson, Lionel Young, Elvis Bishop, John Primer, Shooter Jennings en Nick Moss. In 2012 komt haar debuutalbum Hot mess uit en dat album verkoopt heel goed. Na dit debuut wint Taylor drie keer achtereen de Queen City Music Award, een onderscheiding voor de beste vrouwelijke rockartiest. In 2014 gaat The Pam Taylor Band uit elkaar. In 2015 formeert ze met Robert Johnson (of hij een nazaat is van de legendarische bluesman weet ik niet maar met zo’n naam kun je natuurlijk thuiskomen) de band Stolen Hearts. In datzelfde jaar verschijnt hun album Dirty Southern Soul.

Pam Taylor kampt daarna met gezondheidsproblemen en in de liefde is het ook niet allemaal rozengeur en maneschijn. Maar ze overwint deze problemen, duikt de studio in voor het opnamen van haar derde album Steal your heart, dat op 22 september 2017 zal verschijnen. Op dit album wordt Taylor terzijde gestaan door bassist Robert Johnson, drummer Jim Brock en keyboardspeler Jason Atkins.

Het album opent met House of cards, een fel rockend nummer en in het funky Squeeze me gaat de band er ook flink tegenaan. Pam Taylor met haar uitbundige Beth Hart achtige zang, gitaarsolo’s en de strakke ritmesectie. Taylor is vocaal voortreffelijk op dreef in het midtempo It ain’t right, en het  basspel van Johnson mag er ook wezen. Already alright is een intens gezongen ballad, waarbij akoestische en elektrische gitaren elkaar afwisselen en waarbij Atkins kwistig met orgeltonen strooit. Huiveringwekkend mooi. Dat Taylor een uitstekende zangeres en gitariste is bewijst ze weer in Mountain en het jazzy Ordinary en in de bluesballad The rain song. Het tempo wordt weer opgevoerd in de swingende countryrocker Make you mine en het vrolijke Tangled up, waarin Johnson’s bas door blijft rollen naast het droge drumwerk van Brock en de fantastische zang van Taylor. Witches ball is bezwerend en enigszins psychedelisch met een bonkende ritmesectie. De bandleden zijn stuk voor stuk zeer op dreef in Nirvana, met voortreffelijke zang van Pam Taylor die halverwege even moet hoesten voor ze door gaat. Het nut van het slotnummer Snake butt ontgaat me. Ik dacht eerst dat mijn cd speler haperde, maar het ‘nummer’ duurt echt niet langer dan 5 seconden. Een geintje denk ik. Ach, een kniesoor die daar op let.   

Conclusie: Steal your heart is een voortreffelijk album. Pam Taylor heeft een dijk van een stem, speelt uitstekend gitaar en mag zich rijk rekenen met deze puike begeleidingsband.

Tracks:

  1. House of cards
  2. Squeeze me
  3. It ain’t right
  4. Already alright
  5. Mountain
  6. Ordinary
  7. The rain song
  8. Make you mine
  9. Tangled up
  10. Witches ball
  11. Nirvana
  12. Snake butt

 

11sep/170

Down hearted blues – Eilen Jewell

De Amerikaanse singer-songwriter Eilen Jewell is geboren op 6 april 1979 in Boise, Idaho, waar ze ook opgroeit. Ze gaat studeren in Santa Fe, New Mexico, waar ze ook haar muzikale carrière als straatmuzikante begint. Jewell verhuist vervolgens naar Los Angeles waar ze ook als straatmuzikante optreedt op Venice Beach. Weer volgt een verhuizing, nu naar Boston, Massachusetts, waar ze in lokale muziekclubs optreedt. Sinds 2015 woont ze weer in haar geboorteplaats Boise.

In december 2005 neemt Jewell het live-live-album Nowhere in time op en later Boundary County. Haar albums zijn doordrenkt met country, americana, folk met een vleugje rockabilly en surf. Ik maak voor het eerst kennis met de muziek van Eilen Jewell in 2009 met het prachtige en door critici goed ontvangen album Sea of tears. In 2010 verschijnt Butcher Holler, een album met covers van Loretta Lynn. Ze brengt een aantal jaren geleden ook twee gospelalbums uit met haar groep The Sacred Shakers. Eilen Jewell is al jaren een graag geziene gast op Nederlandse podia en ze komt in november weer naar Nederland voor concerten in Arnhem (1 november) en Haarlem (2 november).

Eilen Jewell lijkt dus van vele muzikale markten thuis en op haar nieuwe album Down hearted blues, dat op 22 september zal verschijnen, maakt ze haar eerste uitstap naar de blues. De titel van het album is een verwijzing naar een song van blueszangeres Bessie Smith, een nummer dat later als jazzballad werd opgenomen door Ella Fitzgerald. Het album bevat 12 oude bekende en minder bekende covers van oude bluessongs. De openingssong is It’s your voodoo working van Charles Sheffield en in deze uptempo song geeft meteen de uitstekende band zijn visitekaartje af. In deze band die al jaren de vaste begeleidingsband is van Jewell is gitarist Jerry Miller een van de uitblinkers en dat laat hij daarna horen in de jazzy Lonnie Johnson song Another night to cry met zijn T-Bone Walker achtige gitaarspel. Willie Dixon’s You’ll be mine is een strakke boogie met zeer prettig pianospel van Steve Fulton en de prominente staande bas van Shawn Supra, alsof Dixon zelf aanwezig is. De prettige en heldere zang van Jewell maakt van het titelnummer een feest dat ook opgeluisterd wordt met een fijne akoestische gitaarsolo en een zeer fraaie basssolo. De band is daarna weer in topvorm in I’m a little mixed up, dat vooral bekend is van Koko Taylor. Contrabassist Supra opent de zeer fraaie soulblues You gonna miss me. Het tempo gaat weer flink omhoog in de boogie Walking with Frankie. In Memphis Minnie’s Nothing in rambling, blinkt Pat Storey uit op banjo. En met de heldere stem van Jewell is dit een juweel van een countryblues. Na het jazzy Don’t leave poor me mag gitarist Jerry Miller weer zijn uitstekende kunsten laten horen. Crazy mixed up world is helemaal in de geest en de sfeer van Little Walter met wederom prachtig gitaarwerk. De slowblues You know my love van Willie Dixon is ronduit schitterend en het album wordt afgesloten met de zeer prettig gemusiceerde en met violen versierde countryblues The poor girls story.

Conclusie: Eilen Jewell is met haar uitstap naar de blues niet gestruikeld maar heeft een zeer prettig in het gehoor liggend bluesalbum afgeleverd. Met heel veel dank aan de uitstekende band en producer en echtgenoot Jason Beek voor het zeer heldere geluid. Een heel mooi album.

Tracks:

  1. It’s your voodoo working
  2. Another night to cry
  3. You’ll be mine
  4. Down hearted blues
  5. I’m a little mixed up
  6. You gonna miss me
  7. Walking with Frankie
  8. Nothing in rambling
  9. Don’t leave poor me
  10. Crazy mixed up world
  11. You know my love
  12. The poor girls story

Line up

  • Eilen Jewell – zang, gitaar
  • Jerry Miller – elektrische gitaar
  • Shawn Supra – contrabas
  • Jason Beek – drums, zang
  • Steve Fulton – pianist
  • Pat Storey – banjo

 

11sep/170

Zwemmen fietsen en lopen

Zaterdag jl. werd in Almere het Europees kampioenschap triatlon gehouden. Een kampioenschap voor sporters die van extremen houden. Eerst even 3,8 kilometer zwemmen en dan de zwembroek voor het wielertenue verwisselen om vervolgens 180 kilometer het snot voor de ogen te fietsen. En als ze dan uitgeput over de finish komen als klap op de vuurpijl nog 42,2 kilometer hard lopen. Je moet er maar zin in hebben.

Op dezelfde dag dat de triatleten in Flevoland hun extreme sport bedreven nam Pascal van Norden zo’n 200 kilometer verder naar het noorden deel aan de 100 km RUN. De Goudse atleet werd in Winschoten, net als vorig jaar, Nederlands kampioen. Honderd kilometer hardlopen door het vlakke Gronings landschap, dat is bijna 2 ½ marathon! Iets minder dan 7 uur afzien, terwijl de regen met bakken uit de hemel viel. Ik moet er niet aan denken, maar ik heb grote bewondering voor sportmensen die deze ultieme uitdagingen aan gaan.

Bewondering heb ik ook voor al die lopers die vrijdagavond regen en wind trotseerden voor de Goudse Nationale Singelloop. Al bijna 30 jaar een sportief volksfeest in de binnenstad van Gouda. Iedereen zijn eigen afstand en zijn eigen tempo maar ook de uitdaging om zo snel mogelijk binnen te zijn.

Zondagmiddag was ik in het Houtmansplantsoen bij de start van Gonda’s grootste open water zwemevenement Enthousiastelingen doken welgebadmutst in het water om 3 kilometer door de Goudse singels en grachten te zwemmen. De iets minder drieste zwemmers konden bij de Kleischuur een baantje van 1 kilometer trekken. Een mooi initiatief dat vorig jaar zijn première beleefde. Hopelijk wordt dit ook net zo’n mooie traditie als de Nationale Singelloop.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
7sep/170

Sings Gene Clark – Leo Koster

Zanger/gitarist Leo Koster (Meppel 1953) is al weer wat jaartjes actief in de muziek. In de jaren 70 van de vorige eeuw speelt hij in verschillende Amsterdamse bands. In 1976 verschijnt zijn eerste single This is what I promised, maar het duurt tot 1980 dat Gigs uitkomt, het  eerste album van de Leo Koster Band. Daarna wordt het een tijdje stil rondom Koster, maar in 1999 pikt hij met de Leo Koster Band de muzikale draad weer op en maakt de band, waarvan de samenstelling nogal eens wijzigt, ook weer platen. In 2008 verschijnt Heading for the promise land, een americana album met eigen werk en covers van o.a. Moby Grape, Sir Douglas Quintet, John Coinman en Roger McGuinn. Zijn voorlaatste album  Train of live uit 2015 krijgt lovende recensies.

In 2016 begint Koster met de opnamen van een aantal songs van Gene Clark, een van de oprichters van The Byrds. Koster is sinds 1965, toen het eerste album van The Byrds uit kwam, fan van Gene Clark, de singer-songwriter die op 24 mei 1991 op 46 jarige leeftijd overleed.

Deze opnamen verschenen op 8 augustus jl. op het minialbum Sings Gene Clark. Het album is geproduceerd door Leo Koster en BJ Baartmans. Het openingsnummer is Echoes. Clark schreef dit in 1966 en staat op zijn diens soloalbum Gene Clark with the Gosdin Brothers. Leo Koster c.s. vertolken dit hier met verve. Het pareltje van dit album is For a Spanish guitar. Clark zette dit nummer in 1971 op zijn album White light en het schijnt dat Bob Dylan jaloers was dat hij dit nummer niet had geschreven. Dit nummer krijgt hier een fabelachtig mooie uitvoering met Kees Maat in topvorm op accordeon en een heerlijke fiddle solo van de legendarische Byron Berline. Koster heeft het toch maar mooi voor elkaar gekregen om deze wereldtopper, die o.a. furore maakte bij The Flying Burrito Brothers, Dillard & Clark en op talloze albums van heel veel artiesten speelt, voor een gastrol te strikken. Prachtig! Gene Clark werkte ook samen met Carla Olson. In 1987 verscheen van het duo het album So rebellious a lover, met daarop ook de traditional Fair and tender ladies. De steelgitaar van Andre Sommer en de mandoline van BJ Baartmans vormen de basis van een fraaie vertolking van dit nummer door Leo Koster. Een van mijn favoriete Gene Clark songs is Boston (1967). We horen hier een lekkere felle uitvoering met gitaren, accordeon en een strakke ritmesectie. De uitstekende ritmesectie en de elektrische gitaar zijn ook aanwezig in So you say you lost your baby, weer een nummer uit 1967 van Gene Clark en The Gosdin Brothers. Het album eindigt geheel in de geest en de sfeer van Gene Clark met de countryballad Set you free this time, een song van Turn turn turn, het 2e album van The Byrds uit 1965.

Conclusie: Leo Koster en zijn uitstekende band brengen op dit mini album een schitterende ode aan Gene Clark. Jammer dat het na 6 nummers afgelopen is. Klein maar heel fijn. Dit smaakt naar meer.

Tracks:

  1. Echoes
  2. For a Spanish guitar
  3. Fair and tender ladies
  4. Boston
  5. So you say you lost your baby
  6. Set you free this time

Line up

  • Leo Koster – zang, gitaar, percussie, wurlitzer
  • Bart-Jan Baartmans – gitaar, dobro, mandoline
  • Kees Maat – accordeon, keyboards
  • Sjoerd van Bommel – drums
  • Byron Berline – fiddle (track 2)
  • Andre Sommer – steelgitaar (track 3)
  • Harm van Sleen – upright bas (track 1)
5sep/170

Brookfield – Mike Brookfield

Ik heb vaker geschreven dat het mooie van cd’s recenseren is dat je ook regelmatig onbekende artiesten ontdekt. En dat is nu ook weer het geval bij mijn kennismaking met de Ierse in Dublin woonachtige singer-songwriter-gitarist Mike Brookfield. Tijdens zijn studie in Liverpool, waar Brookfield een jazz opleiding volgt, wordt hij samen met de Amerikaanse jazzpianist Charlie Banacos genomineerd als ‘jazz musician of the year’. Brookfield begint zijn muzikale carrière in 1989 in het Londense West End waar hij optreedt in rockmusicals en als sessiemuzikant werkt. Brookfield heeft een eigen muziekschool in Portmarnock, een plaatsje in het graafschap Dublin. Daar geeft hij gitaarles. Tevens werkt hij als muziekcoördinator voor RTE (‘Raidió Teilifís Éireann’, de Ierse publieke gefinancierde omroepmaatschappij, die meerdere televisie- en vier radiozenders bezit).

Het debuutalbum van Mike Brookfield, Skin on bone, verschijnt in 2012 en drie jaar later komt Love breaks the fall uit. Op 22 september a.s. verschijnt zijn nieuwe album, simpelweg getiteld Brookfield. Op dit album staan elf nieuwe nummers, waarvan Brookfield de muziek heeft geschreven. De teksten zijn van Eamon Carr, voormalig drummer van de Ierse rockband Horslips. De openingstrack A message for Willie Johnson is een funky ode aan Blind Willie Johnson, met lekkere gitaarsolo’s die vervolgens ook te horen zijn in Beaten to death by the blues. De gitaargashendel gaat helemaal open in de uptempo rocker Zombie craze. De rust keert terug in Suitcase blues, met een mooi rustig gitaarintro, maar waar het er daarna steviger aan toe gaat. Bij het schrijven van Don’t close the gates zegt Brookfield beïnvloed te zijn door Eric Clapton en dat is duidelijk te horen in deze slowblues, die sterk doet denken aan ‘nobody knows you when you’re down and out’ van Derek & the Dominos. Living in a better world is lichtelijk psychedelisch met wah wah gitaar. De felle gitaarblues keert weer terug in Letter from the devil, een bluesballad met een muzikale verwijzing naar ‘death letter blues’ van Son House. Hoge roodgelakte schoenen van de ladies zijn het onderwerp in de prachtige slowblues Hi class shoes. Gun crime is weer een uptempo bluesrocker die met felle gitaarsolo’s lekker weg rockt. De zang van Brookfield doet mij hier trouwens denken aan die van Garland Jeffreys. De Amerikaanse bluesgitarist Jimmie Vaughan is volgens Brookfield de inspirator voor This restless heart, waarin Brookfield zijn niet geringe gitaarkunsten weer bot viert. En over botvieren gesproken, Brookfield heeft het mooiste voor het laatst bewaard. Written in chains is het absolute hoogtepunt van het album. Een politiek getinte bluesballad met een hoog Southern rock gehalte in de geest van Lynyrd Skynyrd en The Outlaws. Uitstekende zang en een verpletterende gitaarsolo aan het eind.

Conclusie: Brookfield is een uitstekend album van een uitstekend gitarist en zanger die mij vanaf heden tot zijn fans mag rekenen. Laat ik weer eens een cijfer uitdelen. Een 9!!

Tracks:

  1. A message for Willie Johnson
  2. Beaten to death by the blues
  3. Zombie craze
  4. Suitcase blues
  5. Don’t close the gates
  6. Living in a better world
  7. Letter from the devil
  8. Hi class shoes
  9. Gun crime
  10. This restless heart
  11. Written in chaines

Line up

  • Mike Brookfield – zang, gitaren
  • Andrew Lavery – drums, percussie