Gerritschinkel.nl Columns & meer

27feb/170

Bridge – Lee Palmer

De Canadese singer-songwriter Lee Palmer (1953) is geboren in Hartland, een klein plaatsje van nog geen 1000 inwoners in New Brunswick aan de Canadese oostkust. Palmer woont tegenwoordig in Etobicoke (gemeente Toronto) in de provincie Ontario. Als hij 16 jaar is treedt hij voor het eerst op met zijn band Zithern Image op de Highschool in zijn geboorteplaats Hartland. Zijn eerste gitaar is een Eaton’s Silvertone. Het eerste optreden van Palmer als fulltime muzikant is in Williams Lake, British Columbia. Hij vindt zijn inspiratie eerst in de muziek van Willie Nelson en Don Williams en later in die van Dough and the Slugs, Powder Blues Band en Six Cylinder, lokale bands in Vancouver. Begin jaren 80 vertrekt hij naar de grote stad Toronto.

Maar het duurt tot 2013 eer One take, het eerste album van Lee Palmer wordt uitgebracht. Een live album, in 2014 gevolgd door 60 Clicks en weer een jaar later komt Like Elway uit. Vooral met dit laatste album oogst Palmer lovende kritieken.

Inmiddels is het vierde album in vier jaar verschenen. Oorspronkelijk zou dit album in 2016 uitkomen maar ziekte van Lee Palmer zorgde voor enige vertraging en is nu deze maand uitgebracht. Een album met tien door Palmer geschreven songs, een mix van americana en blues. Bridge is opgenomen in de Metalworks Studio en Palmer produceerde het album zelf met gitarist Elmer Ferrer als co-producer.

Het openingsnummer That’s no way to go is een prachtige rustige song met fijne backingvocals. Dit nummer gaat over de strijd van countryveteraan Glen Campbell tegen de ziekte Alzheimer. In Tulsa sound brengt Palmer een ode aan de sound van JJ Cale. Een opwindend nummer, met verwijzingen naar bekende songs van JJ Cale (After midnight, Cocaïne, Crazy mama, Call me the breeze). Back to lonely is een zeer relaxte ballad met uitstekende zang, backing vocals, piano en een coole gitaarsolo. Het tempo wordt weer opgevoerd in het rockende Our love bears repeating, met een stevige ritmesectie en Hammond- en gitaarsolo’s. In de ballad Did it feel like this wordt Palmer vocaal voortreffelijk geassisteerd door Mary McKay. In de uptempo countryrocker My town en de ballad My old man wordt weer verwezen naar JJ Cale, die Palmer zegt nog elke dag te missen. Hierna komen de blazers in actie in het funky Well, well, well, well en de soulblues Chock full of trouble, met Hammond, heerlijke backing vocals en een vette saxsolo. Lee Palmer heeft het beste voor het laatst bewaard. So long as you’ve been loved is het glinsterende pareltje van het album. Een prachtige folky song met relaxte zang, voortreffelijke backing vocals, de viool van Aaron Solomon, de accordeon van Mark Lalama en de mandoline van Kevin Breit. Werkelijk een wonderbaarlijk mooi nummer.

Conclusie: Bridge is een uitstekend album. Bluesy americana van grote klasse. Het zou mij niet verbazen als dit album aan het eind van het jaar hoog scoort in de traditionele eindejaar lijstjes.

Tracks:

  1. That’s no way to go
  2. Tulsa sound
  3. Back to lonely
  4. Our love bears repeating
  5. Did it feel like this
  6. My town
  7. My old man
  8. Well, well, well, well
  9. Chock full of trouble
  10. So long as you’ve been loved

Line up

  • Lee Palmer – zang
  • Al Cross – drums
  • Alec Fraser – akoestische en elektrische bas
  • Mark Lalama – Hammond orgel, piano en accordeon
  • Kevin Breit – gitaar, mandoline en dobro

Guest performers
Elmer Ferrer, Kiki Ferrer, Aaron Solomon, Turner King, Dave Dunlop, Mary McKay, Lori-An Smith en Patricia Shirley

 

 

27feb/170

De toekomst van het zondagvoetbal

Er is in district West II van de KNVB al jaren een merkwaardige tendens zichtbaar. Steeds meer voetbalverenigingen stoppen met prestatievoetbal op de zondag. Voorbeelden zijn SC Feyenoord, SV Nieuwkoop, VV Schoonhoven, VV Bergambacht, GSV en UNIO. Soms kappen ze er zelfs midden in het seizoen mee zoals vorig jaar SV Gouda en het bestuur van Floreant uit Boskoop trok er een aantal weken geleden ook acuut de stekker uit.

Het einde is nog niet in zicht want ook OVV en Woerden gaan met prestatievoetbal op zondag te stoppen. Deze week las ik dat gerenommeerde clubs als DRL en Hermes DVS het volgend seizoen ook voor gezien houden. En ik hoorde dat VV Moordrecht het ook overweegt, maar ik weet niet wat daar van waar is.

Het wordt rustig op de voetbalvelden op zondag. Bij sommige verenigingen wordt er op de Dag des Heren nog recreatief tegen een balletje getrapt, maar het Groenhovenpark is op zondag een oase van rust.

‘Het zondagvoetbal is ten dode opgeschreven’ hoor ik steeds vaker beweren. Zo somber zie ik het (nog) niet in, maar het is wel een zorgwekkende ontwikkeling. Wat b.v. te denken van de logistieke problemen. Langere reistijden voor de overblijvende zondagteams en het aantal wedstrijden op de zaterdag neemt dusdanig toe dat ik me afvraag of de capaciteit van de velden genoeg is.

Ik vind het wel frappant dat het vooral in district West II speelt. Ik weet niet of de KNVB hier zicht op heeft anders zou ik dit maar snel onderzoeken.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
21feb/170

Baja Louisiana – Douglas Greer

Douglas Greer is geboren in Port Arthur, Texas, alwaar hij na een ‘uitstapje’ naar Austin, inmiddels ook weer woont. Zijn stijl doet denken aan die van musici als Ryan Adams, Joe Ely, Waylon Jennings en Ray Wylie Hubbard en als het wat steviger wordt aan die van James McMurtry en Steve Earle.

In 2006 brengt Greer zijn debuutalbum uit, Just a man. Een album dat destijds lovend wordt ontvangen en de eerste plaats van de EAC (Euro Americana Chart). Greer is in Nederland ook geen onbekende en heeft meerdere radioshows gedaan.

Zijn tweede album, Baja Louisiana, heeft 10 jaar op zich laten wachten en verscheen al weer een paar maanden geleden, maar mag desondanks onder het motto beter laat dan nooit, wat mij betreft niet onbesproken blijven. Baja Louisiana werd opgenomen in de Congress House Studio in Austin en is geproduceerd door multi-instrumentalist Mark Hallman. Behalve Hallman spelen op het album een aantal gerenommeerde gastmusici mee.

Het album opent met het melodieuze Back in my skin again, gevolgd door de uptempo countryrocker Take my name off your facebook page met lekkere gitaarsolo’s van door o.a. van Lucinda Williams en Joe Ely bekende gitarist David Grissom. Out of my mind is een heerlijke song die me doet denken aan de rootsrockband Loose Diamonds. Witches is een prachtige countryballad met subtiel gitaarwerk en een heerlijk orgel. In Port Acres zingt Greer over zijn jeugd in Texas. Dit nummer is een van de hoogtepunten van het album en dat komt vooral door de accordeon. Dat werkelijk prachtige nummer wordt gevolgd door het Waylon Jennings achtige Miss right now, met een mooie gastrol van pianist Michael Ramos en een prettige gitaarsolo van David Grissom. Grissom mag ook in Call me on it een paar solo’s ten beste geven. En weer die fraaie orgeltonen van Mark Hallman! Saving grace is een mooie song, met ingetogen begeleiding. Feller gaat het er aan toe in Christmas in the Travis County Jail met indringend gitaar werk van Bradley Kopp. De lyrische gitaarsolo’s van Kopp in het mooie met orgel ‘versierde’ Let’s sit down mogen er trouwens ook wezen. Jammer dat het album na het korte Dead unicorns is afgelopen.

Conclusie: Baja Louisiana is een heel lekker in het gehoor liggend album. Americana van de bovenste plank. Een topper in zijn genre.

Tracks:

  1. Back in my skin again
  2. Take my name off your facebook page
  3. Out of my mind
  4. Witches
  5. Port Acres
  6. Miss right now
  7. Call me on it
  8. Saving grace
  9. Christmas in the Travis County Jail
  10. Let’s sit down
  11. Dead unicorns

Line up

  • Douglas Greer – akoestische gitaar, zang en backing vocals
  • Mark Hallman – drums, bas, gitaar, keyboards, accordeon, harmonie vocals
  • David Grissom – elektrische gitaar (tracks 2, 6 en 7)
  • Bradley Kopp – gitaar (tracks 9 en 10)
  • Michael Ramos – piano (track 6)

 

20feb/170

De sportvrijwilligers

Buiten Noord Brabant hadden tot voor kort denk ik weinigen gehoord van voetbalvereniging VV Bladella. Maar afgelopen week was de wereld te klein en werd het bestuur van de Bladelse club van alle kanten verketterd en door eencelligen zelfs bedreigd vanwege het besluit om vier jeugdspelers die te weinig Nieuwjaarsloten hadden verkocht te royeren. Ook de KNVB deed een duit in het zakje, maar die moeten eigenlijk helemaal hun mond houden. Ik heb de indruk dat deze bond er vooral ter meerdere eer en glorie van zichzelf is. Maar dat is een ander verhaal.

Ik vind het royement van de spelertjes ook nogal wat. Die voetballertjes kun je niets kwalijk nemen, maar de rol van de ouders is voor zover ik kan beoordelen dubieus. Het beleid was al jaren geleden door de leden goedgekeurd en dan moet je achteraf niet zeuren.

Vrijwilligers liggen niet meer voor het oprapen. Regelmatig lees je oproepen voor vrijwilligers. Het is al zo ver gekomen dat verenigingen hun horeca hebben uitbesteed. En dat de bar niet meer altijd meer open is.

Het zal de tijdgeest zijn, maar het is erg gemakkelijk om langs de lijn commentaar te leveren zonder zelf de handen uit de mouwen te steken. Je bent tenslotte lid van een vereniging en dan heb je ook verplichtingen. Betrokkenheid heet dat! Is het nou echt te veel gevraagd om 2 of 3 keer per seizoen een keer achter de bar te staan? Of andere klusjes voor je club te doen? Ik dacht het niet.

 

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
19feb/170

De vrijwilliger

Buiten Noord Brabant had deze week volgens mij nog nooit iemand gehoord van de voetbalvereniging Bladella uit Bladel. VV Bladella, opgericht op 10 augustus 1910. Een voetbalvereniging die dus al meer dan een eeuw bestaat. De afgelopen week was de wereld te klein en struikelde Jan en Alleman over het besluit van het bestuur van Bladella om vier jeugdspelers te royeren die niet genoeg loten voor de Nieuwjaarsloterij hadden verkocht. “Schande, hoe durven ze” was nog zo ongeveer de minst verregaande reactie. Maar zoals altijd zijn er ook eencelligen bij wie de stoppen meteen doorslaan en de meest idiote bedreigingen uitten. En vaak zijn dat figuren die van de hoed noch de rand weten, maar bij het eerste beste moord en brand schreeuwen. Zelfs de KNVB mengde zich in de discussie, maar die moeten wat mij betreft helemaal hun mond houden. Ik heb regelmatig de indruk dat deze bond er niet voor de verenigingen is, maar ter meerdere eer en glorie van zichzelf.

Ik vind het ook nogal wat dat het bestuur overgaat tot het royeren van die vier spelertjes. Die kun je niets kwalijk nemen, want zij worden ook maar met een opdracht opgezadeld. Op de rol van hun ouders is wel het nodige aan te merken, want ik begrijp dat dit beleid tijdens een Algemene Leden Vergadering van de club is aangenomen. Dan moet je achteraf niet zeuren en gewoon het ontbrekende bedrag bij leggen. En dat het bestuur desondanks de rug recht houdt is ook wel te prijzen.

Vrijwilligers liggen de laatste jaren niet meer voor het oprapen. De tijden dat er bij sportclubs voorzitters rondliepen die dat meer dan 25 jaar deden liggen ver achter ons. Voorzitterstypes als Dolf van der Speld van ONA en Bart van der Sprong van DONK zie je niet meer. De heer Oussoren stond decennia lang synoniem voor GRTC Excelsior. Regelmatig lees je oproepen voor vrijwilligers. Oproepen voor jeugdleiders, scheidsrechters, ouders die hun kinderen naar de wedstrijden willen rijden. En vooral ook barmedewerkers. Het komt regelmatig voor dat de bar wegens gebrek aan personeel op bepaalde tijden gewoon gesloten is. Bij CVC Reeuwijk was de nood een aantal jaren zelfs zo hoog dat de gehele horeca van de club is uitbesteed.

Maar gelukkig zijn ze er nog, die vrijwilligers die bijna al hun vrije tijd opofferen. Iedere sportvereniging heeft wel een of meerdere van die mensen die ik er van verdenk dat ze zelfs een bed bij hun club hebben staan. Mooie voorbeelden zijn de schoonmaakploegen die vaak op maandmorgen de rotzooi van het weekend opruimen. Tijdens het Sportgala vorige week vrijdag werd ook een aantal vrijwilligers in het zonnetje gezet. Iemand die meer dan 20 jaar elke zaterdag achter de kassa zit moet je koesteren. Ik kwam gistermorgen Ronald van Zwienen tegen. Jaren zelf voorzitter geweest van Vires et Celeritas en nog steeds actief binnen de Goudse handbalvereniging. Net als zijn halve familie. Je moet er als club toch niet aan denken dat de firma van Zwienen er om welke reden dan ook de brui aan geeft. Dan heb je als club een groot probleem lijkt mij.

Het zal allemaal wel met de tijdgeest te maken hebben. De individualisering slaat toe in onze maatschappij. Een gegeven waar je nu eenmaal mee te maken hebt. Maar het is wel erg gemakkelijk om langs de lijn allerlei commentaar te leveren zonder zelf de handen uit de mouwen te steken. Je bent tenslotte lid van een vereniging en kies je daarvoor dan betekent dat niet alleen de lusten, maar ook de lasten te dragen. Het is wel heel gemakkelijk om zaterdagmorgen om 9 uur je kind te droppen, hem of haar 5 euro in de hand te stoppen om een frietje en een colaatje te kunnen kopen en zoon-/dochterlief ’s middags om 3 uur weer te komen ophalen. Bestuursleden doen het in de ogen van velen nooit goed. Maar doe het dan lekker zelf zou ik willen zeggen.

De meeste sportverenigingen hebben een vrijwilligersbeleid. Een beleid waarin het ook mogelijk is om vrijwilligerstaken af te kopen. Nu zijn er principiële tegenstanders van, maar je moet als club toch wat. Ik ben hier in ieder geval niet op tegen, maar het komt het echte clubgevoel niet ten goede. Is het nou echt te veel gevraagd om b.v. 2 of hooguit 3 keer per seizoen een keer achter de bar te staan? Of andere klusjes te doen? Ik dacht het niet.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Gouwestad Sport Geen reacties
16feb/170

30.000 Miles – Jocelyn & Chris Arndt

Er zijn veel familiaire betrekkingen in de muziekscene. Je hebt broederschappen als Ray en Dave Davies (The Kinks), Liam en Noel Gallagher (Oasis), Caleb, Nathan en Jared Followill (Kings of Leon), Thom, Colin en Jonny Yorke (Radiohead). Zusterschappen als Suzanne en Monique Klemann (Lois Lane). Ruth, Anita, Bonnie en June Pointer (Pointer Sisters). En muziekduo’s die bestaan uit broer en zus zoals het Amerikaanse duo Richard en Karin Carpenter en het Australische singer-songwriter duo Angus en Julia Stone..

Ook Jocelyn & Chris Arndt zijn broer en zus. Een heel jong retrorockduo, (21 en 20 jaar) uit Cambridge, Massachusetts. Zangeres Jocelyn en gitarist Chris, studenten aan de Harvard University, maar als ze niet studeren maken ze volop muziek. Vorig jaar verscheen hun in de VS goed verkochte debuutalbum Edges, een album met een gastrol voor toetsenist Danny Louis van Gov’t Mule.

In 2016 maakten Jocelyn & Chris Arndt met hun vaste band, bestaande uit bassiste Kate Sgroi en drummer David Bourgeois, een grote tournee door 21 staten van de VS. In januari 2017 verscheen het livealbum 30.000 Miles. De titel zegt het al, een album met opnamen van die grote tournee van optredens tijdens het CMJ Music Festival (NY), het Rock n‘ roots music festival Lake George (NY), The Linda Albany (NY), BBQ Joint Sugar’s Ribs in Chattanooga (TN), Viper Room on Sunset Strip in Hollywood (CA). En van live radioperformances bij WDST in Woodstock, en WEXT in Troy (NY).

De veertien nummers op 30.000 Miles geven een goede weergave van de muzikale vaardigheden van het jonge duo. Bruisende, energieke bluesrock. Chris Arndt is een uitstekende gitarist die zich niet verliest in ellenlange solo’s, maar in songs als Cinderella en Jagged er toch lekker op los soleert. Zangeres Jocelyn heeft een stem als een megafoon en de vergelijking met Grace Slick (Jefferson Airplane) dringt zich meerdere keren op, maar zij kan ook de vergelijking met Alanis Morrisette en Janis Joplin soms moeiteloos doorstaan. Tracks als Too much to me, Where is the rain en Gaslight worden volledig gedomineerd door haar uitbundige zang. Voeg daar de voortreffelijke ritmesectie aan toe en je hebt een geweldige band. Hoogtepunten zijn verder Hot en One kiss, maar het absolute prijsnummer is Give me one reason, een cover van Tracy Chapman. “This is my favorite song” zegt Jocelyn. En dat is niet tegen dovemans oren gezegd want de band perst er een voortreffelijke versie uit. Uitbundige zang, gitaarsolo’s, drums en bas en vooral ook een schitterende orgelsolo.

Conclusie: Aan het eind van elk nummer klonk een groot applaus en dat is meer dan terecht. Blues(rock) leeft als nooit tevoren en het bewijs wordt door jonge honden als Jocelyn en Chris Arndt met hun album 30.000 Miles geleverd.

Tracks:

  1. Cinderella
  2. Too much to me
  3. Give me one reason
  4. Hot
  5. Jagged
  6. Where’s the rain
  7. Because of you
  8. Two left feet
  9. One kiss
  10. Gaslight
  11. Shame
  12. Icebreaker
  13. Give me one reason (radio edit)
  14. Hot (radio edit)

 

 

13feb/170

Het jaarlijkse Goudse sportfeest

De jaarlijkse Goudse sportverkiezingen zijn weer achter de rug. Sporthal De Mammoet was vrijdag jl. weer het sfeervolle trefpunt van sportminnend Gouda. Genomineerden met hun familie en fans namen vol verwachting hun plaatsen in. Na jaren van de grappen en grollen van de joviale Koert Westerman en de strakke en professionele presentatie van Gert van ’t Hof vorig jaar mocht nu oud wielrenster Marijn de Vries het geheel in goede banen leiden. Een andere stijl dan haar voorgangers, maar een pluim voor haar inlevingsvermogen van en interesse voor de genomineerde sporters. Je kon echt zien dat Marijn zelf topsportster is geweest.

Helaas waren niet alle genomineerden aanwezig, maar eigenlijk was dat een goed teken. De genomineerde sportvrouwen waren in actie in het buitenland of in voorbereiding op het NK. Druk bezig om al weer te werken aan een nominatie voor 2017.

Waar winnaars zijn zijn ook verliezers, maar dat heb ik vrijdagavond niet gemerkt. Er waren alleen winnaars. Ik heb geen onvertogen woord gehoord. Wel via enkele reacties op social media. Daar werd gerept van een lachertje en meewarig gesproken over kampioenen figuurzagen en juryleden die de ballen verstand hebben van topsportprestaties. Ach we worden de laatste tijd wel vaker geconfronteerd met alternatieve feiten.

O ja, nog een tip voor de verenigingen die hun vrijwilligers voordragen voor een onderscheiding. Zorg er dan ook voor dat deze helden, want dat zijn ze, ook aanwezig zijn.   Alleen vakantie of ziekte is een excuus. Laat ze hun feestje niet missen.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
8feb/170

Live 2016 – Dirty 5

België, land van speciale biertjes. Land van Suske en Wiske, van Urbanus en van mooie oude steden. Land van friteskotten en fantastische visrestaurants. Heerlijk vakantieland, waar je ongestraft de Bourgondiër kunt uithangen. Maar ook op het gebied van de bluesmuziek wordt België steeds een leuker land. Er is een bloeiende bluesscene. Wat te denken van de levende legende Roland van Campenhout. The Bluesbones, The one man bluesband Tiny Legs Tim, Blues Karloff, The Zoomatics. En zo kan ik nog even doorgaan.

Deze maand maakte ik kennis met Dirty 5, een Vlaamse bluesband. Dirty 5 bracht in 2015 een demo cd uit met covers van Johnny Guitar Watson, Kenny Wayne Shepherd, Lenny Kravitz en Jimi Hendrix. Onlangs verscheen hun eerste ‘echte’ album Live 2016, met 10 livetracks, vorig jaar opgenomen in Blues-Sphere in Luik. En net als op de demo zijn het ook nu weer allemaal covers.

De opener Linda Lu is een lekkere midtempo blues met een huilende mondharmoncia. Thomas Vandenabeele blaast er in Junior Wells’ Snatch it back and hol dit weer lustig op los, ondersteund door een strakke ritmesectie en een lekkere gitaarsolo. Outside woman blues van Blind Joe Reynolds uit 1929 krijgt een fantastische eigen uitvoering. Het eerste rustpunt is Magnolia, een cover van JJ Cale uit 1971. Ingetogen zang en gitaarwerk en een dromerige mondharmonica. Heel mooi en ik denk dat JJ Cale vanaf zijn wolk goedkeurend zal hebben geknikt. De vijf mannen van Dirty 5 vergeten ook hun landgenoten niet te eren en brengen een spetterende bluesrockversie van Shake ‘m van de Leuvense bluesrockband El Fish. Apart is de bluesy versie van Always on the run van Lenny Kravitz, een nummer dat Dirty 5 eerder op hun demo album uit 2015 had opgenomen. Weer die huilende mondharmoncia, de uitstekende ritmesectie en een vette gitaarsolo. Little Walter’s My baby is sweeter is een heerlijk trage slowblues met weer een prachtrol voor Thomas Vandenabeele. Just the two of us van Bill Withers valt een beetje uit de toon bij het vorige, maar echt slecht is het nou ook weer niet. In Broke and hungry  van Junior Wells is de (funky) bluessfeer weer helemaal terug met een felle gitaarsolo en uiteraard de mondharp. En over mondharp gesproken, Vandenabeele gaat helemaal los en met hem de hele band in de uptempo bluesrocker Boogie van hun landgenoten Mambo Chillum. Een feestelijk vet rockend slotakkoord.

Conclusie: Dirty 5 heeft mijn hart gestolen met hun eerlijke recht voor zijn raap bluesrock. Hun optredens lijken mij, afgaand op dit live-album, een feest. De komende maanden zijn ze op tournee in Vlaanderen en op 18 februari a.s. treden ze op in Café Koningshuys in Delft. Gaat dat zien en vooral horen.

Tracks:

  1. Linda Lu
  2. Snatch it back and hold it
  3. Outside woman blues
  4. Magnolia
  5. Shake ‘m
  6. Always on the run
  7. My baby is sweeter
  8. Just the two of us
  9. Broke and hungry’
  10. Boogie

Line up:

  • Jan Bruynooghe – zang en gitaar
  • Stefan Gulinck – gitaar
  • Thomas Vandenabeele – mondharmonica
  • Pascal Claeys – drums
  • Wolf Everaert – bas
7feb/170

Unleashed – Dave Fields

Multi-instrumentalist Dave Fields, zoon van componist/arrangeur Sammy “Forever” Fields, groeit op in New York City. Dave Fields is als kind vaak te vinden in de opnamestudio van zijn vader. Hier komt hij in contact met muzikanten als Sammy Kahn, Rupert Holmes en Stevie Wonder. Fields studeert af aan het Berkelee College of Music in Boston, Massachusetts. Na zijn studie speelt hij als gitarist en multi-instrumentalist op meerdere platen en schrijft en produceert commercials voor radio en tv. John Mayall neemt in 2009 op zijn album Tough Fields compositie Train to my heart op. In 2012 wordt hij, samen met John Hammond en Gary U.S. Bonds, voorgedragen in de New York Hall of Fame. In 2006 besluit hij aan een eigen carrière te gaan werken en in 2007 brengt hij zeer eerste album Time’s a wastin’ uit.

Vorige maand verscheen het nieuwe album van Dave Fields, Unleashed, als opvolger van het album All-in uit 2014. Unleashed heeft 14 tracks, waarvan 11 eigen nummers en 3 covers. En van die 14 tracks zijn er 7 nummers live opgenomen. De opener, de instrumental Anticipating you, knalt er meteen keihard in. Heavy jazzrock met een swingende ritmesectie, keys en gitaarsolo’s. Gierende gitaarsolo’s en een beukende ritmesectie zijn te horen in de Don Nix klassieker Going down. Striemende en striemende gitaarsolo’s bepalen ook het geluid van de midtempo bluesrocker Child of the world en de slowblues My mama’s got the blues. Het funky The boys want to play swingt de pan uit met mondharmonica, gitaar, congas en backingvocals van Lisa Sherman. In Jagged line pt 1 en pt 2 verhaalt Fields volgens zeggen over zijn jeugd. Better be good en How am I doing zijn keiharde bluesrockers met wah wah gitaar en een doordenderende ritmesectie en Pocket full of dust is een slowblues. Met de livetracks Hey Joe en The star spangled banner brengt Fields een ode aan Jimi Hendrix. Hij steekt hier de legendarische Hendrix niet naar de kroon, maar Dave bewijst wel degelijk dat hij een uitstekende gitarist is. En in de jazzy ballad NYC Nights, een ode aan The Big Apple, speelt hij alle instrumenten, behalve de viool, zelf. Een ware multi-instrumentalist. In de laatste track, de bluegrass achtige rocker L.E.S. Hoedown, probeert Fields het wereldrecord snel gitaarspelen te verbeteren. Alsof wijlen Alvin Lee van Ten Years After hem in de coulissen staat aan te moedigen.

Conclusie: Liefhebbers van keiharde gitaar-blues-rock kunnen hun hart met Unleashed ophalen. Een uitstekend album.

Tracks:

  1. Anticipating you (live at Al Weber’s)
  2. Going down (Don Nix) (live at The Stanhope House)
  3. Child of the world
  4. My mama’s got the blues
  5. The boys want to play
  6. Jagged line pt. 1
  7. Jagged line pt. 2
  8. Better be good (live at The Stanhope House)
  9. How am I doing?
  10. Pocket full of dust (live at The Robin’s Nest)
  11. Hey Joe (Billy Roberts) (live at The Robin’s Nest)
  12. The star spangled banner/Hey Joe (reprise) (live at The Robin’s Nest)
  13. NYC Nights
  14. E.S. Hoedown (live at Al Weber’s)

Line up:

  • Dave Fields – zang, gitaren, bas, drums en keys
  • Erik Boyd – bas (tracks 1,4,9,14)
  • Andy Huenerberg – bas (tracks 2,8,10,11,12)
  • Buddy Alen – bas (tracks 2,5)
  • Chris Tristram – bas (tracks 6,7)
  • Kenny Soule – drums (tracks 1,3,5,9)
  • Sam Bryant – drums (tracks 2,8)
  • Van Romaine – drums (tracks 6,7)
  • Dave Moore – drums (tracks 10,11,12,14)
  • Vladimir Barsky – keys (track 1), orgel (track 3,6,7) en piano (track 14)
  • Doug Hinrichs – percussie (track 1)
  • J.T. Lauritsen – mondharmonica (track 4,5)
  • Lisa Sherman – backingvocals (track 5)
  • Juan Pertuz – congas (track 5)
  • Gary Oleyar – viool (track 13)
6feb/170

Een zondagmiddagje rugby

Liefhebbers van American football waren zondagnacht in de ban van de Super Bowl, het grootste sportevenement van de Verenigde Staten. The New England Patriots versloegen in Houston in de finale The Atlanta Falcons. Quarterback Tom Brady was de superster en Lady Gaga bumgeejumpte van het dak.

Ik heb het ‘gedoe’ van de Super Bowl voor kennis aangenomen. Ik kijk liever naar een sport die verwantschap vertoont met American football. Zondagmiddag was ik in sportpark de Uiterwaarden, waar RFC Gouda de strijd aanbond tegen een team van het roemruchte Ascrum. Wat een verschil met de glamour en glitter van de Super Bowl. De eenvoud straalt er van af. Spelers komen niet in grote bolides aangescheurd en hebben ook geen koptelefoons op hun hoofd. De van oorsprong Australische scheidsrechter had zijn hond meegenomen en staat na afloop van de wedstrijd rustig een sigaretje te roken en is al heel blij met een paar biertjes en een broodje frikandel met mayonaise.

Dan de wedstrijd zelf. Spelers die wegens onsportief gedrag een gele kaart kregen en voor straf 10 minuten naar de kant moesten accepteerden dit deemoedig en zonder protest en worden na die straf weer door de tegenstander met applaus werden begroet alsof er niets was gebeurd. Het publiek was wel kritisch, vooral op hun eigen spelers, maar verbale en andere ellende heb ik niet gezien. Het woord hooligan kennen ze niet. Een verademing!

De Goudse rugbyers namen sportief wraak voor de in Amsterdam geleden nederlaag. De handen werden geschud en men ging gezamenlijk op weg naar de 3e helft.

 

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties