Gerritschinkel.nl Columns & meer

10nov/160

The calling – The Imperial Crowns

The Imperial Crowns is een bluesrock groep uit Los Angeles. De band wordt in de jaren 90 van de vorig eeuw opgericht door de in Houston opgegroeide zanger en acteur Jimmie ‘the dynamic’ Wood, gitarist J.J. Holiday, drummer Michael Barsimanto en bassist Keith ‘Foxxe’ Karman. The Imperial Crowns is nu al jaren een trio dat naast zanger Jimmie Wood, gitarist J.J. Holiday wordt gevormd door drummer Billy Sullivan. De leden van The Imperial Crowns zijn door de muzikale wol geverfd want ze speelden samen met o.a. Charlie Musselwhite, Bruce Springsteen, Greg Allman, Bob Dylan, Taj Mahal, Billy Preston, The Blind Boys, Cheap Trick, Jean Luc Ponty, The Blues Brothers, Beck, Otis Clay, Lightnin’ Hopkins, Robert Jr. Lockwood, Johnny ‘Guitar’ Watson en Freddie King. Ik bedoel maar. Hun debuutalbum Imperial Crowns verschijnt in 1997. In de jaren daarna brengen ze nog drie albums uit, Hymn book (2004), het livealbum Preachin’ the blues (2005), opgenomen in het Duitse Rockpalast, en Star of the west (2007). Daarna is het op platengebied lange tijd heel stil. Maar optreden doen ze wel en hebben in de loop der jaren ook in Europa een grote schare fans opgebouwd. Vorig jaar was de band nog te bewonderen in Ospel tijdens Moulin Blues als begeleiders van Kent Burnside, de kleinzoon van de legendarische R.L. Burnside.

Vorige maand verscheen er na 10 jaar weer een nieuw album van The Imperial Crowns, The calling, een album met 12 songs. Met een felle gitaarriff in de opener I gotta right horen we meteen wat voor vlees we in de kuip hebben. Hevig rockende blues met fel gitaarwerk, scheurende mondharmonica en een forse ritmesectie, zoals ook te horen in het titelnummer. Grace under pressure is een zeer stevige bluesballad en in Wasn’t love at first sight zijn de echo’s van The Rolling Stones en The J. Geils Band te horen. In de boogie Love ’n the devil komen de blazers er bij. Jimmie Wood blaast een ‘luie’ mondharmonica in de ballad Something of value, waarin J.J. Holiday lekker op dreef is op slide. Dat de band ook melodieus uit de hoek kan komen wordt bewezen in The mark of Cain met de backing vocals van Rachel C. Wood, de blazers en de piano van Benmont Tench. De hamerende piano van Tench is ook te horen in de uptempo Stones achtige bluesrocker Miz Aphrodite. Heerlijk nummer. Liberate is weer een bluesballad met de blazers, de uitbundige zang van Wood en de backing vocals. Het is weer volop rocken in Third world war en in het funky Papa lawd is Holiday ook te horen op tiple en Sullivan op djembe. Het slotnummer Question mark is weer een bluesrocker in de stijl van J. Geils en The Stones, met een zeer energiek zingende Wood.

Conclusie: The Calling is een (h)eerlijk bluesrockalbum van een zeer energieke band. Jammer dat ik de optredens van The Imperial Crowns in Nederland deze maand heb gemist. Net te laat. Jammer. Dan de cd maar keihard draaien. Hulde trouwens voor het fraaie boekwerkje bij de cd met alle teksten en mooie foto’s van David Palmer.

Tracks:

  1. I gotta right
  2. The calling
  3. Grace under pressure
  4. Wasn’t love at first sight
  5. Love ’n the devil
  6. Something of value
  7. The mark of Cain
  8. Miz Aphrodite
  9. Liberate
  10. Third world war
  11. Papa lawd
  12. Question mark

Line up:

  • Jimmie Wood – zang, gitaar, harmonica
  • J.J. Holiday – (slide) gitaar, tiple, zang
  • Billy ‘Champagne’ Sullivan – drums, percussie, keyboard, djembe
  • Andre Berry – bas
  • Bob Glaub – bas
  • Benmont Tench – piano
  • Rachel C. Wood – backing vocals
  • Mike Rocha – trompet
  • Ryan Dragon – trombone
  • Peter Slocombe – tenor- en baritonsaxofoon