Gerritschinkel.nl Columns & meer

31okt/160

Het was me het sportweekje wel

Mijn glazen bol was vorige week duidelijk beslagen waardoor ik de uitslag van de bekerwedstrijd Go Ahead Eagles – Jodan Boys niet goed kon voorspellen. Het wonder van Deventer heeft zich voltrokken en de Goudse voetbaltrots kreeg van alle kanten lof toegezwaaid. Het Goudse sprookje krijgt een vervolg in Arnhem. De wens van matchwinner Roald Heerkens is vervuld, hij krijgt weer een wedstrijd in een stadion. En nog wel eentje met een dak erop. Een simpel rekensommetje leert dat Jodan Boys nog 270 minuten verwijderd is van De Kuip en nog 360 minuten van rechtstreekse plaatsing voor Europees voetbal. In mijn glazen bol zie ik Hertog II, de Noord Amerikaanse zeearend in het Gelredome van angst bibberen. Het clubsymbool van Vitesse heeft duidelijk bange voorgevoelens.

Genoeg gedroomd. Er was meer dan voetbal de afgelopen week. De nieuwe Goudse wethouder van sportzaken viel met zijn neus in de boter. Eerst met de bus naar Deventer en vrijdag de huldiging van de Goudse paralympische medaillewinnaars. Beter laat dan nooit, maar dat kun je Jan Willem van Gelder niet aanrekenen. En zaterdagnacht was diezelfde wethouder een prominent zwemmer bij de actie ‘Spieren voor Spieren’. Het voelde een beetje vreemd aan, in het holst van de nacht zwemmen in het Groenhovenbad en ik beloof hierbij volgend jaar mee te zwemmen.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
30okt/160

Cupfighters

Ik heb het even snel voor u uitgerekend. Jodan Boys is nog 270 minuten verwijderd van De Kuip. Of om nog verder te dromen, Jodan Boys is nog 360 minuten verwijderd van Europees voetbal. Directe plaatsing voor de poulewedstrijden in de Euroleague. Jodan Boys op Old Trafford? Jodan Boys in Parc des Princes? Jodan Boys naar Istanbul? Of Jodan Boys naar Sevilla? Of soms Schalke ’04? Misschien naar Oostende? Oostende, lekker dichtbij natuurlijk. Kan ik er meteen een lang weekend in deze mooie Vlaamse kuststad aan vastknopen.

U zult nu wel denken, die Gerrit Schinkel heeft of cocaïne gesnoven of hij is totaal ladderzat en slaat de grootste onzin uit. Maar ik kan u geruststellen, ik ben zo nuchter als een kalf. En of ik onzin uitkraam dat is nog maar de vraag omdat ik na afgelopen weken helemaal nergens meer van sta te kijken. Was de onwaarschijnlijke inhaalslag tegen Sliedrecht in het begin van de competitie een wonder, vorige week zaterdag deed Jodan Boys dat nog even dunnetjes over. Uit totaal geslagen positie een 4-1 achterstand ombuigen in een 4-4 eindstand zou zelfs boeienkoning Houdini niet hebben kunnen voorspellen. Maar als klap op de vuurpijl was daar het wonder van Deventer. In een door 1000 Goudse fans bevolkte kolkende Adelaarshorst werd eredivisieploeg Go Ahead Eagles uit de KNVB beker gekegeld. De Deventer adelaar viel keihard te pletter en de gevolgen daarvan waren nog uren na afloop van de match in de omgeving van de Vetkampstraat te horen. En dat er een horde Overijsselse eencelligen zo nodig de randdebiel moest uithangen nemen we maar glimlachend voor kennisgeving aan. Gelukkig waren er in Deventer ook heel aardige mensen die de welgemeende felicitaties richting Gouda stuurden. De speciale supporter sjaals oogsten trouwens heel veel bewondering in Deventer. Maar het was na afloop wel een beetje onheilspellend. Oerdriften zijn blijkbaar niet altijd te beteugelen. Dat de terugreis heel prettig was hoef ik u uiteraard niet te vertellen.

Jodan Boys heeft geschiedenis geschreven. Het Goudse voetbal staat in heel Nederland op de kaart. Matchwinner Roald Heerkens beleefde zijn finest hour. Ik had graag gezien dat Jodan Boys een uitwedstrijd tegen Sparta had geloot. Weer met zijn allen in bussen naar het Kasteel. Maar het wordt Vitesse uit. De Gouwenaars zijn al bezig met allerlei ludieke acties en die bussen zullen ongetwijfeld snel volraken.

De Gelredome wordt in december een Gouds territorium. ‘Voor het eerst een uitverkocht stadion in Arnhem’ hoorde ik optimisten al hardop roepen. En onder een dicht dak voetballen lijkt mij voor de spelers van Jodan Boys ook een unicum. Voor mij ook trouwens.

Zal na de Deventer adelaar ook de Noord-Amerikaanse zeearend Hertog 2 uit Arnhem sneuvelen. De Partij voor de Dieren en de Dierenbescherming zullen hierover ongetwijfeld een klacht indienen.

En nu stop ik met dromen. A.s. dinsdag wacht ONA aan de Walvisstraat en a.s. zaterdag ‘gewoon’ Zwaluwen uit Vlaardingen.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Gouwestad Sport Geen reacties
29okt/160

The Rolling Stones in mono – The Rolling Stones

Het zijn dure tijden voor fans van The Rolling Stones. Mick Jagger en de zijnen hebben hun archieven geopend en dat resulteerde de laatste tijd in mooi verzorgde albums als Live at the Tokyo Dome, L.A. Friday, Hampton Coliseum, Live at Leeds en het schitterende Totally Stripped. Kapitaalkrachtige fans mochten hun dikke portemonnee opentrekken voor de concerten Desert trip en in Las Vegas. En binnenkort verschijnt Havana moon, de registratie van het concert dat The Rolling Stones in maart van dit jaar in Havana gaven. Ook weer in diverse/luxe edities. En niet te vergeten het aangekondigde nieuwe album met louter blues covers. Maar dat is nog niets vergeleken bij het uitbrengen van The Rolling Stones in mono, een boxset van 15 cd’s of 16 lp’s van hun oude sixties werk. Van hun eerste album The Rolling Stones uit 1964 tot en met Let it bleed uit 1969 en als extra Stray cats, een nieuw verzamelalbum. In totaal 174 songs.

Zoals de titel al zegt is alles in mono. Tot pakweg 1968 was de meeste popmuziek in mono en als er sprake was van stereo dan was dit vaak een soort surrogaat stereo. De sixties albums van The Rolling Stones zijn nu helemaal opnieuw geremasterd. En vooral de albums uit 1964 en 1965 zijn in deze mono versies meer dan het beluisteren waard. Van The Rolling Stones, hun debuutalbum, knalt Route 66 als een kanonschot uit de speakers. Andere ‘strakke’ voorbeelden zijn b.v. Bo Diddley’s Mona, Empty heart, de droge sound van Everybody needs somebody to love, Pain in my heart, I can’t be satisfied, en het doordenderende Off the hook  en Surprise surprise. Bij That’s how strong my love is zoemt de bas van Bill Wyman de speakers bijna aan flarden. The under assistant west coast promotion man en ook Get off of my cloud zijn in deze monoversies ook een feest om naar te luisteren met die fantastische ritmesectie van Charlie Watts en Bill Wyman. De muziek klinkt dreigender. Van de albums die in 1966, 1967, 1968 en 1969 verschenen was ik eigenlijk alleen bekend met de stereoversies. Maar de mono versies  klinken heel lekker, zoals Under my thumb, Paint it black en Out of time van Aftermath. Ride on baby van Flowers is een openbaring. Their satanic majesties request is nooit mijn favoriete Stones album geweest. Te ‘zweverig’,maar mijn waardering voor dit album uit hun  flowerpowerperiode klinkt in mono veel beter. Het is meer echte Stones muziek om het zo te zeggen. Van de albums Beggar’s banquet en Let it bleed prefereer ik toch de stereoversies, hoewel de mono versies van b.v. Street fighting man, Salt of the earth en Let it bleed voortreffelijk zijn. Het bonusalbum Stray cats bevat 24 songs die alleen op single, op ep’s of op verzamelalbums zijn verschenen, zoals hun grote hits Jumpin’ Jack Flash, Honky tonk women en 19th Nervous breakdown. Vooral nummers uit hun beginperiode, zoals Come on, I wanna be your man, Fortune teller en Poison ivy, en het b-kantje Who’s driving your plane, klinken ook hier voortreffelijk.

Conclusie: Het zijn mooie tijden voor de fans van The Rolling Stones. Je moet bij deze mono boxset wel weer diep in de buidel tasten, maar dan heb je ook wat. Heel mooie box.

Albums in de box::

  • Cd 1     The Rolling Stones (U.K. 1964)jumping
  • Cd 2     12 x 5 (1964)
  • Cd 3     The Rolling Stones nr. 2 (U.K. 1965)
  • Cd 4     The Rolling Stones Now! (1965)
  • Cd 5     Out of our heads (U.S. 1965)
  • Cd 6     Out of our heads (U.K. 1965)
  • Cd 7     December’s children (and everybody’s) (1965)
  • Cd 8     Aftermath (U.K. 1966)
  • Cd 9     Aftermath (U.S. 1966)
  • Cd 10   Between the buttons (U.K. 1967)
  • Cd 11   Flowers (1967)
  • Cd 12   Their satanic majesties request (1967)
  • Cd 13   Beggar’s banquet (1968)
  • Cd 14   Let it bleed (1969)
  • Cd 15   Stray cats (2016)
24okt/160

Jack White Acoustic Recordings 1998-2016 – Jack White

Bij het horen van de naam John Anthony Gillis zal er bij de doorsnee popliefhebber niet direct een belletje gaan rinkelen denk ik. Maar zijn artiestennaam Jack White zal ongetwijfeld een soort a-ha erlebnis teweegbrengen. Oh ja, is dat niet die zanger-gitarist van The White Stripes? Inderdaad dat is hem, de op 9 juni 1975 in Detroit geboren Amerikaan die in 1997 The White Stripes opricht, de tweekoppige rockband met Meg White op drums. Omdat beiden dezelfde achternaam hebben, denken velen dat ze broer en zus zijn. In interviews etc. laten zowel Jack als Meg dit ook weten. Maar Jack en Meg zijn een echtpaar en na hun scheiding in 2000 neemt Jack de achternaam van zijn ex aan. The White Stripes brengen in totaal acht albums uit. In 2011 valt de band uiteen. Ondanks het feit dat hij in The White Stripes speelt richt Jack White in 2006 The Raconteurs op. Deze band bestaat naast Jack White uit gitarist-keyboardspeler Brendan Benson, drummer Patrick Keeler en bassist Jack Lawrence. The Raconteurs maken tot nu toe twee albums. Jack White begeeft zich intussen ook op het solopad en tot nu toe heeft hij drie albums uitgebracht.

Begin september verscheen het dubbelalbum Jack White Acoustic Recordings 1998-2016. Een album met 26 (akoestische) uitvoeringen van albumtracks, b-kantjes, alternatieve mixen en onuitgebracht materiaal van The White Stripes, The Raconteurs en van Jack’s solocarrière. En alles is netjes in chronologische tijdsvolgorde gezet, van het kloppen in Sugar never tasted so good (The White Stripes) uit 1999 tot de kakelende kippen op Want and able (Lazaretto) uit 2014. Uitstekend gitaarwerk, zoals in het Beatlelesque Apple blossom, is te horen in de twee nummers van De Stijl, het 2e album van The White Stripes uit 2000. Van White blood cells uit 2001 stammen het catchy uptempo Hotel Yorba, met lekker drumwerk van Meg en het onschuldige mooi gezongen liedje We’re going to be friends. Het 4e album van The White Stripes Elephant verscheen in 2003. Op deze compilatie horen van dat album twee akoestische versies, waaronder het mooie liefdesliedje Well it’s true that we love one another, een geestig en ontroerend duet met Holy Golightly. Na Jack’s akoestische Never far away uit 2003, drie iets stevigere nummers uit 2005 (Get behind me satan).City lights is een nummer van The White Stripes dat nooit eerder is uitgebracht. Mooi gitaarwerk en een omfloerste drum. Cd 1 eindigt met Honey, we can’t afford to look this cheap (Conquest 2007) met de indringende zang van White en het opwindende, felle en strak gedrumde Effect and cause, ook uit 2007 (Icky thump).

Cd 2 begint met een akoestische mix van de coca cola commercial Love is the truth. Van The Raconteurs zijn er twee nummers opgenomen (Consoles of the lonely 2008). Een bezielde bluegrass versie van Top yourself, en het mooie orkestrale Carolina drama. Werkelijk een schitterende akoestische mix!  Die twee opnamen van The Raconteurs zijn wat mij betreft de pareltjes van deze verzameling. Van White’s soloalbum Blunderbuss zijn maar liefst 6 nummers te horen. Veel piano, orgel, fiddle, pedal steel en mandoline. Machine gun silhouette, (een b-kantje en alleen als bonustrack op de Japanse versie van Blunderbuss) is hier in een mooie akoestische mix te horen, met orgel, piano en fiddle. Cd 2 eindigt met drie nummers uit 2014 (Lazeretto), het meest recente soloalbum van Jack White, waaronder een mooie akoestische versie van Just one drink.

 

Conclusie: Ik moet bekennen dat ik Jack White pas echt heb ‘ontdekt’ in 2012 met zijn soloalbum Blunderbuss. Maar na het beluisteren van deze prachtige compilatie ga ik met terugwerkende kracht zijn hele repertoire goed beluisteren. Met The Acoustic Recordings heeft Jack White mijn hart muzikaal gestolen.

Tracks cd 1:

  1. Sugar never tasted so good
  2. Apple blossom (remixed)
  3. I’m bound to pack it up (remixed)
  4. Hotel Yorba
  5. We’re going to be friends
  6. You’ve got her in your pocket
  7. Well it’s true that we love one another
  8. Never far away
  9. Forever for her (is over for me)
  10. White moon
  11. As ugly as I seem
  12. City lights (previously unreleased)
  13. Honey, we can’t afford to look this cheap
  14. Effect, and cause

Tracks cd 2:

  1. Love is the truth (acoustic mix)
  2. Top yourself (bluesgrass version)
  3. Carolina drama (acoustic mix)
  4. Love interruption
  5. On and on and on
  6. Machine gun silhouette (acoustic mix)
  7. Blunderbuss
  8. Hip (eponymous) poor boy (alternate mix)
  9. I guess I should go to sleep (alternate mix)
  10. Just one drink (acoustic mix)
  11. Entitlement
  12. Want and able

 

 

24okt/160

In de ban van de KNVB beker

Het is maandagmorgen! Het begint al een beetje licht te worden wanneer ik me achter de computer nestel om mijn wekelijkse column te schrijven. Het weekend zit er weer op. Feyenoord en Ajax fans voeren met gemengde gevoelens vanmorgen de gesprekken bij de koffieautomaat. Er was het afgelopen weekend weinig sport in het Goudse. GOUDA en ONA zijn nu ook uitgebekerd en gaan op strafschoppen oefenen. Alleen Jodan Boys gaat na een absurd verlopen wedstrijd in Den Haag weer naar de volgende ronde van de districtsbeker.

Het is dinsdagmorgen! Aan de Sportlaan zijn mensen al druk bezig om de laatste voorbereidingen te treffen voor de Grote Dag. De invasie naar Deventer staat voor de deur. Zo’n 1000 trouwe feestelijk uitgedoste voetbalfans maken zich op om s-middags met bussen naar de Adelaarshorst af te reizen.

Het is woensdagmorgen! Nu moet ik helemaal in mijn glazen bol kijken, want op het moment dat ik dit schrijf is nog niet bekend hoe het dinsdagavond is afgelopen. Het kan zijn dat de supporters zich slaperig en met een kater naar hun werk begeven, nog niet beseffend dat de Goudse voetballers weer voor een stunt hebben gezorgd. Maar realistischer is dat er nog dagen gepraat wordt over een prachtige belevenis die je als amateurvoetballer niet zo vaak meemaakt.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
20okt/160

Chapter and verse – Bruce Springsteen

Het zal de muziekliefhebber niet zijn ontgaan dat vorige maand de autobiografie van Bruce Springsteen is verschenen. Het idee voor een autobiografie ontstond in 2009 na een optreden van Springsteen met de E Street Band tijdens de Amerikaanse Super Bowl. In Born to run schrijft Springsteen openhartig over zijn jeugd in New Jersey en zijn grote wens om muzikant te worden.

Tegelijkertijd verscheen het album Chapter and verse, een compilatiealbum met 18 tracks. Van die 18 songs zijn er vijf nooit eerder uitgebracht, zoals de twee nummers van The Castiles, het eerste bandje van Springsteen. The Castiles bestonden naast zanger-gitarist-mondharmonicaspeler Bruce Springsteen uit gitarist-zanger George Theiss, bassist Curt Fluhr, drummer Vinnie Manneillo en zanger Paul Popkin. Baby I is het eerste door Springsteen geschreven nummer uit mei 1966. Een zeer kort garagerock nummer van nog geen twee minuten. Willie Dixon’s You can’t judge a book by the cover uit september 1967 is ook een lekker rammelde bluesrocker in de stijl van The Pretty Things. Na The Castiles speelt Springsteen van 1969 tot 1971 in Steel Mill. Deze band bestond naast zanger-gitarist Bruce Springsteen uit drummer Vini Lopez, bassist Vinnie Roslin en organist-pianist Danny Frederici, later een prominent lid van The E Street Band. Van Steel Mill is He’s guilty (the judge song) uit februari 1970 te horen. De invloed van Frederici is meteen te horen in vette orgelklanken naast de felle gitaar van Springsteen. In The ballad of Jesse James van The Bruce Springsteen Band uit 1972 zijn de contouren van de latere sound van Bruce Springsteen al duidelijk te horen. Niet zo gek ook want naast Springsteen bestond The Bruce Springsteen Band uit twee leden van de latere E Street Band, gitarist Steve Van Zandt en bassist Gary Tallent. Vini Lopez was de drummer en David Sancious de pianist. Het 5e nooit eerder op plaat verschenen nummer is Henry boy uit 1972, een akoestische countryblues van Bruce Springsteen. Uit 1972 stamt ook het akoestische Growin’ up. Deze demoversie verscheen in 1998 op het album Tracks. Later kwam het nummer terecht op Greetings from Asbury Park, N.J. het eerste album van Bruce Springsteen uit 1973.

De overige nummers op Chapter and verse zijn afkomstig van albums van Springsteen uit de periode 1973 tot 2012. Van The wild, the innocent & the E street shuffle de prachtige ballad 4th of July, Asbury Park (Sandy), dat later nog een enorme hit werd van The Hollies. Van het doorbraakalbum Born to run uit 1975 is het titelnnumer opgenomen, waarin de E Street Band in volle glorie is te horen met de scheurende saxofoon van Clarence Clemons, pianist Roy Bittan en de beukende drums van Ernest ‘Boom’ Carter. Van Darkness of the edge of town uit 1978, Badlands en van het dubbelalbum The River uit 1980 het titelnummer, een van de mooiste ballads van Bruce Springsteen.

My father’s house is van Springsteen’s soloalbum Nebraska uit 1982. En mooi ingetogen akoestisch nummer.  De drums van Max Weinberg kondigen de grote hit Born in the USA aan, van het meest succesvolle album van Bruce Springsteen tot nu toe. Van Tunnel of love uit 1987, met voor het eerst  gitarist Nils Lofgren in de gelederen, de typische 80-er jaren rocker Brilliant disguise. In 1992 verschijnt Lucky town, het 10e album van Springsteen, waarop hij m.u.v. de drums, alle instrumenten zelf bespeelt. Van dit album is de rocker Living proof opgenomen met de beukende drums van Gary Mallaber. De rust keert terug in de mooie ballad The ghost of Tom Joad van het gelijknamige album uit 1995. In The rising uit 2002, van het eerste album dat Bruce Springsteen sinds 18 jaar met The E Street Band opnam, bezingt Springsteen de reflecties na de aanslagen van 11 september 2001. Van het album Devils & dust  uit 2005 is Long time comin’ opgenomen en van 2012 Wrecking ball, het nummer waarop ook nog de in 2011 overleden saxofonist Clarence Clemons is te horen.

Conclusie: Een mooi verzamelalbum van The Boss.

Tracks:

  1. Baby I (The Castiles) (previously unreleased)
  2. You can’t judge a book by the cover (The Castiles)
  3. He’s guilty (The judge song) (Steel Mill) (previously unreleased)
  4. The ballad of Jesse James (The Bruce Springsteen Band) (previously unreleased)
  5. Henry boy (previously unreleased)
  6. Growin’up
  7. 4th of July, Ashbury Park (Sandy)
  8. Born to run
  9. Badlands
  10. The river
  11. My father’s house
  12. Born in the U.S.A.
  13. Brilliant disguise
  14. Living proof
  15. The ghost of Tom Joad
  16. The rising
  17. Long time comin’
  18. Wrecking ball

 

16okt/160

Het Spaardersbad

Het Kasteel bestaat 100 jaar en zaterdagavond werd dit feestelijk gevierd. Een mooi versierd voetbalstation van Sparta midden in de Rotterdamse volkswijk Spangen. Terwijl tientallen sportaccommodaties worden afgebroken of verplaatst naar soms desolate omgevingen blijft Het Kasteel, waar Jane Mansfield eens de mannelijke hormonen op hol deed slaan, fier overeind. Een baken in een snel veranderende wereld.

Ook in Gouda zijn er de laatste tientallen jaren nogal wat sportaccommodaties verdwenen. Over het voormalige terrein van SV DONK rijden nu auto’s. Aan de Nieuwe Vaart was het vroeger zeer druk, nu is er geen sporter meer te bekennen. Daar waar eens sporthal De Springers stond verrijst nu de Leo Vroman toren. Het clubhuis van ILAC brandde jaren geleden af en daarmee verdween tevens de hele tafeltennisclub.

En dan de zwembaden. Het legendarische Torenbad is al jaren geleden van het toneel verdwenen en ook de Trefkuil is gesloopt. We moeten het met de herinneringen doen. Dat laatste geldt ook voor het Spaardersbad. In dit monumentale bad werd al niet meer gezwommen en de gemeente Gouda gaat het nu verkopen. Hopelijk krijgt het een mooie bestemming. De woorden van Bob Dylan ‘then you better start swimmin’ or you’ll sink like stone’ zullen niet meer klinken in het Spaardersbad. De kersverse Nobelprijswinnaar had het in 1964 al goed gezien, ‘the times they are-a-changin’.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
16okt/160

Afscheid van een icoon

Vrijdagmiddag werd afscheid genomen van een icoon van de Goudse voetbalwereld. Erelid en Donkiaan in hart en nieren Ben Frieling overleed de vorige week zaterdag op 80-jarige leeftijd. Ik heb Ben zelf nooit zien voetballen, maar hij scheen een aardig balletje te hebben kunnen trappen. En als je 17 jaar in het eerste elftal hebt gespeeld, dan ben je natuurlijk ook geen koekenbakker. Ik ken Ben Frieling vooral als trainer van de pupillen. Ontelbaar veel jonge Donkiaantjes hebben bij Ben de eerste beginselen van het edele voetbalspel geleerd. Ben was ook een belangrijke pion bij het organiseren van het schoolvoetbal. Tijdens de bijeenkomst in de kantine van DONK heb ik daar mooie verhalen over gehoord.

Ik ken Ben Frieling ook van de jubilea van SV DONK. Ben liep dan altijd trots te filmen en te fotograferen. ‘Kijk daar heb je Ben de Mol ook’ riep ik dan. Ben glimlachte dan breed en klopte me vriendelijk op mijn schouder.

Het was ontzettend druk in de aula van de IJsselhof afgelopen vrijdagmiddag. Het was zelfs zo druk dat mensen in de gang op schermen de uitvaartdienst moesten volgen. Na de tonen van Sailing home van Piet Veerman werd ‘Ome Ben’, zoals hij door velen liefkozend werd genoemd, langs twee lange hagen van supporters, ik ben zo vrij de belangstellenden zo te noemen, naar zijn laatste rustplaats gebracht.

Na de plechtigheid op de IJsselhof was er gelegenheid tot condoleren bij SV DONK. Dit was de wens van Ben. De kantine was mudvol. Om in voetbaltermen te spreken, het was volle bak. Totaal uitverkocht. Letterlijk van heinde en ver was men naar de kantine van SV DONK gekomen. Oud trainer Jan Schomaker, die mooie verhalen vertelde over de tijd dat hij samen met Ben de jeugd trainde, was zelfs even op en neer gekomen vanuit Noordoost Groningen. De afstand Bourtange – Gouda is toch ruim 250 kilometer. Vijfhonderd kilometer rijden dus om eer te bewijzen aan Ben. En zo waren er nog veel meer. Onder het genot van koffie en cake en daarna een biertje of een wijntje en hapjes werden vele verhalen opgehaald.

Het was een indrukwekkend afscheid van een voetbaldier in hart en nieren. Ik denk dat Ben vanuit de hogere sferen goedkeurend geknikt zal hebben.

Gearchiveerd onder: Columns, Gouwestad Sport Geen reacties
15okt/160

For the good times – A tribute to Ray Price – Willie Nelson

De Texaanse singer-songwriter Willie Nelson is ruim 83 jaar maar hij weet niet van ophouden. Hij treedt nog regelmatig op en maakt albums aan de lopende band. Begin dit jaar verscheen het album Summertime, waarop hij een ode brengt aan George & Ira Gershwin. En nu brengt hij een muzikale ode aan de Amerikaanse countryzanger Ray Price.

De Texaanse countryzanger Ray Price werd geboren op 12 januari 1926 en overleed op 16 december 2013. Price nam zijn eerste platen op in het begin van de jaren vijftig. In 1953 formeerde hij zijn band de Price Cherokee Cowboys, met o.a. bassist Willie Nelson, Johnny Paycheck en Roger Miller. Na optredens in het televisieprogramma ‘The Big D Jamboree’ tekende hij een platencontract bij Columbia Records. Price verhuisde naar Nashville Tennessee en scoorde in 1956 zijn eerste hit met Crazy arms. In 1968 ging hij weer terug naar Texas. Hij bleef platen met traditionele countrymuziek maken maar vanaf de jaren 70 kreeg zijn muziek een meer gepolijst karakter. Zijn populariteit nam in de jaren 70 af. In 1980 kreeg hij weer succes met zijn album San Antonio Rose waarop ook Willie Nelson meespeelde. Price tekende een platencontract bij Dimension en scoorde weer hits. In de 2e helft van de jaren 80 en in de jaren 90 trad hij regelmatig op in zijn eigen theater in Branson, Missouri. Ray Price werd in 1996 opgenomen in de Country Music Hall of Fame in Nashville en in 2001 in de Texas Country Music Hall of Fame. Price overleed op 16 december 2013 op 87 jarige leeftijd.

Op het in september jl. verschenen album For the good times brengt Willie Nelson in 12 songs een ode aan zijn vakbroeder Ray Price. Twaalf songs die allemaal door Ray Price op de plaat zijn gezet en waarvan de meeste ook door Nelson zelf al eens zijn opgenomen. De eerste twee songs Heartaches by the number en I’be there (if you ever want me) zijn lekkere uptempo nummers. Pure country met uitstekende begeleiding van het western swing ensemble The Time Jumpers, die in totaal op 6 nummers zijn te horen. Bob Wills’ Faded love is een fraaie ballad met strijkers en pedal steel. De ballad It always will be is een van de drie songs die door Willie Nelson zijn geschreven. City lights, een nummer 1 hit van Price in 1958, is weer uptempo met The Time Jumpers. In de ballad Don’t you ever get tired of hurting me, is een vleugje mondharmonica te horen. Dit nummer werd in 1980 ook al eens door Ray Price en Willie Nelson als duet gezongen. Hank Cochcran’s Make the world go away is een regelrechte tearjerker met een akoestisch gitaarintro, piano en een koortje. I’m still not over you is orkestraal met een heel mooi strijkersintro. Willie Nelson’s door velen gecoverde Night life is blues met een ingetogen saxsolo van Jim Horn. The Time Jumpers zijn goed op dreef in de honky tonker Crazy arms en de blues keert weer terug in Invitation to the blues van Roger Miller met de typische Nelson zang. Het album wordt plechtig afgesloten met het titelnummer For the good times, de prachtige ballad van Kris Kristofferson, door Price in 1970 opgenomen en waarvoor hij een Grammy Award kreeg.

Conclusie: Met For the good times brengt Willie Nelson een heel mooie ode aan Ray Price.

Tracks:

  1. Heartaches by the number
  2. I’ll be there (if you ever want me)
  3. Faded love
  4. It always will be
  5. City lights
  6. Don’t you ever get tired of hurting me
  7. Make the world go away
  8. I’m still not over you
  9. Night life
  10. Crazy arms
  11. Invitation to the blues
  12. For the good times

 

13okt/160

For better or worse – John Prine

De Amerikaanse folk- en country-singer-songwriter en gitarist John Prine wordt op 10 oktober 1946 geboren in Maywood Illinois. Zijn muzikale carrière begint eind jaren 60. Kris Kristofferson bezorgt hem een platencontract bij Atlantic Records. In 1971 komt zijn eerste album John Prine uit, met daarop o.a. Sam Stone en het later door Bonnie Raitt bekend geworden Angel from Montgomery. Ondanks de goede kritieken zijn Prine’s eerste albums geen commercieel succes. Als John Prine in 1980 naar Nashville verhuist begint hij zijn eigen platenlabel Oh Boy Records. In 1991 krijgt hij voor zijn album The missing years, met gastbijdragen van Bruce Springsteen, Bonnie Raitt en Tom Petty, een Grammy Award voor ‘best contemporary folk album’. Als Prine in 1999 hersteld is van keelkanker brengt hij In spite of ourselves uit, een album met duetten met bekende countryzangeressen als Lucinda Williams, Trisha Yearwood, Patty Loveless, Emmylou Harris en Iris DeMent.

Vorige maand verscheen er een nieuw album van John Prine. Dit album bevat net als het album The missing years weer duetten met bekende en minder bekende countryzangeressen. En net als op het album uit 1999 zijn de 15 songs op For better or worse niet door John Prine zelf geschreven. Het album begint lekker uptempo met het van Ernest Tubb en Loretta Lynn bekende Who’s gonna take your garbage out. John Prine wordt hier bijgestaan door Iris DeMent. Iris DeMent’s mooie stem is ook te horen in Mr. & Mrs. used to be. Lee Ann Womack is ook in twee duetten te horen, de door Jessi Colter geschreven prachtige countryballad Storms never last en Fifteen years ago. Alison Krauss staat Prine bij in de tranentrekkende 30er jaren wals Falling in love again. Susan Tedeschi brengt de blues er in met George Jones’ Colour of the blues. Mooie ballads zijn Remember me en Dreaming my dreams, heerlijke duetten met Kathy Mattea. In de ballad Look at us van Vince Gill zet Morgane Stapleton haar beste vocale beentje voor. Dim lights, thick smoke is uptempo honky tonk met Amanda Shires als steun en toeverlaat van John Prine en de jonge Texaanse Kacey Musgraves is dat in Buck Owens’ Mental cruelty. Pure country is I’m telling you, met Holly Williams, de kleindochter van Hank Williams. Ontroerend is de ballad My happiness, een duet met zijn echtgenote Fiona. Dat de muziek van Hank Williams een grote rol speelt in het leven van John Prine lijkt me duidelijk, want hij heeft twee covers van deze grootheid opgenomen, Cold cold heart, met een schitterende Miranda Lambert en Just waitin’, het slotnummer van het album. Dit laatste is het enige nummer waarin John Prine geen vocale assistentie krijgt. Enigszins mompelend zingend brengt Prine hier een ode aan de countrymuziek in het algemeen en de muziek van Hank Williams in het bijzonder.

Conclusie: De af en toe krakende stem van John Prine doet er nog degelijk toe. En met die uitstekende zangeressen aan zijn zijde, (en de uitstekende begeleidingsband), heeft John Prine met For better or worse een heel mooi album afgeleverd. Liefhebbers van eerlijke, soms pure countrymuziek worden door deze 70-jarige op hun wenken bediend.

Tracks:

  1. Who’s gonna take your garbage out (ft. Iris DeMent)
  2. Storms never last (ft. Lee Ann Womack)
  3. Falling in love again (ft. Alison Krauss)
  4. Colour of the blues (ft. Susan Tedeschi)
  5. I’m telling you (ft. Holly Williams)
  6. Remember me (ft. Kathy Mattea)
  7. Look at us (ft. Morgane Stapleton)
  8. Dim lights, thick smoke (ft. Amanda Shires)
  9. Fifteen years ago (ft. Lee Ann Womack)
  10. Cold cold heart (ft. Miranda Lambert)
  11. Dreaming my dreams (ft. Kathy Mattea)
  12. Mental cruelty (ft. Kacey Musgraves)
  13. & Mrs. used to be (ft. Iris DeMent)
  14. My happiness (ft. Fiona Prine)
  15. Just waitin’