Gerritschinkel.nl Columns & meer

9mrt/160

Live and let live – 3 Dayz Whizkey

De Duitse southern bluesrockband 3 Dayz Whizkey werd in 2012 opgericht als een Bluesrock Power Trio. De band bestond oorspronkelijk gitarist Tilo George Copperfield, bassist Big Tony en drummer Little Chris. In het jaar van oprichting nam de band, samen met gastmusici, hun debuutalbum op getiteld The devil and the deep blue sea. Al snel voegden zanger Myles Tyler en gitarist Brad the Snake zich bij de band en in deze samenstelling werd in 2013 hun tweede album Black water opgenomen. Met dit album werden ze genomineerd voor de “Preis der Deutschen Schallplattenkritik”. In 2013 maakte de band een grote tournee met meer dan 70 optredens in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. In 2014 toert de band weer door Duitsland en zijn ze support act van o.a. Pat Travers, Saxon en Michael Schenker. In hetzelfde jaar brengt 3 Dayz Whizkey hun derde album uit, Steam.

Deze maand verscheen hun vierde album. Live and let live telt zestien tracks waarvan een aantal live tracks die vorig jaar werden opgenomen tijdens de Steam Tour. Alle nummers zijn geschreven door Tilo George Copperfield. De studionummers zijn opgenomen in de Spitfire Studios in Los Angeles (California). Het openingsnummer Amen rock and roll begint met de typische zang van slaven die aan het spoor werken, waarna de band stevig invalt met gitaren en een zware ritmesectie. De toon van het album is gezet, want de meeste nummers zijn uptempo (blues) rockers met invloeden van AC/DC (Long road) en ZZ Top (3 Dayz whizkey) en midtempo rockers als Back to the blues, You make my day (met wah wah gitaarsolo’s) en Modern haircut (funky gitaren). Dat The Rolling Stones de favoriete band van 3 Dayz Whizkey is blijkt duidelijk uit een nummer als Mick Jagger. “Mick Jagger is that you, tell me what to do” schreeuwt zanger Myles Tyler. Ook in White line en The devil and the deep blue sea zijn de invloeden van The Stones duidelijk aanwezig. From sunrise to sunset doet me sterk denken aan Waiting on a friend, vooral het intro en halverwege een gitaarsolo waarbij goed geluisterd is naar Mick Taylor. Myles Tyler kan uitbundig uithalen in ruige met gitaarsolo’s versierde bluesrockers als Bonfire in the night en No escape from the night. Maar het is niet alleen ruige bluesrock. Another day goes by is een mooie countryrockballad. In de laatste drie nummers krijgt de band vocale assistentie van Sabrine Schrerer. Mooi zijn de harmonieën in de ballad Hard to be good en in het door felle gitaren gedomineerde Deep Purple achtige Down with the blues. Het album eindigt met de mooie ballad Sand. Ingetogen zang en mooie harmonieën.

Conclusie: Live and let live zal zijn weg naar de (southern) bluesrock liefhebbers ongetwijfeld vinden. 3 Dayz Whizkey zal vooral live de handen op elkaar krijgen.

Tracks:

  1. Amen rock and roll
  2. Long road
  3. 3 Dayz Whizkey
  4. You make my day
  5. Back to the blues
  6. Mick Jagger
  7. White line
  8. Modern haircut
  9. The devil and the deep blue sea
  10. From sunrise to sunset
  11. Bonfire in the night’
  12. No escape from the night
  13. Another day goes by
  14. Hard to be good
  15. Down with the blues
  16. Sand
7mrt/160

Op naar de 3e divisie

In de vrij conservatieve voetbalwereld worden steeds meer al dan niet doordachte plannen gelanceerd om te proberen van dit imago af te komen. Sommige voorstellen lijken een echte verbetering. Bij het EK in Frankrijk en volgend seizoen ook in de Champions League wordt doellijntechnologie ingevoerd. Het afschaffen van de buitenspelregel wordt ook geopperd, maar ik weet niet of dit een goed idee is. Je haalt een wezenlijk element van het voetbalspel weg. De grensrechter zal wel minder worden uitgescholden door het publiek.

In Nederland gaat de structuur van de competitie volgend seizoen ook op de schop. Nadat hij in 1971 werd afgeschaft wordt de 2e divisie opnieuw ingevoerd. De nummers 1 t/m 7 van de huidige Topklassen strijden voor een plaats in de 2e divisie en de nummers 8 t/m 14 stromen in de nieuwe 3e divisie in.

De kampioenen van de Hoofdklasse gaan ook naar de 3e divisie en de periodekampioenen kunnen via de nacompetitie naar deze divisie promoveren. De kans dat De Jodan Boys kampioen wordt lijkt mij een utopie, maar afgelopen zaterdag hadden ze toch een stap kunnen zetten naar de 3e divisie. Helaas zakte men voor de eerste proef van bekwaamheid. De weg naar de 3e periodetitel is echter nog lang en bij vechten vanuit een achterstandspositie komen misschien extra krachten los.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
3mrt/160

New York is my home – Dion

De op 18 juli 1939 in New York geboren Amerikaanse zanger Dion DiMucci, artiestennaam Dion, loopt al heel lang mee in de muziekscene. Hij was 18 jaar toen hij onder de naam Dion and the Timberlanes zijn eerste plaat opnam, The chosen few. In 1958 vormde hij met drie vrienden uit de Bronx Dion and the Bellmonts, een doo-wop groep. De groep had een aantal grote hits zoals I wonder why en A teenager in love. Dion and the Bellmonts traden in 1959 tijdens The Winterdance Party Tour op met o.a. Buddy Holly, Richie Valens en The Big Bopper. Toen Buddy Holly een vliegtuig charterde om naar een volgend optreden te vliegen stond Dion zijn plaats in het vliegtuig af omdat hij de vlucht te duur vond. Hoeveel geluk kun je hebben, want de tragische afloop van die vlucht is bekend. Het vliegtuig stortte neer en alle inzittenden kwamen om het leven.

Dion and the Bellmonts gingen in 1960 uit elkaar en Dion ging verder als soloartiest. Hij richtte zich meer op de rock ‘n‘ roll en de rhythm and blues. De hits kwamen al snel, Runaround Sue en The Wanderer. Door drugs- en drankproblemen verdween hij in de jaren 60 enige jaren van het toneel om vanaf begin jaren 70 terug te keren als singer-songwriter en zich weer later te wijden aan christelijke muziek. Dion werd in 1989 opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame. De afgelopen tien jaar bracht hij drie voortreffelijke traditionele bluesalbums uit.

Als opvolger van Tank full of blues uit 2012 verscheen vorige maand het nieuwe album van Dion, New York is my home. Hij wordt op het album begeleid door leden van Jimmy Vivino and The Basic Cable Band, de huisband van Conan O’Brien’s Late Night Talkshow Conan. Uitstekende begeleiders, die meteen al opvallen in de uptempo opener Aces up your sleeve en de bluesrocker Can’t go back to Memphis. Het titelnummer is een prachtige ballad waarin Dion en Simon, twee muzikanten van dik in de zeventig, een ode brengen aan hun stad New York. Central Park, The Bronx, alle mooie dingen komen voorbij. Een heel mooi nummer dat meandert als het water van de Hudson rivier. In de Chuck Berry achtige rocker The Apollo king brengt Dion een ode aan Big Al Sears, de Amerikaanse tenorsaxofonist die o.a. in het orkest van Duke Ellington speelde. Het nummer eindigt met applaus, en terecht. Katie Mae van Lightnin’ Hopkins is een van de twee covers op het album met een gitaarsolo van Vivino. I’m your gangster of love, Ride with you  en I’m all rocked up zijn stevige bluesrockers, met keys, bas, drums en een vloeiende gitaarsolo. Het pareltje op het album is Visionary heart. Een nummer waarin Dion zich voorstelt dat hij een brief krijgt van Buddy Holly, waarin Holly na die rampzalige vlucht in 1959, “the day the music died” aan Dion schrijft dat hij door moet gaan met het maken van muziek. “Carry on brother, carry on”. De energieke blues I ain’t for it van Tampa Red sluit het album dampend af.

Conclusie: New York is my home is een zeer energiek album van een zanger die op zijn 76e nog verre van versleten is. In tegendeel, met een heldere en krachtige stem die nog klinkt als een klok blaast hij menig jonge zanger helemaal weg. En met dank aan een uitstekende begeleidingsband.

Tracks:

  1. Aces up your sleeve
  2. Can’t go back to Memphis
  3. New York is my home (with Paul Simon)
  4. The Apollo king
  5. Katie Mae
  6. I’m your gangster of love
  7. Ride with you
  8. I’m all rocked up
  9. Visionary heart
  10. I ain't for it

 

2mrt/160

Cayamo Sessions At Sea – Buddy Miller and Friends

De in 1952 in Ohio geboren maar nu in Nashville woonachtige Amerikaanse singer songwriter Buddy Miller maakt sinds 2008 elk jaar in januari vanuit Miami (Florida) een cruise van een week door het Caribisch gebied. Lekker een weekje muziek maken met vrienden op een schip. Een country-roots festival op open zee met topmuzikanten en honderden toeschouwers.

Opnamen die tijdens zo’n muzikale cruise in 2014 en 2015 zijn gemaakt zijn onlangs verschenen op het album Cayamo Sessions At Sea. Elf duetten waarbij de echte country fan en liefhebber van roots- en folkmuziek het water in de mond loopt en hadden gewild dat ze bij zo’n cruise aanwezig waren geweest. Het album opent met After the fire is gone, een oude hit van Loretta Lynn en Conway Twitty en ook door het duo George Jones en Tammy Wynette bekend geworden. Met zangeres Lee Ann Womack is het hier ook een puur countrylied, met pedal steel en accordeon. Zangeres Kacey Musgraves en fiddler Fats Kaplan voeren ons terug naar de tijden van Buck Owens met diens hit Love’s gonna live here. Een van mijn favoriete countrysongs allertijden Sunday morning coming down staat ook op het album en het is weer genieten van de prachtige bariton van de man die het nummer schreef, Kris Kristofferson. De pedal steel van Larry Campbell en de accordeon van Joel Guzman maken er helemaal een parel van. Van het legendarische duo Dolly Parton & Porter Wagoner worden twee nummers gespeeld. Het door “Cowboy” Jack Clement geschreven en door Nikky Lane zeer vrolijk gezongen Just someone I used to know en Buck Owens’ If teardorps were pennies, in een opwindend duet met Elizabeth Cook. Lucinda Williams was ook aan boord en zij maakt van Gram Parsons’ Hickory wind, van het onvolprezen Byrds album Sweetheart of the rodeo uit 1968, met haar slepende en grijzige stem een emotionele versie. Mooi ook weer de pedal steel van Fats Kaplan. Wedding bells van Hank Williams is een heerlijke door Richard Thompson gezongen honky tonk ballad. Shawn Colvin zingt vol overtuiging de bekende Stones countryballad Wild horses. Fiddler Fats Kaplan houdt het tempo er flink in bij het van Don Williams bekende en door Jill Andrews gezongen Come early mornin’. Hillbilly bluegrass wordt vertolkt door Doug Seegers met zijn eigen Take the hand of Jesus. Het laatste nummer is het hoogtepunt van het album. Een huiveringwekkend mooie gospelversie van John Prine’s Angel from Montgomery, met Brandi Carlile en het indiefolk trio Lone Bellow.

Conclusie: Ik kan heel kort zijn. Een ontroerend mooi album.

Tracks:

  1. After the fire is gone (with Lee Ann Womack)
  2. Love’s gonna live here (with Kacey Musgraves)
  3. Sunday morning coming down (with Kris Kristofferson)
  4. Just someone I used to know (with Nikki Lane)
  5. Hickory wind (with Lucinda Williams)
  6. Wedding bells (with Richard Thompson)
  7. If teardrops were pennies (with Elizabeth Cook)
  8. Wild horses (with Shawn Colvin)
  9. Come early mornin’ (with Jill Andrews)
  10. Take the hand of Jesus (with Doug Seegers)
  11. Angel from Montgomery (with Brandi Carlile and the Lone Bellow)

 

1mrt/160

Time has come – Ben Poole

Als gerenommeerde gitaristen als Jeff Beck en wijlen Gary Moore zich in superlatieven over je uitlaten kun je een mooie toekomst in de blues (rock) tegemoet zien. “F***ing amazing” volgens Jeff Beck. Gary Moore had het over “A really great player”. Total Guitar magazine vroeg zich af of we te maken hebben met de nieuwe Joe Bonamassa. Paul Jones op BBC radio 2: “Very good, a really fresh sound and style”.  Deze loftuitingen mocht de jonge Britse bluesgitarist Ben Poole in ontvangst nemen. In 2011 werd hij genomineerd voor de British Blues Awards in de categorie “Best young blues artist” en “Best Original Blues Song” voor Everything I want” van zijn gelijknamige mini cd. Zijn debuutalbum Let’s go upstairs werd door zowel pers als publiek zeer positief ontvangen.

Op 1 april verschijnt het nieuwe album van Ben Poole, Time has come. De openingstrack Lying to me is meteen een lekkere stevige binnenkomer met Jonny Lang en Jeff Beck achtige wah wah gitaarsolo’s en prachtige Hammond akkoorden van Bob Fridzema. Bob Fridzema, waar ken ik die naam toch van dacht ik. Maar het blijkt dat hij in de jeugd met mijn zoon bij Olympia in Gouda heeft gevoetbald. Wat is de wereld toch klein. En inmiddels is hij in Nederland (en daarbuiten) een zeer gewaardeerd muzikant. Ben Poole wordt op Time has come ook bijgestaan door collega gitaristen Aysnley Lister, Henrik Fleischlader en Todd Sharpville. De sound van Robert Cray en Gary Moore, met een snufje Santana, is te horen in I think I love you too much. Longing for a woman is een laid back ballad met een slepende gitaarsolo en weer prachtige hammond akkoorden. If you want to play with my heart is een mooie soulballad met orgel, goede zang en mooie backvocals. Ook Time might never come is een prachtige ballad met Fridzema weer op orgel en fantastische gitaarsolo’s van Poole, eerst ingetogen en daarna gierend. Een hoogtepunt van het album. In het funky Stay at mine valt de uitstekende ritmesectie op. Opwindende drumslagen en een pompende bas. You’ve changed is een ronduit schitterend nummer. Ingetogen zang en orgelflarden aan het begin en een heerlijke laid back gitaarsolo. Just when you thought it was safe is een midtempo rocker met een Robert Cray achtige gitaarsolo over de hammond akkoorden heen en lekker strak drumwerk. De ballad Whoever invented love begint rustig maar Ben Poole trekt halverwege het nummer weer ongenadig fel aan zijn snaren. In het soulvolle slotnummer The question why zijn weer invloeden van Robert Cray, Carlos Santana en van Tony Joe White (Tunica motel) hoorbaar.

Conclusie: Alle superlatieven die over Ben Poole zijn uitgestort zijn terecht. Het nieuwe album Time has come is een wederom een sterk album. Bluesrock die in de eredivisie thuishoort.

Tracks:

  1. Lying to me
  2. I think I love you too much
  3. Longing for a woman
  4. If you want to play with my heart
  5. Time might never come
  6. Stay at mine
  7. You’ve changed
  8. Just when you thought it was safe
  9. Whoever invented love
  10. The question why

Line-up:

  • Ben Poole -  gitaar, zang
  • Aynsley Lister - gitaar
  • Henrik Fleischlader - gitaar
  • Todd Sharpville - gitaar
  • Stevie Nimmo - backvocals
  • Bob Fridzema - Hammond
  • Wayne Proctor - drums
  • Steve Amadeo - bas
  • Matt Beable - bas (2 tracks)
  • Craig Bacon - drums (2 tracks)