Gerritschinkel.nl Columns & meer

27mrt/160

En weer ging het mis

Gouda was de afgelopen week het epicentrum van het waterpolo. De Nederlandse waterpolovrouwen gingen voor goud. Maar eerst moet nog even worden afgerekend met een aantal andere liefhebbers voor het olympische ticket. Na de poulewedstrijden was zaterdagmiddag het uur U.

Opgewekt fietste ik naar het Groenhovenbad waar de vele vlaggen strak stonden te wapperen. Ik nam plaats op de perstribune en zag de VS en Rusland zich plaatsen voor de halve finales. Nu moest Nederland alleen nog even Spanje verslaan. Maar wat een groot feest had moeten worden eindigde in een echec. De Spaanse Armada schoot direct met scherp en sloeg een aantal grote bressen in het Nederlandse smaldeel dat zware slagzij maakte en uiteindelijk zonk. De Nederlandse fans wisten niet wat ze zagen. Het viel me trouwens op dat dit publiek niet constant massaal achter de meiden ging staan, maar hier door de speaker af en toe moest worden aangemoedigd.

Vol ontzetting en ongeloof werd gereageerd op deze keiharde waarheid. Weer geen Olympische Spelen! Finalevrees? Tranen van verdriet mengden zich met het zwemwater. De victorie begon helaas niet in Gouda.

Teleurgesteld fietste ook ik naar huis. De vlaggen wapperden nog steeds, maar wisten die veel wat zich een uur daarvoor had afgespeeld. Toch meende ik te zien dat de Spaanse vlag  uitbundiger wapperde dan de Nederlandse driekleur.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
24mrt/160

Summertime – Willie Nelson

Willie Nelson hoopt op 29 april a.s. 83 jaar te worden, maar de in Abbott Texas geboren zanger, gitarist en songwriter weet na 60 jaar actief te zijn in de muziek nog van geen ophouden. Het aantal albums dat hij heeft uitgebracht, al dan niet met andere (country) artiesten, zijn niet meer te tellen. Nelson begon in de jaren vijftig als liedjesschrijver. Zo schreef hij de meest gecoverde countrysong Night life. Andere bekende songs van zijn hand zijn Funny how time slips away, Hello walls, Pretty paper en Crazy. Willie Nelson kreeg in 1961 zijn eerste platencontract. Omdat zijn toenmalige platenmaatschappij hem in een bepaalde hoek wilde drukken keerde Nelson in 1965  de muziekwereld de rug toe en verhuisde naar Austin Texas. Daar kreeg hij weer lol in muziek maken en ontmoette hij een andere outlaw, Waylon Jennings. In 1973 werd hij al opgenomen in de Nashville Songwriters Hall of Fame en in 1993 in de Country Music Hall of Fame.

Maar blijkbaar heeft hij een hekel aan op zijn lauweren rusten want de Red Headed Stranger toert nog steeds en blijft ook nieuwe platen uitbrengen. Vorige maand verscheen Summertime, een album met elf jazzklassiekers van George and Ira Gershwin. Het album opent met But not for me, een song uit de Broadwaymusical Girl crazy uit 1930 en waarin hier meteen de karakteristieke stem van Willie Nelson is te horen. In Somebody loves me speelt Paul Franklin swingend op steel gitaar. Het is de enige song waarvan de tekst niet is geschreven door Ira Gershwin. Someone to watch over me, de jazzstandard uit 1926, nam Nelson al eens op in 1978 (Stardust). Mooi is hier de harmonica van Mickey Raphael. Let’s call the whole thing of werd in 1937 wereldberoemd door Fred Astaire en Ginger Rogers in het dansduet op rollerskates in de film Shall we dance. Hier zingt Nelson dit duet mooi met Cindy Lauper. Harmonica en hammond vallen op in It ain’t nessesarily so uit de opera Porgy and Bess uit 1935. Lekker gitaarwerk horen we in de uptempo jazzstandard I got rhythm. De pedal steel en de hammond zijn weer lekker aanwezig in Love is here to stay, een ballroom jazzklassieker uit 1938 en in 1951 het thema van de film An American in Paris. In They all laughed blijkt wederom dat Willie Nelson nog steeds een fraaie stem heeft. Het tweede duet op het album is met Sheryl Crow. Sheryl Crow doet in Embraceable you niet onder doet voor het origineel van Ginger Rogers. Mooie zang, orgel en harmonica zetten de toon in de slijper They can’t take that away from me. Het slotnummer is de klassieker van George and Ira Gershwin, Summertime uit Porgy and Bess, met prachtig pianospel. Een waardige afsluiter.

Conclusie: In de VS werden in de eerste week van verschijnen al 13.000 exemplaren verkocht. Of er in Nederland ook zoveel van verkocht gaan worden weet ik niet, maar het is een heel mooi album. Willie Nelson bewijst met Summertime dat hij van alle markten thuis is. Misschien is er nog een plaatsje vrij op het North Sea Jazz Festival.

Tracks:

  1. But not for me
  2. Somebody loves me
  3. Someone to watch over me
  4. Let’s call the whole thing off (feat. Cindy Lauper)
  5. It ain’t necessarily so
  6. I got rhythm
  7. Love is here to stay
  8. They all laughed
  9. Embraceable you (feat. Sheryl Crow)
  10. They can’t take that away from me
  11. Summertime

Line up:

 

22mrt/160

Blues of desperation – Joe Bonamassa

Bij het noemen van de naam Joe Bonamassa gaat het hart van menig bluesliefhebber sneller kloppen. De op 8 mei 1977 in Utica, New York, geboren zanger-gitarist heeft al jaren een grote schare fans. Hij was al vroeg verzot op de gitaar. Geen wonder natuurlijk als zoon van een gitaarhandelaar. Op piepjonge leeftijd was hij al een fan van Eric Clapton en hij leerde het vak echt van B.B. King. In 2000 kwam zijn eerste album uit, A new day yesterday. Zijn vorige album Different shades of blue uit 2014 was een groot succes en haalde in diverse Europese landen, waaronder Nederland, de top 10 van de albumcharts.

Deze maand komt Joe Bonamassa met een nieuw album Blues of desperation. Net als bij zijn vorige album ging hij ook weer naar Nashville om voor het schrijven van zijn nieuwe album samen te werken met de topmuziekschrijvers James House, Tom Hambridge, Jeffrey Steele, Jerry Flowers en Gary Nicholson. De elf nummers van Blues of desperation werden in vijf dagen met gerenommeerde muzikanten opgenomen in Nashville’s Grand Victor Sound Studios.

Het virtuoze gitaarspel van Bonamassa druipt er weer van af. De opener This train is een snelle ruige rocker waarbij de stem van Bonamassa mij erg doet denken aan die van Roger Daltrey van The Who. Ook het Led Zeppelin achtige Mountain climbing is diep geworteld in de bluesrock met een Jimmy Page achtige gitaarsolo. Wat wil je ook als je bedenkt dat Bonamassa zijn album samen produceerde met de van Led Zeppelin, Iron Maiden en Journey bekende Kevin Shirley. Na twee rockende nummers is het tijd voor Drive, een ballad achtig mooi gezongen nummer. Na deze relatieve rust gaat de band er weer stevig tegen aan. Een beukende drum, een lange gierende gitaarsolo over de orgelgolven van Reese Wynans en de achtergrondzangeressen in No good place for the lonely en de gloeiende gitaarsolo in het duistere titelnummer Blues of desperation. The valley runs low is een prachtige gevoelige gospelballad. Vingervlug gitaargeweld overheerst vervolgens weer in de snelle rocker You left me nothin’ but the bill and the blues met een klaterende piano van Wynans. Bij Distant lonesome train, met een onverstoorbare ritmesectie, moet je echt je koptelefoon opzetten, want de heavy gitaarsolo giert van links naar rechts. How deep the river runs begint als een ballad maar “ontploft” telkens in een heavy rocker waarin de gitaar met een lange vurige solo over een zware ritmesectie de boventoon voert.  Livin’ easy wijkt af van de andere nummers. Het is een ballroomachtig nummer met blazers, piano en een akoestische gitaarsolo. Het beste wordt voor het laatst bewaard. What I’ve known for a very long time is een schitterende ballad. Een soulblues in optima forma. Sterk gezongen, Wynans op orgel en uiteraard een lekkere gitaarsolo. Mooier kun je een album niet afsluiten. Stoppen op het hoogtepunt.

Conclusie: Joe Bonamassa maakt zijn niet geringe faam opnieuw helemaal waar met zijn nieuwe album. Grote klasse!

Tracks:

  1. This train
  2. Mountain climbing
  3. Drive
  4. No good place for the lonely
  5. Blues of desperation
  6. The valley runs low
  7. You left me nothin’ but the bill and the blues
  8. Distant lonesome train
  9. How deep this river runs
  10. Livin’ easy
  11. What I’ve known for a very long time

Line up

  • Joe Bonamassa – gitaar, vocals
  • Anton Fig – drums
  • Greg Morrow – drums
  • Michael Rhodes – bas
  • Reese Wynans – keyboards
  • Lee Thornburg - trompet
  • Paulie Cerra – sax
  • Mark Douthit – sax
  • Mahlia Barnes – achtergrondzang
  • Jade McCrae – achtergrondzang
  • Juanita Tippins – achtergrondzang

 

 

21mrt/160

The Arson’s match – Peter Karp & The Roadshow Band feat. Mick Taylor

Peter Karp is een veelgeprezen Amerikaanse singer-songwriter, gitarist en pianist. Hij groeide op in Alabama en New Jersey. Critici vergelijken zijn manier van songs schrijven met John Hiatt en John Prine. Uit zijn manier van gitaar spelen blijkt zijn liefde voor Freddie King en Elmore James. Hij vermengt naadloos blues en roots muziek. Hij debuteerde in 2007 met het album Shadows and cracks. In 2010 volgde het album He said she said, dat hij samen opnam met de Canadese zangeres-gitariste Sue Foley. In 2012 bracht het duo Karp & Foley weer een album uit, Beyond the crossroads. Peter Karp kreeg vooral bekendheid toen hij op een gegeven moment ging toeren en platen opnemen met gitarist Mick Taylor, bekend van John Mayall’s Bluesbreakers en The Rolling Stones.

In 2004 gaven Peter Karp en zijn Roadshow Band met Mick Taylor als speciale gast een concert in The Bottom Line in New York City voor Sirius Satellite Radio. Deze opnamen zijn nu na bijna 12 jaar eindelijk op cd uitgebracht onder de titel The Arson’s Match. De liefde voor Elmore James blijkt meteen al in het titelnummer The Arson’s match’. Een uptempo bluesrocker met slide, harmonica en een gloedvolle gitaarsolo van Mick Taylor. Taylor soleert voortreffelijk verder in Gee chee gee chee wawa en in de bluesstamper Ya’ll be looking, met een tinkelende piano van Jim Ehinger en sterke zang van Peter Karp die sterk aan Delbert McClinton doet denken. Turning point is een prachtige ballad met een Mick Taylor die speelt als in zijn hoogtijdagen bij The Rolling Stones. Het gedreven gezongen The Nietzsche lounge is weer een uptempo rocker met swingend pianospel van Ehinger. Met applaus natuurlijk voor de vlammende gitaarsolo’s. Gastpianist Dave Keys speelt een heerlijke pianosolo in Your Prettyness. waarin Gruenling ook lekker te keer gaat op zijn mondharmonica. Ook in Rolling on a log zit weer een broeiende harmonicasolo, mooi orgelspel van Jim Ehinger en tovert Taylor weer een felle solo uit zijn gitaar. Peter Karp trekt vocaal weer de aandacht in de schitterende ballad I’m not giving up met een lyrische solo van Taylor. De parel van het album! De Roadshow Band gaat weer fel rockend te keer in Treat me right waarin een prachtige orgelsolo zit verweven. De afsluiter Train o’mine doet zijn naam alle eer aan en dendert als een trein door het blueslandschap.        

Conclusie: Wat een schat heeft daar op de planken gelegen. Na 12 jaar kunnen we eindelijk allemaal genieten van een voortreffelijk bluesrockalbum.

Tracks:

  1. The Arson’s match
  2. Gee chee gee chee wawa
  3. Ya’ll be lookin’
  4. The turning point
  5. The Nietzsche lounge
  6. Your prettyness
  7. Rolling on a log
  8. I’m not giving up
  9. Treat me right
  10. Train o’mine

Line up:

  • Peter Karp – gitaar, vocals, piano
  • Mick Taylor – gitaar
  • Jim Ehinger – keyboards
  • Daniel Pagdon – bas
  • Dennis Gruenling - harmonica
  • Paul “Hernandez” Linsworth – drums
  • Dave Keys – keys op track 6
21mrt/160

Gaan voor goud

Gouda ontwaakte maandagmorgen met de gedachte dat de ogen van de sportwereld deze week gericht zijn op de Kaasstad. Het prachtige Groenhovenbad is het toneel van internationaal waterpolo. Daar waar het de vrouwen enkele weken geleden niet lukte om zich te plaatsen voor de Olympische Spelen zal dat deze week in Gouda moeten gebeuren. Ze hebben van de Nederlandse handbalsters kunnen afkijken hoe het moet.

Van heinde en ver zullen deze week de media toestromen. Waterpolo leeft als vanouds sterk in Gouda met talloze kampioenschappen van GZC DONK. Speelsters, ex speelsters en ex coaches van de Goudse waterpolotrots hebben een groot aandeel in het Nederlandse team dat een ticket voor Rio moet gaan veroveren. De Olympische gouden medaille van Beijing in 2008, met een grandioze winnende treffer van Danielle de Bruijn, staat de liefhebber nog scherp op het netvlies.

Nederland gaat volgens iedereen het ticket wel “even ophalen”. En hoewel ook bij waterpolo de bal rond is, ben ook ik van mening dat het wel heel raar moet lopen wil Nederland zich in Gouda niet kwalificeren. Ik loop me al warm voor de kwartfinale op paaszaterdag en hoop dan mee te maken dat Chef de Mission Maurits Hendriks de dames officieel welkom kan heten in Team NL. En als toetje een finale tegen de VS zou helemaal prachtig zijn.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
17mrt/160

Hipshakers and heartbreakers – Delta Generators

De uit Boston (Massachusetts) afkomstige Delta Generators werd in 2008 opgericht. Maar in die relatief korte tijd van hun bestaan heeft de band al aardig wat prijzen in de wacht gesleept. In het jaar van oprichting won de band meteen al The Boston Blues Society’s Blues Challenge en in 2009 kregen ze voor hun debuutalbum Devil in the rhythm een Independent Music Award in de categorie beste bluesalbum. In datzelfde jaar sleepten ze ook de titel Best Blues Band in Worcester Magazine in de wacht. Dit jaar is de band genomineerd voor een New England Award. The Delta Generators deelden de afgelopen jaren het podium met acts als Robert Cray, Dirty Dozen Brass Band, Three Dog Night, James Cotton, The Fabulous Thunderbirds, Johnny Winter, Walter Trout en Poppa Chubby. Delta Generators wordt gevormd door Craig Rawding (zang, mondharmonica), Charlie O’Neal (gitaar), Rick O’Neal (bas) en Jeff Armstrong (drums).

Na Hard river to row (2011) en Get on the horse (2014) is deze maand het vierde album, Hipshakers and heartbreakers verschenen. De totstandkoming van het album heeft een speciale betekenis voor de band gekregen omdat bassist Rick O’Neal negen maanden voor de opnames een beroerte kreeg waardoor o.a. zijn rechterarm niet meer functioneerde. Het gevolg is dat hij nu met links moet spelen.

Hipshakers and heartbreakers telt tien songs met ingrediënten van rock, blues, soul en americana. In de openingstrack Day that I met you barst het geweld meteen los. Een felle rocker, gedreven zang, een stevige ritmesectie en een huilende bluesharmonica. Ook Elephant in the room is een uptempo bluesrocker met een lekkere slide, een ronkende bas, bonkende drums, de harmonica en de uitbundige zang van Craig Rawding. In Two headed snake is het tempo nauwelijks bij te benen. Een supersnelle boogie waar ook nog een piano door heen komt zetten. Het tempo gaat iets omlaag in Feel no pain, maar het is toch een stevige soulblues en in Strike the bells is de slide van Charlie O’Neal zeer aantrekkelijk. Het South Side Johnny achtige Tumbling away is weer een relatief rustpunt, maar in het Tom Petty achtige Bastards lament gaat de beuk er weer in en dat geldt zeker voor het heavy Way down met een dominerende ritmesectie en de harmonica en zang van Rawding. Tom Waits for no one (fraaie titel) is een fijne countryballad. Het album wordt afgesloten met de ballad Something good. En na ruim 36 minuten klinkt dan de laatste toon van het album.

Conclusie Mijn eerste kennismaking met The Delta Generators is me goed bevallen. Met Hipshakers and heartbreakers hebben ze een zeer energiek en geïnspireerd rechttoe rechtaan bluesrock album afgeleverd.

Tracks:

  1. Day that I met you
  2. Elephant in the room
  3. Two headed snake
  4. Feel no pain
  5. Strike the bells
  6. Tumbling away
  7. Bastards lament
  8. Way down
  9. Tom Waits for no one
  10. Something good
14mrt/160

An evening with the blues

Na 22 edities in Tiel verhuisde het festival An Evening with the Blues een aantal jaren geleden naar Rotterdam. Zaterdagavond 12 maart vond het bluesfestival voor de 4e keer plaats in het prachtige muziek- en filmtheater LantarenVenster aan de Otto Reuchlinweg op de Kop van Zuid, onder de rook van Hotel New York, het voormalige hoofdkantoor van de Holland Amerika Lijn.

Toen ik om 19.30 binnen stapte was in de foyer Paul Batto jr. al bezig om het publiek op te warmen. De in 1967 in Ljubljana geboren zanger-gitarist trakteerde het langzaam binnenstromende publiek op een set van zowel akoestische als elektrische blues. Batto trad ook op in de pauzes tussen de optredens van de artiesten van An Evening with the Blues.

Om even voor 20.00 uur gingen de deuren van zaal 1 open en maakten de bluesliefhebbers zich op voor het eerste optreden die avond, van de uit Clarksdale Mississippi afkomstige zanger-gitarist James Johnson, beter bekend onder zijn artiestennaam Super Chikan, een naam die betrekking heeft op het feit dat hij een verdienstelijk kippenfluisteraar is. Super Chikan werd begeleid door gitarist Harold “Fat Hary” van Dorth, bassist Jan Markus en drummer Eduard Nijenhuis. De band nam ons mee in een muzikale reis door de delta blues en speelde o.a. covers van Jimmy Reed (Baby what you want me to do), van Muddy Waters (You don’t have to go) en van Albert King (Crosscut saw). Johnson is ook een erkend gitaarbouwer en hij vertelde tijdens zijn optreden over de diddley bow, een rudimentair van oorsprong Afrikaanse eensnarige gitaar, die hij had aangepast om een beter geluid te krijgen. En dat liet hij in het ruim acht minuten durende Working train horen. Een doordenderende blues waarbij Johnson treingeluiden uit zijn gitaar toverde. Hij deed zijn naam al dansend een boogiewoogie spelend over het podium ook eer aan toen hij kippengeluiden uit zijn gitaar toverde.

Na een pauze van een half uur was het de beurt aan de in 1957 in Rochester (NY) geboren zanger- gitarist Chris Beard. Hij kreeg de blues met de paplepel ingegoten door zijn vader Joe Beard. En als de legendarische Son House je buurman was en Buddy Guy, John Lee Hooker en Muddy Waters je huisvrienden, dan zit het wel snorl. Beard treedt dit jaar voor het eerst in Nederland op en had  uitstekende Belgische begeleiders meegenomen. Renaud Lesire op bas, Steve Wouters op drums en de virtuoze Patrick Cuyvers op hammond en piano. Wat Cuyvers uit zijn hammond toverde was fabuleus. “Patrick, he’s my man” riep Beard meerdere malen en terecht. Met “wapperende” solo’s deed hij me een beetje denken aan de die dag daarvoor overleden organist Keith Emerson. Chris Beard is een fantastische gitarist en dat hij beïnvloed is door Buddy Guy liet hij telkens overduidelijk horen. En hij bespeelde het publiek want op een gegeven moment begaf hij zich al solerend onder het publiek, zelfs tot boven in de afgeladen zaal. Van zijn vorig jaar verschenen album Eye of the witch speelde hij, gezeten op de rand van het podium, de prachtige slowblues House of shame. Schitterend gitaarwerk, golvende orgeltonen en intens gezongen. Beard en zijn band hadden er duidelijk plezier in want toen de master of ceremonies duidelijk maakte dat het uur er op zat vroeg hij nog een paar minuten extra, die hem gelukkig werden gegund, waardoor hij met een spetterende toegift en een bloedend blueshart afscheid nam van zijn publiek. Wat kan een uur snel voorbij zijn.

Om 23.00 zou het slotoptreden van de avond plaatsvinden, maar er was blijkbaar iets met de geluidsinstallatie want het liep enigszins uit. Shakura S’ Aida deed een uitgebreide soundcheck en de band verdween toen weer van het podium. En nadat drummer Steve Wouters van de band van Chris Beard zo vriendelijk was om zijn bekkens ter beschikking te stellen kon het optreden van de in Brooklyn geboren maar tegenwoordig in Canada wonende blues- en jazzzangeres Shakura S’Aida beginnen. Toen haar Canadese band, bestaande uit gitarist Paige Armstrong, pianist-organist Jesse Karwat, bassist Roger Williams en drummer Tony Rabalao begon te spelen kwam Shakura na enige tijd zwevend en bezwerende bewegingen makend het podium op. Het feest kon beginnen. Shakura heeft een Tina Turner achtige uitstraling en een dijk van een stem. Prachtige nummers komen voorbij, Gonna tell me baby, Queen of rock ‘n’ soul, met een swingende Karwat op piano. Theatraal legt Shakura haar arm en haar hoofd soms op de schouder van gitarist Armstrong bij een spetterende gitaarsolo. Een hoogtepunt van de show is het door Billie Holiday geschreven en vooral ook van Nina Simone bekende Tell me more, more & then some. Een schitterende slowblues. In Geechie woman probeert Shakura het publiek mee te krijgen in community singing. Ben ik niet zo’n fan van, maar uiteindelijk lukt het Shakura wel. In Blues dancing krijgt ze een aantal fans zelfs zo ver om te gaan dansen. Time is een Tina Turner achtige soulblues. Ook Shakura mag toegiften geven en met het gospelachtige Your love always got me by is de Evening of the blues voorbij. Het is inmiddels middernacht en ik vertrek goedgemutst terug naar Gouda.

Gearchiveerd onder: Concertrecensies Geen reacties
14mrt/160

Edwin van der Sar

Ook ik heb me afgelopen zaterdag aan de voetbalgekte rond Edwin van der Sar overgegeven. In een volgepakt Sportpark Duinwetering in Noordwijk was ik getuige van een merkwaardig spektakel. Van heinde en ver waren cameraploegen uitgerukt. Een Britse cameraman vroeg me zelfs of hij een kopie van het wedstrijdformulier mocht maken. “Go your gang” zei ik in mijn Louis van Gaal Engels.

Eigenlijk is het van de gekke dat de halve wereld in rep in roer is wanneer een “oude” man zich laat overhalen om 90 minuten onder de lat te gaan staan. Maar de man om wie het  ging pakte toch weer een hoofdrol. Hij hoefde in het begin slechts een paar balletjes op te rapen, maar toen Jodan Boys dacht de recordinternational te verschalken, vertoonde van der Sar zijn specialiteit, het stoppen van een strafschop. Sociale media ontploften. Toch moest hij capituleren voor een schot van Mo Bellachen. Wat zal die spelbepaler van Jodan Boys die nacht lekker hebben geslapen, want als Goudse voetballer die in een officiële wedstrijd een doelpunt heeft gescoord tegen Edwin van der Sar bevindt hij zich in een zeer select gezelschap. Alleen jammer voor De Jodan Boys dat het geen drie punten meenam uit het Noordwijkse circus. Een troost is dat de naam Jodan Boys nu ook ver buiten Gouda bekend is.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
14mrt/160

De heksenketel van Noordwijk

Degene die er de afgelopen week niets over heeft gehoord heeft of onder een steen gelegen of is doof en blind. Stad en land was uitgerukt naar Sportpark Duinwetering in Noordwijk om het wonder te aanschouwen. Kosten nog moeite waren gespaard maar de penningmeester zal ’s-avonds likkebaardend de recette hebben bekeken. Nadat dagen daarvoor alle zichzelf respecterende radio- en tv-programma’s er aandacht aan hadden besteed, was zaterdag het Uur U. Oud doelman van Oranje en recordinternational Edwin van der Sar zou eenmalig het doel van Noordwijk verdedigen. Radio en tv waren massaal aanwezig, zelfs cameraploegen uit het Midden Oosten, Italië en Engeland. Een vriendelijke Engelse cameraman vroeg mij of hij van het wedstrijdformulier een foto mocht maken! Ook de NOS en Voetbal International “verlaagden” zich tot een bezoek aan een amateurwedstrijd. Het ging er overigens tamelijk chaotisch aan toe. Persmensen kregen een armbandje aangemeten, maar volgens mij zou iedereen die riep van de pers te zijn zo’n blauw bandje kunnen krijgen want er werd niet gecontroleerd of je echt van de pers was. En ik heb zelf maar voor koffiejuffrouw gespeeld.

Eigenlijk is het van de gekke dat de hele voetbalwereld in rep in roer is wanneer een oude man, met respect gesproken trouwens, zich laat overhalen om 90 minuten onder de lat te gaan staan. En ik kan me voorstellen dat de 2e en 3e keeper van Noordwijk er eigenlijk niet blij mee waren. Het is tenslotte toch een verkapte motie van wantrouwen naar hen toe. Maar ach, ook zij stonden in de belangstelling en moesten voor de camera’s “verantwoording” afleggen.

Maar de man om wie het gisteren ging pakte toch weer een hoofdrol. Hij had het in het begin van de niet hoogstaande wedstrijd niet echt moeilijk en de balletjes die hij op moest rapen had ik zelfs gepakt. Maar toen Jodan Boys dacht de recordinternational te verschalken, vertoonde van der Sar zijn specialiteit, het stoppen van een strafschop. Twitter, facebook en andere media ontploften. Het aureool boven het hoofd van de Heilige Edwin werd groter en groter. Toch moest hij buigen voor een schot van Gouwenaar Mo Bellachen die hem van dichtbij passeerde. Wat zal die Mo die acht lekker hebben geslapen, want hij is de eerste voetballer die na de Spanjaard David Villa van Barcelona op 28 mei 2011 een doelpunt heeft gescoord in een officiële wedstrijd tegen Edwin van der Sar.

En als Goudse voetballer die een doelpunt heeft gescoord tegen Edwin van der Sar bevindt je je volgens mij helemaal in een select gezelschap, want ik kan zo snel geen andere Goudse voetballer noemen die dit ook heeft gedaan. Alleen jammer voor De Jodan Boys dat het de winst in de extra speeltijd nog door de handen liet glippen, maar ook de naam van Jodan Boys is nu in de hele wereld bekend.

De rust lijkt in Noordwijk nu weer teruggekeerd en Edwin van der Sar hult zich weer in een relatief stilzwijgen als directeur van Ajax. Hij is volgens mij de eerste die als die overdreven aandacht allemaal maar een beetje flauwekul vindt

Gearchiveerd onder: Columns, Gouwestad Sport Geen reacties
9mrt/160

Double live – The Bluesbones

De vijfkoppige Belgische band The Bluesbones bestaat 4 jaar. De band was direct na hun oprichting als succesvol met o.a. optredens in België en Nederland. In 2012 verscheen hun debuutalbum Voodoo guitar. Het album werd gekozen tot het beste debuutalbum door Rootstime en Bluesmagazine en de band ontving de publieksprijs van The Belgian Blues Challenge 2012. In 2013 kwam de cd/dvd Live @ the Bosuil uit. Dit livealbum werd gekozen tot blues cd van 2013 door Bluestown Radio en Bluezy Radio. Vorig jaar verscheen Saved by the blues en ook dit album oogstte wereldwijd lof. Vorig jaar was trouwens een turbulent jaar voor The Bluesbones. Zowel gitarist Andy Aerts als bassist Ronald Burssens verlieten de band. De droom van frontman Nico de Cock was altijd om een hammondspeler bij de band te hebben en die werd gevonden in de persoon van Edwin Risbourg. Inmiddels was Geert Boeckx als nieuwe bassist toegetreden zodat The Bluesbones weer compleet waren. Naast zanger Nico de Cock , Edwin Risbourg en Geert Boeckx bestaat de band verder uit drummer Dominique Christens en de jonge 20-jarige zeer talentvolle gitarist Stef Paglia.

Vorige maand kwam een nieuw album van The Bluesbones uit. Dit album is eigenlijk toevallig ontstaan omdat de band werd uitgenodigd in een studio voor een opnamesessie met publiek. Ineens had men ruim 100 minuten aan muziek en de band besloot toen om van deze opnames een album uit te brengen. Het was oorspronkelijk de bedoeling een enkel album uit te brengen, maar aangezien men niet kon kiezen welke nummers er op zouden moeten komen besloot men, ook als cadeautje aan hun trouwe fans die even moesten wennen aan de nieuwe sound met hammond, een dubbelalbum uit te brengen.

Double live is opgenomen in de Hype Studio in Mechelen voor een select gezelschap trouwe fans. Het is eigenlijk een live album met de kwaliteit van een studioalbum. Op uitdrukkelijk verzoek waren de fans verzocht niet tijdens de nummers maar alleen tussen de nummers te applaudisseren. Van de vijftien nummers die worden gespeeld is er slechts één nieuw nummer. Saved by the blues is een soulblues, gevolgd door de acht minuten durende slowblues Voodoo guitar met lyrische gitaarsolo’s en hammond. Riding out en Moonshine zijn voorbeelden van stevig en strak gitaarwerk van de jonge Stef Paglia. In de boogie Find me a woman zijn invloeden van Muddy Waters herkenbaar (Rollin’ and tumblin’) en I’m still your man is weer een prachtige slowblues met hammond en gitaar. Het funky No good for me is het enige nieuwe nummer. Cd 1 wordt besloten met het dertien minuten lange She’s got the devil in her. Wederom lyrische gitaarsolo’s, sterke zang en een fantastische hammondsolo.

De opener van cd 2 Broken down car heeft een Jimi Hendrix achtige gitaarsolo en in de bluesballad I try gaat de gitaar van subtiel naar vlammend. Het intro van het 12 minuten lange Runaway doet sterk denken aan Voodoo chile van Hendrix en de gierende gitaarsolo’s en de hammond voeren het nummer naar het kookpunt. Wrong  is een mooie bluesballad en in de boogie Cruisin’ haalt Risbourg weer alles uit de kast op zijn hammond. Het album wordt besloten met twee lange nummers Devil’s bride en Whiskey drinking woman, waarin gitarist Stef Paglia de geest van wijlen Roy Buchanan oproept met zijn snerpende solo’s. En de fans van The Bluesbones krijgen nog eens de nieuwe “hammondstijl” voorgeschoteld. Prachtig!

Conclusie: The Bluesbones hebben met Double live hun fans een prachtig cadeau gegeven. Ruim honderd minuten uitstekende blues.

Tracks cd 1:

  1. Saved by the blues
  2. Voodoo guitar
  3. Riding out
  4. Moonshine
  5. Find me a woman
  6. I’m still your man
  7. No good for me
  8. She’s got the devil in her

Tracks cd 2:

  1. Broken down car
  2. I try
  3. Runaway
  4. Wrong
  5. Cruisin’
  6. Devil’s bride
  7. Whiskey drinking woman