Gerritschinkel.nl Columns & meer

27jan/160

Mississippi – songs along the road – Richie Arndt

Bij velen zal er bij de naam Richie Arndt niet direct een belletje gaan rinkelen. Bij mij althans niet. Maar in Duitsland is de op 23 februari 1958 in Bielefeld als Henry Richard Arndt geboren blues- en rockmuzikant al jaren een bekende verschijning. Hij leerde al jong elektrische gitaar spelen en  studeerde muziekonderwijs. Zijn muzikale helden waren Rory Gallagher, Johnny Winter en Jimi Hendrix. Nadat hij tien jaar in de top-40 band Skydogs had gespeeld voltooide hij zijn opleiding als muziekleraar. Naast zijn baan als leraar kreeg hij vanaf 1995 bekendheid in de Duitse bluesscene met zijn groep Bluenatics. Vorig jaar won Arndt de BIG Bluesaward als Best Contemporary Blues Artist 2014 in Duitsland.

In december jl. kwam zijn nieuwe album uit, Mississippi – songs along the road. De opener is een energiek rockende versie van Chuck Berry’s Memphis Tennessee. Keiharde drums, een snoeiharde gitaar en een jammerende mondharmonica. Het tempo blijft vervolgens hoog in de traditional Swing low, sweet chariot, een heerlijke gospelblues met een prachtige gitaarsolo. Walking in Memphis was een enorme hit van Marc Cohn in 1991 en Richie Arndt heeft er op dit album een mooie cover van zes minuten van gemaakt. Mooi piano intro, goede zang, orgel, een koor en het nummer eindigt met een regen- en donderbui. Het volgende nummer, de Leadbelly klassieker Backwater blues, begint en eindigt ook met regen en donder. Prachtige slide en mondharmonica. Mooie krachtige country blues. Het door Richie Ardt zelf geschreven Mississippi flowride is een funky bluesrocker, met snerpende gitaarsolo’s, een loeiende mondharmonicasolo en een strakke ritmesectie. Een volgende blues klassieker is Crossroads van Robert Johnson dat in de uitvoering van Arndt een bluesrock versie wordt met bottleneck en wah wah gitaar en jachtig bonkende drums. Het grote rustpunt op het album is het door Billie Holiday wereldberoemd geworden Strange fruit. Een mooie ballad, gedreven zang en die prachtige tuba en trombone. Schitterend nummer. Een volgend hoogtepunt op het album is Ol’ man river, een nummer uit de musical Showboat uit 1927. Arndt maakt er een lekkere countryblues ballad van met een ingetogen gitaarsolo, een pianosolo onder wervelende orgeltonen en een prominent aanwezige staande bas. Dan duiken we de typische sfeer van New Orleans in. Eerst met Hank Williams Jambalaya en het van Dr. John bekende Iko iko en daarna horen we Arndt als een soort crooner in Do you know what it means to Miss New Orleans. Het album eindigt met een aparte versie van Love me tender van Elvis Presley. Wederom goede zang van Richie Arndt en een prachtige pianosolo en akoestische gitaarsolo.

Conclusie: Richie Arndt en zijn band hebben met Mississippi – songs along the road een uitstekend album gemaakt. Vaak oeroude klassiekers zijn op een zeer prettige manier afgestoft, hebben een eigen stempel gekregen en liggen uitstekend in het gehoor.

Tracks:

  1. Memphis, Tennessee
  2. Swing low, sweet chariot
  3. Walking in Memphis
  4. Backwater blues
  5. Mississippi flowride
  6. Crossroads
  7. Strange fruit
  8. Ol’ man river
  9. Jambalaya & iko iko
  10. Do you know what it means to Miss New Orleans
  11. Love me tender

Line up:

  • Richie Arndt (vocals, gitaar)
  • Wolfgang Brammertz (orgel)
  • Björn Diewald (lap steel, keyboards tracks 2 en 5)
  • Bianca Diewald – Shomburg (choir/Tammy)
  • Christiana Eiben (choir tracks 2,3 en 9)
  • Karl Godejohann (drums tracks 3,7,8,10 en 11)
  • Peter Weissbarth (drums tracks 1,2,5,6 en 9)
  • Jens-Ulrich Handreka (elektrische bas tracks 1,2,5,6 en 9)
  • Kevin Hamkemeier (upright bas tracks 3,7,8,10 en 11)
  • Matthias Klause-Gauster (grand piano tracks 3,7,8,10 en 11)
  • Dieter Kropp (harmonica tracks 1,4 en 5)
  • Stephan Schulze (trombone, tuba tracks 7 en 10)
  • Tine Vonhoegen (choir tracks 2,3 en 9)
24jan/160

Dan moet de victorie maar in Gouda beginnen

Het eerste voetbalweekend na de winterstop leverde toch een aantal afgelastingen op. Het hoofdveld van SV Gouda in het Groenhovenpark was onbespeelbaar en dus ging de wedstrijd van Gouda tegen Linschoten niet door. Uitwijken naar het kunstgrasveld wilde men niet. Formeel hoeft dit niet maar ik blijf het raar vinden. Ik vind dat de KNVB clubs die over een kunstgrasveld beschikken moet verplichten te allen tijde op kunstgras te spelen als dit op de grasmat niet mogelijk is.

Olympia week zondag wel uit naar het kunstgrasveld maar baalt als een stekker van de zeer slechte staat van het hoofdveld, dat vorig jaar ook al meer op een zandbak met kuilen leek dan op een voetbalveld. Extra zuur voor Olympia is dat de KNVB de jeugdinterland Nederland – Rusland aan de Bodegraafsestraatweg wilde laten spelen. Maar het veld werd helaas afgekeurd. Heb je als club een schitterende accommodatie, maar een veld waar een konijn nog geen hol wil graven.

Internationale wedstrijden zijn eind maart wel in het Groenhovenbad. Het Nederlandse dameswaterpoloteam ging vrijdagavond in de finale van het EK kopje onder tegen een agressief en soms wild om zich heen trappend Hongaars team. Geen directe plaatsing voor de Olympische Spelen. Dit zal de kaartverkoop in maart ongetwijfeld goed doen. Dan moet de victorie maar in Gouda beginnen.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
23jan/160

Some call it FREEDOM (some call it the blues) – R.B. Stone

De muziek is de in Huntingsburg, Indiana, geboren zanger- gitarist  R(oland) B(Bennett) Stone jr. met de paplepel ingegoten. Zowel zijn vader als zijn moeder waren liefhebbers en hebben die muzikale liefde op hun zoon overgebracht. Zijn vader was gek op blues, boogie en rock en roll en wijdde zijn zoon in in de muziek van Little Richard, B.B. King, Jerry Lee Lewis en Elvis Presley. Zijn moeder maakte hem bekend met Janis Joplin, Johnny Cash, Herb Alpert, The Beatles, Motown en de hits van de jaren ’60. Voordat R.B. Stone op zijn 23e naar Colorado vertrekt om zich helemaal op de muziek te storten werkt hij o.a. bij de spoorwegen en in een loodgietersbedrijf in Ohio. Hij begint te toeren en speelt wereldwijd in meer dan 30 landen. In 1986 verschijnt zijn eerste plaat  Highway robbery en in de jaren daarna volgen er nog heel veel. Volgende maand verschijnt Some call it FREEDOM (some call it the blues), zijn 17e album.

Op dit nieuwe album staan 11 door R.B. zelf geschreven nummers. De opener Hill country stomp knalt er meteen keihard in. Een energieke stomende boogie waarin R.B.  een ode brengt aan helden uit de Mississippi delta. Het titelnummer heeft J.J. Cale invloeden. 35 Miles to Mobile is een uptempo bluesrocker met een scheurende gitaar, een doordenderende ritmesectie en een hamerende boogiepiano. Ook in de New Orleans achtige sfeer van Mind your bizzness is Larry Van Loon prominent aanwezig met zijn piano en blaast R.B. zijn longen uit zijn lijf op zijn mondharmonica. Orgelsolo’s en gitaar domineren de midtempo bluesrocker Yo yo lover. R.B. zingt gedreven in Another thief, een nummer met verder een uitstekende ritmesectie. R.B. soleert op cigar box in de instrumental Nicklejack. You don’t want me is een John Lee Hooker achtige boogie en in de ZZ Top achtige bluesrocker Won’t stop rockin’ zijn de piano en het orgel weer op dreef en ook de loeiende harmonica. Gastgitarist Tim “Too Slim” Langford mag zijn kunsten op slide vertonen in de Hoochie coochie achtige rocker Weapons of mass persuasion. Prachtig die laatste twee zinnen: “Watch out Slim, she’ll make you a prisoner of love”. En het laconieke antwoord van Slim: “But I’m a married man”. In het slotnummer Standin’ on top of the world mag iedereen nog een keer helemaal los gaan, orgel, bas, drumsolo, harmonca en gast Austin Young op gitaar. Een dampend einde.

Conclusie: Aan het nieuwe album van R.B. Stone is niets vernieuwend. Maar dat is absoluut niet erg. In tegendeel, het is een zeer energiek album. Niks geen poespas, maar eerlijke rechttoe recht aan blues (rock) van de bovenste plank. Zo mag hij nog jaren doorgaan. Keihard draaien!

Tracks:

  1. Hill country stomp
  2. Some call it freedom
  3. 35 Miles to Mobile
  4. Mind your bizzness
  5. Yo yo lover
  6. Another thief
  7. Nickajack
  8. You don’t want me
  9. Won’t stop rockin’
  10. Weapens of mass persuasion
  11. Standin’ on top of the world

 

Line-up:

  • R.B. Stone (zang, mondharmonica, cigar box, slide en rhythm gitaar)
  • Terrance Houston (drums)
  • Randy Coleman (bas)
  • Josh Fairman (bas)
  • Larry Van Loon (keys)
  • Tim “Too Slim” Langford (slide track 10)
  • Austin Young (gitaar track 11)
19jan/160

Window of my eyes

Op weg naar Assen duw je natuurlijk een cd van Cuby + Blizzards in de cd speler. Je gaat tenslotte naar de bluesprovincie van Nederland. En wat is er mooier dan door het besneeuwde landschap van Drenthe te rijden met de gitaarsolo van Somebody will know someday.

Het is zaterdagavond 16 januari 2016. Buiten sneeuwt het en het is glad, maar zonder kleerscheuren bereik ik de Bluestent naast het Drents Museum op de Brink van Assen. Ik heb me al een tijdje verheugd op deze avond. Aanleiding is de officiële muzikale opening van de tentoonstellingen   Window of my eyes en Blues from heaven. Dit jaar zou Harry “Cuby” Muskee 75 jaar zijn geworden. En om deze legendarische blueszanger te eren is er in het Drents Museum een grote overzichtstentoonstelling gewijd aan het leven van werk van de in 2011 overleden Drentse bluesgrootheid. Tegelijkertijd met deze tentoonstelling is er een fototentoonstelling van de Drentse fotograaf Rudy Leukfeldt, die Harry meermalen heeft gefotografeerd.

Nadat ik ben “ingecheckt”  ga ik meteen naar de tentoonstelling Window of my eyes. Een grote reis door het leven van Harry Muskee aan de hand van drie hoofdthema’s: zijn jeugd, zijn muziek en zijn Drenthe. De teksten bij de tentoonstelling zijn opgebouwd uit citaten van Harry, van zijn vrienden en van zijn bandleden. Er zijn ook nooit eerder vertoonde filmopnamen en geluidsfragmenten te zien en te horen. En uiteraard zijn de complete discografie (elpees, singles) en veel affiches te bewonderen. Een prachtig tijdsbeeld. De nostalgie straalt je tegemoet. Een schitterende tentoonstelling, die nog t/m 17 april is te zien. Een aanbeveling en dat geldt ook voor de foto’s van Rudy Leukfeldt.

Maar dat was nog lang niet alles. Er was bluesmuziek in de grote tent. Om 19.45 uur opende ceremoniemeester en biograaf van Harry Muskee Jeroen Wielaert de avond. “Cool is the rule” was het parool van Harry volgens Wielaert en heette de ruim 850 mensen in de tent welkom. Hij beloofde een keur aan bluesartiesten maar vroeg eerst een groot applaus voor de man die vanavond niet aanwezig was. Daarna betrad al snel Huub van der Lubbe het toneel en zong Steen, een nummer van De Dijk, maar volgens Huub gaat het over Drenthe en over Harry. Een ode dus. Vervolgens vertolkte hij,  begeleid door The Blizzards Erwin Java, Herman Deinum en Hans Lafaille het overbekende Window of my eyes. Toen kwam het plechtige moment van de overhandiging van het eerste exemplaar van het prachtige (op elpeeformaat) boek Window of my eyes aan Huub van der Lubbe en aan Douwina, de weduwe van Harry.

Tijd voor de volgende band, King of the World, de nieuwe groep van ex Blizzards gitarist Erwin Java. De band wiens live reputatie al is gevestigd, gaf ook vanavond weer een lekkere show, met o.a. een stomende soulversie van Let’s go get stoned. Snelle rockers en slowblues, KOTW is van alle markten thuis. Uitstekende band. Erwin Java en Govert van der Kolm (hammond) zouden we die avond nog terug zien.

Na een korte pauze was het de beurt aan Ralph de Jongh. Een solo-optreden van iemand die de blueswereld ook in rap tempo aan het veroveren is. Gezeten op een stoel en met een gele en zwarte klomp trapte hij af met Somebody will know someday. Met fel gitaarwerk en krachtige zang won hij snel de harten van het enthousiaste publiek. Hoochie coochie man met de zwarte klomp op het wah wah paneel. Prachtig slidewerk op The sky is crying, waarbij de splinters van klompen afvlogen. De vloer wiegde onder onze voeten alsof er een nieuwe aardbeving in het Noorden was. Schitterend optreden.

Na Ralph de Jongh een van de hoogtepunten van de avond. Een van mijn favoriete Nederlandse bluesgroepen met de beste blueszangeres van Nederland, Tineke Schoemaker. Ruim 40 jaar aan de top en nog altijd still going strong. BARRELHOUSE!. Het begin was rampzalig want de microfoon van Tineke deed het niet. Maar gelukkig was dat snel verholpen en trakteerde de band ons op een gloedvol optreden waar de geest van Freddie King ruim aanwezig was. Tineke zong als nooit tevoren. De gitaristen Johnny en Guus Laporte soleerden beurtelings alsof ze nooit iets anders doen. Jan Willem Sligting concentreert zich helemaal op zijn bas. Bob Dros pijnigt strak zijn drumstel en de hamerende piano van Han van Dam blijft een kenmerkend element in de muziek van Barrelhouse. Dat de band nog maar lang door mag gaan.

Het optreden van singer-songwriter Eric Taylor was helaas een dissonant op deze avond. En dat lag niet aan de 65-jarige Texaan, maar grotendeels aan een groot gedeelte van het publiek dat het respect niet kon opbrengen om de luisteren naar de gevoelige liedjes van de op een stoel met een fles rode wijn in de buurt gezeten zanger gitarist die goed bevriend was met Harry Muskee. Zo was het mooie Louis Armstrong’s broken heart alleen voor degenen die vlak voor het podium stonden te horen. Gelukkig stond ik daar. Jammer en respectloos naar een man die Steve Earle, Lyle Lovett en Nancy Griffith tot zijn fans mag rekenen. Terecht dat Jeroen Wielaert hier na afloop een opmerking over maakte en degenen die hiervoor verantwoordelijk waren adviseerde maar eens een cursus zwijgen te gaan volgen.

De gebroeders Borgers waren aan de beurt. Saxofonist Bertus en gitarist Ruud. Veteraan Bertus Borgers heeft zijn sporen natuurlijk al ruimschoots verdiend in de vaderlandse muziekscene. Hij is niet alleen een uitstekende saxofonist, maar ook een verdienstelijk zanger. Dat liet hij horen in zijn liedje Ik blijf binnen vandaag. Maar Bertus en Ruud kregen pas echt de handen op elkaar bij de vertolkingen van de Brood-klassiekers Still believe en Rock ’ n roll junkie. Borgers zorgde er zo voor dat niet alleen de geest van Cuby, maar ook die van de voormalige pianist van de Blizzards Herman Brood op deze mooie avond aanwezig was.

Intussen was het programma flink uit de tijd gelopen, maar even voor half 12 was het tijd van de finale. De reünie zoals het op de affiches was aangekondigd. Huub van der Lubbe, Hans Lafaille, Herman Deinum, Erwin Java en ja ja, Eelco Gelling betraden het podium. Window of my eyes was de herkenbare en dankbare opener met een gedreven zingende Huub van der Lubbe en Eelco Gelling, die eerst wat moeite leek te hebben maar gaandeweg het nummer op dreef raakte en een zeer lange solo speelde. Tineke Schoemaker nam de microfoon van Huub over bij een andere C+B klassieker Somebody will know someday. Eelco Gelling kreeg er steeds meer plezier in en soleerde weer voortreffelijk. De overige bandleden waren af en toe in vertwijfeling wanneer zij weer mochten, maar ze lieten alle eer aan Eelco. De piano van Han van Dam deed de rest. Another day another road werd vooral mooi door de blazers, Bertus Borgers nam het voortouw in Brother booze en de hammond van Govert van der Kolm was heerlijk. Ralph de Jongh had inmiddels zijn klompen in de kleedkamer achtergelaten en kwam op in zwarte laarzen. Met zijn formidabele stem werd Hobo blues de microfoon in geslingerd. Eelco en Erwin soleerden beurtelings. In de afsluiter Too blind to see gingen alle muzikale remmen nog eenmaal los. Eelco straalde plezier uit en bleef weer soleren. Erwin en Ralph losten hem af. Han van Dam en Govert van der Kolm mogen ook nogmaals hun kunsten laten horen. De bas van Herman Deinum denderde ook in deze finale door en de klappen van drummer Hans Lafaille ook.

Het was al ruim na middernacht toen de laatste tonen klonken. Helaas geen nagift maar een kniesoor die daar op let. Er vloeiden hier een daar tranen van ontroering. Het was een gedenkwaardige avond. Ik ging tevreden naar huis en kon niet wachten om in het prachtige boek te gaan lezen.

En o ja, vergeet vooral niet naar de tentoonstellingen in het Drents Museum te gaan.

Gearchiveerd onder: Concertrecensies Geen reacties
19jan/160

Koekblikken en Beerenburg

Discuswerpster Ria Stalman zag alleen nog maar koekblikken en wilde eigenlijk ook weleens een medaille winnen. Dus zocht ook zij haar toevlucht in doping en won in 1984 een gouden olympische medaille. Ruim 30 jaar later bekende zij en viel ook zij van haar voetstuk. De atletiekwereld ligt weer onder vuur en de verdachtmakingen zijn niet van de lucht, ook niet naar de IAAF toe.

En nu is na de atletiek, het wielrennen en het topvoetbal ook te tenniswereld in opschudding wegens vermeende matchfixing. Zelfs topspelers schijnen zich hieraan te hebben bezondigd.

Doping en corruptie in de topsport. Reputaties sneuvelen, soms na vele jaren. Wie beschermt wie. Waar is het einde. Je moet er toch niet aan denken dat Sven Kramer er in 2035 voor uit komt dat hij zijn vele schaatstitels te danken heeft aan met ongeoorloofde middelen aangelengde Beerenburg.

Over Beerenburg gesproken, wanneer ik dit schrijf zit ik in het wit besneeuwde winterse Groningen, alwaar de rayonhoofden van Noordlaren en Veenoord de flessen Beerenburg hebben opengetrokken. Wie organiseert de eerste marathonwedstrijd op natuurijs. Maar ik vrees dat het slechts een plaagstootje is van Koning Winter en dat hij weer snel in zijn schulp kruipt. Zaterdag wordt de competitie voor alle voetbalamateurs weer hervat. Daar gaan we ons, ijs en weder dienende, dan maar op richten.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
14jan/160

The ghosts of Highway 20 – Lucinda Williams

Lucinda Williams weet van geen ophouden. Gelukkig maar, want deze in Lake Charles (Louisiana) geboren Amerikaanse singer-songwriter, die binnenkort haar 63e verjaardag hoopt te vieren, komt nog geen 1½ jaar na het lovend ontvangen meesterwerk Down where the spirit meets the bone, volgende maand met een nieuw album The ghosts of Highway 20.

Het 12e studioalbum van The Cosmic Queen of Americana Music zoals een muziekjournalist haar eens noemde, is weer een ouderwets goed album. Williams haalde haar inspiratie voor dit nieuwe album uit de Interstate 20, de weg die gedeeltelijk van Georgia naar Texas loopt. Aan deze weg liggen steden als Atlanta, Macon, Shreveport en Jackson, plaatsen die een belangrijke plaats innemen in het leven van Lucinda Williams.

Het album begint vertrouwd met Dust, een epische Lucinda Williams ballad, met die typische Williams zang en mooi gitaarwerk. Dan de eerste cover van het album, House of earth, met tekst van folk icoon Woody Guthrie en Lucinda Williams die de muziek bij dit nummer schreef. Het jazzy I know all about it wordt weer gekenmerkt door die prachtige ingetogen zang van Williams en het subtiele gitaarwerk. Place in my heart is een ronduit prachtig nummer met uitmuntend gitaarwerk. De gitaristen Greg Leisz (pedal steel), Bill Frisell en Val McCallum drukken een belangrijk stempel op het album, zoals o.a. ook is te horen in het ruim 6 minuten durende Death came. Een prachtig nummer met “slepende” zang en de “dienende” ritmesectie van drummer Butch Norton en bassist David Sutton. Doors of heaven is  steviger waarbij de gitaren over de zang en de ritmesectie heen rollen. De parel van het album is  Louisiana story. In ruim 9 minuten zingt Lucinda Williams over haar herinneringen aan o.a. Lake Charles, Shreveport en Baton Rouge. In de samen met mede producer Tom Overby geschreven titelsong domineren de gitaren weer. In Bitter memory gaat het tempo omhoog en de Bruce Springsteen cover Factory begint met een twangende gitaar. Close the door on love is een gevarieerd nummer dat akoestisch begint, maar al snel wordt het steviger met snijdende gitaarsolo’s. Drummer Butch Norton opent met subtiele tikken If my love could kill, waarna de gitaren en de trillende stem van Lucinda weer invallen  Een ballad in de beste Williams traditie is If there’s a heaven. Jammer dat het slechts 3 ½ minuut duurt. Maar dat wordt weer helemaal goedgemaakt met het slotnummer Faith & grace, een ruim 12 minuten lange improvisatie van de bovenste plank.

Conclusie: Down where the spirit meets the bone was een meesterwerk en leek niet te overtreffen. Maar gelukkig heeft Lucinda Williams de slogan dat je moet stoppen op je hoogtepunt aan haar muzikale laars gelapt. Met  haar nieuwe album heeft zij haar vorige album in de schaduw gezet. The ghosts of Highway 20 is een formidabel album. Mede dank zij haar uitstekende begeleiders. Hopelijk denkt ze er nog niet over om met pensioen te gaan.

Tracks:

  1. Dust
  2. House of earth
  3. I know all about it
  4. Place in my heart
  5. Death came
  6. Doors of heaven
  7. Louisiana story
  8. The ghosts of Highway 20
  9. Bitter memory
  10. Factory
  11. Close the door on love
  12. If my love could kill
  13. If there’s a heaven
  14. Faith & grace
11jan/160

Het einde van een tijdperk!?

Schoenwinkels verdwijnen als sneeuw voor de zon. Steeds meer bedrijven verkeren in surseance van betaling en hopen hun ondergang te voorkomen. V&D is ook al failliet en de vraag is hoe lang dit bekende logo de winkelstraten nog zal sieren. Reputaties sneuvelen en voor velen betekent de ondergang van een gerenommeerd merk ook het einde van een tijdperk.

In de sport is het niet anders. Ook daar zijn veranderingen, al dan niet gewenst, aan de orde van de dag. De KNVB heeft besloten met een videoreferee te gaan werken. Eindelijk, zullen velen verzuchten want het aantal scheidsrechterlijke dwalingen neemt alleen maar toe. Moeten we niet aan beginnen zeggen tegenstanders. Je haalt de vaart uit het spel en wedstrijden gaan dan oeverloos lang duren. Toch goed dat de KNVB eindelijk iets gaat ondernemen, maar of dit het ei van Columbus is zal moeten blijken. Ik weet het niet. Want videoscheidsrechters zijn ook maar mensen.

Zondag werd Sven Kramer Europees kampioen. Ook hier is de kans groot dat dit het einde van een tijdperk betekent, omdat de ISU de 10 kilometer wil schrappen bij de allround kampioenschappen. Een kniebuiging voor de commercie? Ik zou dit heel jammer vinden als dit gaat gebeuren, want deze lange afstand is toch de slagroom op de taart bij zo’n kampioenschap.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
7jan/160

Sneaker – Paul Benjaman Band

 

De Amerikaanse staat Oklahoma heeft een groot aantal muzikanten voortgebracht. Folkzanger Woody Guthrie, country zangeres Patti Page, bluespianist Jac McShann, countryzanger Vince Gill, jazzgitarist Barney Kessel, de eerste vrouwelijke rockabilly zangeres Wanda Jackson, zanger pianist Leon Russell. En misschien wel de meest bekende van allemaal, zanger gitarist J.J. Cale. Zomaar een greep uit het rijke muzikale arsenaal van The Sooner State Oklahoma.

Maar ook tegenwoordig is er nog een levendige muziekscene in Oklahoma. Een voorbeeld daarvan is zanger gitarist Paul Benjaman, geboren in Tulsa en opgegroeid in Inola, een plaats in de buurt van Tulsa. Met zijn Paul Benjaman Band maakt hij vanaf 2008 muziek en toert hij regelmatig door de VS. In 2010 bracht hij zijn eerste album uit, Something. In oktober 2015 verscheen zijn nieuwste album Sneaker en dit album wordt op 22 januari a.s. ook in Nederland uitgebracht.

Sneaker bevat 12 door Paul Benjaman geschreven nummers. En het is een lekker album, dat verklap ik maar alvast. Amerikaanse rootsmuziek omschreven als the New Tulsa Sound. De opener, het titelnummer, is een uptempo rocker met lekker gitaarwerk in de stijl van J.J. Cale. En de laidback stijl van Cale is ook goed te horen in Estoy loco. Ball and chain is weer een uptempo rocker met gierende gitaren en een uitstekende ritmesectie. In Auburn plaid wordt gas teruggenomen. Een mooi rustig nummer met een prachtige steel. Invloeden van Wilco, de rockband van Jeff Tweedy, zijn er in het funky Your music. J.J. Cale komt weer om de hoek kijken bij Showdown state, een midtempo rocker met snijdende gitaarsolo’s en onverstoorbaar drumwerk. Ringside is een apart nummer. Het begint midtempo met een mooie steel maar halverwege evolueert het nummer in de stevige gitaarrocker. De gitaren voeren ook weer de boventoon in het funky Shake your tree, waarbij ook de uitstekende ritmesectie weer opvalt. In Monticello honeymoon “zingen” de gitaren over de doordenderende ritmesectie heen hun hoogste lied. Een fenomenale strakke rocker. De zang van Benjaman in Lortab mama doet me erg denken aan een andere gigant uit Oklahoma, Leon Russell. El matador heeft psychadelische elementen in zich. In het slotnummer, het aan The Doors denkende Black magic country, gaan alle musici om de beurt volledig los. Een uitstekende afsluiter.

Conclusie: J.J. Cale is niet meer onder ons, maar ik denk dat hij vanaf zijn wolk in de muzikantenhemel goedkeurend had geknikt als hij het album Sneaker had kunnen horen. The Paul Benjaman Band heeft een uitstekend album gemaakt. Lang leve The New Tulsa Sound.

Tracks:

  1. Sneaker
  2. Estoy loco
  3. Ball and chain
  4. Auburn plaid
  5. Your music
  6. Showdown state
  7. Ringside
  8. Shake your tree
  9. Monticello honeymoon
  10. Lortab mama
  11. El matador
  12. Black magic country

The Band:

  • Paul Benjaman             gitaar, zang
  • Jesse Aycock                gitaar, lapsteel, pedal steel, backvocals
  • Bo Hallford                  bas
  • Andrew Bones             drums, percussie, vibes, bells
  • Jeff Newsome              keys, piano, synthesizer
  • Paddy Ryan                 percussie
5jan/160

Jacob Tovar and the Saddle Tramps – Jacob Tovar and the Saddle Tramps

Jacob Tovar is een Amerikaanse zanger gitarist uit Tulsa Oklahoma. Tovar werd 32 jaar geleden geboren in Perry, Oklahoma waar hij opgroeide op een boerderij. Zijn broer Josh inspireerde hem om gitaar te gaan spelen, maar ook zijn moeder heeft hem beïnvloed. Hij speelde o.a. met artiesten als Wayne Hancock, Bill Kirchen en Junior Brown.

Vorig jaar bracht hij zijn eerste album Jacob Tovar and the Saddle Tramps uit. Het album is  opgenomen in Fellowship Hill in Arkansas. Eind deze maand wordt het album ook officieel in Nederland uitgebracht.

Het album begint swingend met Willie Nelsons klassieker If you’ve got the money met een lekkere slidegitaar en een mondharmonica. Het tempo wordt er flink in gehouden met het van Ernest Tubb bekende Driving nails, met weer goed slide werk van Seth Lee Jones. Het door Ernest Tubb geschreven When a soldier knocks is een regelrechte tearjerker. Tovar schreef samen met zijn vriend Dennis Howard Good spirits, een prachtig nummer met uitstekend gitaarwerk van Cooper Waugh. One track minded baby schreef Tovar samen met zijn vrouw Jamie en roept herinneringen op aan Johnny Cash. Tips and beer is een bluesy honky tonk waarin helden als Hank Williams en George Jones langskomen. Tovar zingt sterk en speelt mooi akoestisch in There stands the glass, het aloude countrynummer dat door o.a. Carl Smith, Jerry Lee Lewis, Loretta Lynn, Hoyt Axton, Ted Hawkins en zelfs door Van Morrison op de plaat is gezet. Three good reasons is een uptempo ode aan de music scene van Tulsa. Hank Locklins’ Please help me is weer een tearjerker en doet sterk denken aan de muziek van Bob Wills en Hank Williams. Het slotnummer is geschreven door Wink Burcham en vertelt het droevige verhaal van een man die helemaal verdwaald is in de honky tonk sfeer. Wel een prachtig nummer waarbij de tranen gemakkelijk kunnen vloeien.

Conclusie: Jacob Tovar heeft met zijn band een traditioneel album gemaakt. Liefhebbers van oude country, folk, honky tonk en western swing worden op hun wenken bediend. Het album kan mij wel bekoren.

Tracks:

  1. If you’ve got the money
  2. Driving nails
  3. When a soldier knocks
  4. Good spirits
  5. One track minded baby
  6. Tips and beer
  7. There stands the glass
  8. Three good reasons
  9. Please help me
  10. I’ll never leave the honky tonks

The Band:

  • Jacob Tovar                 zang, akoestische gitaar
  • Seth Lee Jones            slide gitaar
  • Cooper Waugh             elektrische gitaar
  • Patrick Ryan                 drums
  • Aaron Boehler              bas
  • Wink Burcham              harmonica, backing vocals, gitaar

 

 

4jan/160

Het sportjaar 2016

Het sportjaar 2015 is bijgezet in het sportmuseum. Voor Gouda was het een succesvol sportjaar, want het aantal (lands)kampioenen, Europese kampioenen en wereldkampioenen is niet op één hand te tellen. De vraag is of deze prestaties in 2016 kunnen worden geëvenaard dan wel verbeterd. Waarom ook niet, want de sportkalender biedt alle mogelijkheden.

Allereerst het schaatsen, toch wintersport nummer 1 in Nederland. Erik Jan Kooiman, lid van GRTC Excelsior, verbaast sinds hij de fiets heeft ingewisseld voor de schaats, vriend en vijand. Eerst verbetert hij het werelduurrecord en vorige week plaatste hij ten koste van topfavoriet Jorrit Bergsma voor de 10 kilometer op het WK afstanden in Kolomna. Sven Kramer is gewaarschuwd. Waarom zou Erik Jan niet net als Ted-Jan Bloemen onlangs deed voor een verrassing kunnen zorgen?

In maart staat het Groenhovenbad bol van de spanning. Olympische kwalificatiewedstrijden waterpolo. De Olympische Spelen in Rio de Janeiro, ik kijk er naar uit en ben benieuwd naar de inbreng van de Goudse atleten. Dat geldt zeker ook voor de Paralympics.

Over voetbal kan ik kort zijn. Nederland doet niet mee aan het EK en in mijn glazen bol zie ik van de Goudse voetbalclubs alleen ONA promoveren, hoewel ik in mijn achterhoofd toch nog met een verrassing van Jodan Boys rekening hou.

Ik kijk uit naar het sportjaar 2016.

 

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties