Gerritschinkel.nl Columns & meer

29nov/150

Het besturen van een vereniging

Jan Marijnissen is na ruim 27 jaar geen voorzitter meer. Het zal voor de leden van de SP even wennen zijn. Een markant tijdperk is ten einde.

Voorzitters die zo lang een vereniging leiden worden zeldzaam. Ik herinner me nog het tijdperk Bart van der Sprong. Meer dan een kwarteeuw voorzitter van SV DONK. En wat te denken van Dolf van der Speld. ONA zonder hem was niet denkbaar. GRTC Excelsior stond tientallen jaren synoniem voor de heer Oussoren. Noem de naam Jaap Zweere en je dacht meteen aan Velocitas.

Maar de tijden veranderen. Je bent als vereniging tegenwoordig al blij als je iemand zo gek krijgt om bestuurslid, laat staan voorzitter, te worden. Bij veel sportverenigingen is de nood zo hoog dat ze zelfs externe managers vrezen te moeten aantrekken omdat geen enkel lid van CVC Reeuwijk zich geroepen voelt. Soms leidt frustratie tot het opstappen van het gehele bestuur, zoals bij VV Bodegraven. Het is voor mij trouwens onbegrijpelijk dat mensen, die blijkbaar niet eens lid zijn, dit zo maar voor elkaar krijgen.

En zo zijn er nog legio voorbeelden te noemen. Aan de ene kant begrijp ik dat het zijn van bestuurslid niet aantrekkelijk is, want je doet het nooit goed. Maar dat kan geen excuus zijn om dan maar helemaal niets te doen.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
24nov/150

Bluenote cafe – Neil Young

Net als Bob Dylan en The Rolling Stones is ook Neil Young al langere tijd bezig om zijn rijke muziekarchieven te “plunderen”. Aan de nu al beroemde Archives Performance Series is deze maand een nieuwe loot toegevoegd, het dubbelalbum Bluenote Café, met live opnamen van concerten die Neil Young in 1987 en 1988 gaf. Concerten die vooral in het teken stonden van zijn nieuwe studioalbum This note’s for you dat in 1988 verscheen.

Op Bluenote Café staan in totaal 23 nummers, eigenlijk 21, want op nummers met de titels Welcome rap (34 seconden) en Encore rap (ruim een minuut) zijn slechts een welkomstwoord en applaus te horen. De nummers zijn opgenomen in Mountain View Theater in Mountain View (California), The Fillmore in San Francisco, The Palace in Hollywood, The World in New York, Angoura Ballroom in Cleveland (Ohio), CNE in Toronto (Canada), Lake Compounce in Bristol (Connecticut), Jones Beach in Wantagh (New York), Pier 84 in New York en Polar Creek Music Theatre in Hoffman Estates (Illinois). Op het album staat ook een aantal nummers die nooit eerder zijn uitgebracht, zoals b.v. Soul of a woman, Bad news comes to town, Doghouse en Crime of the heart.

Neil Young wordt op Bluenote Café bijgestaan door zijn maatjes Frank Sampedro en Ralph Molina van Crazy Horse, multi-instrumentalist Ben Keith en een grote big band, die op bijna alle nummers zeer nadrukkelijk zijn stempel drukt. De opener Welcome to the big room, is een midtempo blues waarin alle musici zich meteen van hun beste kant laten zien. De blazers komen helemaal op stoom in Don’t take your love away from me, een orkestrale slowblues van bijna tien minuten. This note’s for you wordt soms massaal door het publiek meegebruld. De ritmesectie is uitstekend op dreef in Ten men workin’, Soul of a woman en Ain’t it the truth. Bad news comes to town is wat mij betreft het hoogtepunt van disc 1. Een mooie slowblues, met sax solo’s, blazers, orgel en lyrische gitaarsolo’s van Neil Young himself. Acht minuten genieten.

Disc 2 begint met het funky I’m goin’, uitstekend drumwerk van Ralph Molina en Neil met zijn karakteristieke mondharmonicageluid. Ordinary people is wederom een hoogtepunt. Alles zit in deze bijna dertien minuten durende epische soulblues. Neil Young en zijn bigband in optima forma! Crime in the city is weer een voorbeeld van krachtige gitaarsolo’s van de meester. Fool for you en Sunny inside zijn pure soul. Oh oh die blazers. Het slotakkoord is Tonight’s the night. De klassieker uit 1975 krijgt een gloedvolle uitvoering van maar liefst ruim negentien minuten! Subtiele momenten worden afgewisseld met een dampende band. Een meer dan uitstekend slot.

Conclusie: Het is een lange zit, maar vervelen ho maar. Bluenote Café is een lust voor het oor. Mooie soulvolle bluesrock van Neil Young met in topvorm verkerende begeleiders. Hopelijk zijn de archieven van Neil nog niet uitgeput.

Tracks disc 1:

  1. Welcome to the big room
  2. Don’t take your love away from me
  3. This note’s for you
  4. Ten men workin’
  5. Life in the city
  6. Hello lonely woman
  7. Soul of a woman
  8. Married man
  9. Bad news comes to town
  10. Ain’t it the truth
  11. One thing
  12. Twilight

Tracks disc 2:

  1. I’m goin’
  2. Ordinary people
  3. Crime in the city
  4. Crime of the heart
  5. Welcome rap
  6. Doghouse
  7. Fool for your love
  8. Encore rap
  9. On the way home
  10. Sunne inside
  11. Tonight’s the night

Backing band:

  • Ralph Molina (drums)
  • Billy Talbot (bas)
  • Rick Rosas (bas)
  • Chad Cromwell (drums)
  • Frank Sampedro (keyboards)
  • Steve Lawrence (tenor sax)
  • Ben Keith (alt sax)
  • Larry Cragg (bariton sax)
  • Claude Cailliet (trombone)
  • Tom Bray (trompet)
  • John Fumo (trompet)

 

23nov/150

TJ Flowers is the name

U kent ongetwijfeld het gezegde “Als twee honden vechten om een been, loopt een derde er mee heen”. Afgelopen zaterdag werd dat maar weer eens duidelijk aangetoond. Er waren tijdens WB wedstrijden al de nodige wereldrecords gesneuveld en het wereldrecord op de 10 kilometer zou er ongetwijfeld ook aan gaan. Twee titanen gingen dit onderling wel even uitmaken. Sven Kramer of Jorrit Bergsma, één van hen, daaraan twijfelde geen weldenkende schaatsliefhebber, laat staan commentatoren en presentatoren.

Toen was daar ineens een zeer bescheiden schaatser die, zoals zovelen denk ik, zijn eerste krabbeltjes een kwarteeuw geleden achter een stoel op een bevroren slootje heeft gezet. En daarna verder ging oefenen op de ijsbaan van de Breevaart en de Reeuwijkse Plassen.

Ted-Jan Bloemen, ik weet nog dat ik deze naam vaak hoorde uit de mond van Bert Hertog, de legendarische sportverslaggever van de Goudsche Courant. Die had al snel door dat Bloemen een groot talent was. Sinds zaterdag 14 november 2015 gaat deze in Gouda geboren schaatser door het leven als de man van 12.36.30.

Zijn naam staat nu op de muur van de ijsbaan van Salt Lake City. En ik weet zeker dat schaatsliefhebbers uit Gouda en Reeuwijk ook trots zullen zijn op TJ Flowers, want hij was, is en blijft toch een beetje van ons.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
18nov/150

Twist your bones – The Mojo Slide

The Mojo Slide is een Britse band die eind 2011 is opgericht. De bandleden zijn afkomstig uit Cambridge en St. Neots (Cambridgeshire). Volgens eigen zeggen bestaat The Mojo Slide uit een groep muzikanten die vereniging zijn in hun passie voor de door de blues geïnspireerde alternatieve muziek. The Mojo Slide bestaat uit leadzanger Mark Wilks, leadgitarist Mike Fenna, rhythmgitarist Matt Legg, bassist Dan Savage en drummer Michael Graham.

Deze maand is het debuutalbum Twist your bones verschenen, een album met elf door de band zelf geschreven nummers. Het album begint lekker stevig met Addicted, een snerpende gitaar, een sterke ritmesectie en gedreven zang, gevolgd door hun 1e single, de uptempo rocker Jesus don’t love me. In de countryachtige ballad Smiling, wordt wat gas teruggenomen. Invloeden van The Black Keys zijn in dit nummer duidelijk te horen. High is een midtempo rocker, met energieke zang en halverwege een scheurende gitaarsolo van Mike Fenna, die in de nummer ook nog de saxofoon ter hand neemt. Invloeden van The Rolling Stones, The White Stripes en Oasis horen we in de doordenderende bluesrocker Make you bleed. Bad in every bone begint en eindigt als een deltablues met de slidegitaar van Matt Legg, maar al snel evolueert het nummer in een Red Hot Chili Peppers achtige rocker.

De remmen gaan daarna helemaal los in Rattlesnake humbug blues, een zeer energieke uptempo bluesrocker met scheurende gitaren en een hamerende piano. Zou op het repertoire van The Ramones niet hebben misstaan. Een topper op het podium lijkt mij. Gedragen orgeltonen van Matt Klegg openen The balad of satan the devil, maar de band gaat vervolgens weer helemaal los. Little bird brengt bij mij associaties boven aan Knockin’ on heaven’s door van Guns n ‘ Roses. Over associaties gesproken, de geest van Tiger feet van Mud komt bij mij boven in Drunk dog blues, alleen kan die Engelse seventiesgroep in geen velden of wegen tippen aan dit nummer van The Mojo Slide. Het album wordt besloten met de psychedelische rocker The sky is falling in, met een schitterende gitaarsolo van Mike Fenna en een beukende ritmesectie.

Conclusie: The Mojo Slide heeft met Twist your bones een zeer energiek debuutalbum afgeleverd. Gedreven muzikanten die diverse invloeden op geheel eigen wijze verwerken in hun repertoire verwerken. Lekker keihard draaien dit album. Het wordt tijd dat deze band naar Nederland komt.

Tracks:

  1. Addicted
  2. Jesus don’t love me
  3. Smiling
  4. High
  5. Make you bleed
  6. Bad in every bone
  7. Rattlesnake humbug blues
  8. The balad of satan the devil
  9. Little bird
  10. Drunk dog blues
  11. The sky is falling in
17nov/150

The best of the cutting edge 1965-1966. The Bootleg Series vol. 12 – Bob Dylan

Aan de legendarische Bootleg Series van Bob Dylan is weer een nieuw hoofdstuk toegevoegd. En wat voor een hoofdstuk. Deel 12 bevat opnamen van de legendarische studiosessies in 1965 en 1966 voor de albums Bringing it all back home, Highway 61 Revisited en het legendarische dubbelalbum Blonde on blonde. Liefhebbers van Bob Dylan kunnen kiezen uit meerdere versies van the cutting edge. Een delux editon van 6 cd’s, een vinylversie, en voor de echte diehards is er een kostbare collectors editon bestaande uit 18 cd’s met 379 tracks, een hardcover boek van 180 pagina’s, een aantal mono singles uit de periode 1965 en 1966 en nog wat memorabilia. Van dit collectorsitem zijn wereldwijd 5000 exemplaren beschikbaar. Je moet er wel 600 dollar voor neertellen.

Voor de minder draagkrachtigen en hen die 379 tracks toch een beetje te veel van het goede vinden is er een dubbel cd met de beste 36 tracks van deze sessies. Op cd 1 horen we Dylan solo akoestisch in nummers als Bob Dylan’s 115th dream, She belongs to me, You don’t have to do that, California en het prachtige Farewell Angelina. Dylan alleen op akoestische gitaar en met zijn mondharmonica. Verder een groot aantal alternate takes zoals het swingende Subterranean homesick blues, het stevige Outlaw blues, If you gotta go go now, It takes a lot to laugh, it takes a train to cry met een lekker orgel van Al Kooper. Sitting on barbed wire fence is een prachtige blues met mooie gitaarsolo’s. Mooi en apart is de uitvoering van Mr. Tambourine man, met band. Van Like a rolling stone, voor mij nog steeds het ultieme Dylan nummer, zijn twee takes opgenomen. Take 5 is een langzame wals en take 11 groeit met het bekende orgel van Al Kooper al naar de definitieve versie zoals die later op Highway 61 Revisited terecht kwam. Cd 1 wordt besloten met twee takes van Desolation row, waaronder een demoversie met piano.

Cd 2 begint met het snelle Tombstone blues gevolgd door en ander favoriet Dylan nummer van mij Positively 4th street (weer dat orgel). Alternate takes zijn Can you please crawl out your window, het uptempo Highway 61 Revisited (een echt bandnummer), een fijne versie van Queen Jane approximately, en Leopard-skin pill-box hat met merkwaardige geluidseffecten. De alternate take van One of us must know is een juweeltje. Take 13 van Stuck inside of Mobile with the Memphis blues again is een ingetogen versie.

Er staan ook een aantal prachtige rehearsals op zoals het prachtige Just like Tom Thumb’s blues, een uptempo versie van Visions of Johanna en een langzame take van She’s your lover now.  Absolutely sweet Marie, Pledging my time en I want you zijn uptempo nummers met een scheurende harmonica. Just like a woman krijgt ook een snelle funky uitvoering. Het laatste nummer is Highway 61 revisited met een paar valse starts en gelach in de studio.

Conclusie: Bob Dylan zat in 1965 en 1966 in een zeer creatieve periode. Ik heb me bij het beluisteren van deze 36 nummers geen seconde verveeld. In tegendeel, ik heb genoten. Prachtig, een streling voor het oor.

Tracks disc 1:

  1. Love minus zero (take 2)
  2. I’ll keep it with mine (take 1)
  3. Bob Dylan’s 115th dream (take 2)
  4. She belongs to me (take 1)
  5. Subterranean homesick blues (take 1)
  6. Outlaw blues (take 2)
  7. On the road again (take 4)
  8. Farewell Angelina (take 1)
  9. If you gotta go, go now (take 2)
  10. You don’t have to do that (take 1)
  11. California (take 1)
  12. Tambourine man (take 3)
  13. It takes a lot to laugh, it takes a train to cry (take 8)
  14. Like a rolling stone (take 5)
  15. Like a rolling stone (take 11)
  16. Sitting on a barbed wire fence (take 2)
  17. Medicine Sunday (take 1) (vroege versie van Temporary like Achilles)
  18. Desolation row (take 2)
  19. Desolation row (take 1)

Tracks disc 2:

  1. Tombstone blues (take 1)
  2. Positively 4th street (take 5)
  3. Can you please crawl out your window (take 1)
  4. Just like Tom Thumb’s blues (take 3)
  5. Highway 61 revisited (take 3)
  6. Queen Jane approximately (take 5)
  7. Visions of Johanna (take 5)
  8. She’s your lover now (take 6)
  9. Lunatic princess (take 1)
  10. Leopard-skin pill-box hat (take 8)
  11. One of us must know (sooner or later) (take 19)
  12. Stuck inside of Mobile with the Memphis blues again (take 13)
  13. Absolutely sweet Marie (take 1)
  14. Just like a woman (take 4)
  15. Pledging my time (take 1)
  16. I want you (take 4)
  17. Highway 61 revisited (take 7)

 

 

16nov/150

Alles van waarde is weerloos

Terwijl het Nederlands Elftal vrijdagavond eindelijk weer eens aardige voetbalde, voltrok zich in Parijs een drama. Meer dan 130 onschuldige mensen werden van het een op het andere moment uit het leven gerukt. Barbaarse fanatici, voor wie een mensenleven niet telt, zaaiden dood en verderf. Ik moest aan de dichtregel van Lucebert denken, alles van waarde is weerloos.

Mijn hoofd stond daarom helemaal niet naar het schrijven van een sportcolumn. Voetbal is de belangrijkste bijzaak in het leven heeft de legendarische voetbalcommentator Herman Kuiphof eens gezegd. Een Duitse vrouw heeft bekend dat ze meerdere levend geboren baby’s heeft gedood en wij maken ons druk over de hoed van Memphis Depay. In Oekraïne laaien de gevechten weer op en vallen er doden. Bloedige bomaanslagen zijn schering en inslag in Irak, Syrië en Libanon maar wij zijn veel drukker bezig met de omkoopschandalen bij de FIFA en de doping in de Russische atletiek.

Het leven gaat door en dat is maar goed ook. Ook in de sportwereld zal men binnenkort weer zijn dagelijkse gang gaan. Ik deed zondag verslag van de voetbalwedstrijd Olympia – VOC. Voor aanvang van de wedstrijd werd een minuut stilte in acht genomen ter nagedachtenis aan de slachtoffers in Frankijk. Een mooi gebaar, maar ik zat die middag met een dubbel gevoel op de tribune.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
15nov/150

Bensonhurst blues – Oscar Benton

Oscar Benton werd op 3 februari 1949 in Den Haag geboren als Ferdinand van Eijf. Hij was oprichter van de Oscar Benton Blues Band en had in de tweede helft van de jaren 60 en begin jaren 70 van de vorige eeuw het nodige succes en was een graag geziene gast op de vaderlandse bluespodia. Zo behaalt de band op het befaamde Loosdrecht Jazzfestival een tweede plaats hetgeen hen een platencontract oplevert. Het grote succes kwam in 1981 met het schitterende nummer Bensonhurst blues, een bluesnummer uit 1973 dat 8 jaar na dato een enorme hit werd in Europa omdat het te horen was in de soundtrack van de film Pour la peau d’un flic met Alain Delon. Het nummer bereikte de eerste plaats in de hitparades in Frankrijk, Roemenië, Bulgarije, Japan, Israel en Marokko. In Nederland werd het een bescheiden hit. In 1999 was Bensonhurst blues ook in een andere film. La Bûche, te horen.

Bensonhurst blues, ik ben vanaf 1973 helemaal lijp van dat nummer. Wat een stem heeft die man. Onlangs verscheen er een EP van Oscar Benton. Toen ik het eerste nummer hoorde moest ik even slikken. Mijn geliefde Bensonhurst blues, maar dan in een dance versie. En of het nog niet genoeg was ook nog een club mix van hetzelfde nummer. Na een paar keer luisteren kon ik toch wel enige waardering opbrengen voor de twee nieuwe versies van Bensonhurst blues. Eigentijdse uitvoeringen waarmee Benton ongetwijfeld nieuwe fans zal aanboren. Aan de stem van Benton ligt het in ieder geval voor mij niet want die klinkt nog als een klok. Mooie clip trouwens waarin we Oscar Benton als de tweelingbroer van Van Morrison zien. Maar met blues hebben deze uitvoeringen weinig meer te maken. Ik blijf de versie uit 1973 koesteren.

Gelukkig staan er nog twee nummers op de EP die de kwalificatie blues wel helemaal verdienen. Oude klassiekers van Oscar Benton uit 1970. The blues got me, een stevig doordenderende slowblues van bijna zeven minuten die kan wedijveren met het betere werk van Cuby & The Blizzards. Mooie gitaarsolo’s, heerlijke piano, sterke ritmesectie en de gruizige stem van Oscar Benton die me soms doet denken aan Eric Burdon. Gonna leave you right now is een heerlijke Chicago blues met een lekkere slidegitaar. Nederblues in optima forma die nog leeft als nooit tevoren.

Conclusie: Na 30 jaar geniet Oscar Benton weer van nieuw succes. Het is hem van harte gegund. Misschien leidt dit nieuwe succes wel tot het maken van een nieuw echt bluesalbum. Ik hoop het want Oscar Benton blijft voor mij een fenomeen.

Tracks:

  1. Bensonhurst blues (dance version)
  2. Bensonhurst blues (club mix)
  3. The blues got me
  4. Gonna leave you right now

 

9nov/150

Bart van Loo & Eddy et les Vedettes

Hij is die Vlaming die regelmatig bij Matthijs van Nieuwkerk in De Wereld Draait Door opduikt om enthousiast te vertellen over alles wat er zo leuk is aan Frankrijk. Is het geen boek over Napoleon dat probeert hij ons zijn liefde voor het Franse chanson bij te brengen.

Vrijdag 6 november trad de francofiele Bart van Loo op in de Goudse Schouwburg met zijn gloednieuwe theatershow Une belle histoire. Samen met zijn begeleidingsband Eddy & les Vedettes, bestaande uit Frank Mercelis (zang), Bart Oostindie (gitaren), Seba Thomé (bas en contrabas), Jeroen Tilkin (piano en accordeon) en Frank Vanweddingen (drums.

Om 20.00 uur ging het gordijn op en ging de show van start. Het was even schrikken en ik dacht dat ik in een verkeerde voorstelling terecht was gekomen, want het publiek werd verrast met Sultans of swing van Dire Straits. Engels i.p.v. Frans, dat kon toch niet waar zijn. Maar gelukkig hielp van Loo ons spoedig uit de droom. Hij was in zijn jeugd o.a. fan van Dire Straits tot hij Jacques Brel ontdekte. Toen was het hek van de dam en zijn liefde voor het Franse chanson geboren.

De show is een grote nostalgische muzikale reis door het Frankrijk van de jaren 40, 50, 60 en 70 van de vorige eeuw. Om met Charles Aznavour te spreken, het verlangen naar een bad van adolescentie. Van Loo praatte het geheel op humoristische wijze aaneen en vertelde vele anekdotes. Eddy & les Vedettes is een goede band met een uitstekende zanger Frank Mercelis. Bruxelles van Jacques Brel, La mer van Charles Trenet, Non je ne regrette rien van Edith Piaf. Uiteraard een aantal nummers geschreven door het fenomeen Serge Gainsbourg, Poupée de cire, poupée de son het winnende songfestivalnummer in 1965 van France Gall. En natuurlijk Je t’aime moi non plus met de zuchtende Jane Birkin, een nummer uit 1969 dat ook in huize van Loo veel ophef had veroorzaakt.

Johnny Halliday, Boris Vian, Yves Montand, Joe Dassin, Georges Moustaki, Michel Fugain, Nino Ferrer, Charles Aznavour, Michel Delpeche, ja zelfs Les Poppys en Plastic Bertrand, ze kwamen allemaal voorbij. Heerlijke nostalgie. Mijn favorieten Tous les garçons et les filles van Françoise Hardy, Il est cinq heures Paris s’eveille van Jacques Dutronc en Aline van Christophe werden ook vol verve gespeeld. Gilbert Becaud’s Nathalie, over het Rode Plein in Moskou, de Oktoberrevolutie en Café Pushkin, dat toen nog niet eens bestond, maar het rijmde zo lekker.

En wat te denken van het schitterende Comme d’habitude van Claude François. Claude François, die zijn hit vertaald zag worden door Paul Anka in het Engels en onder de titel My way door zo bijna ieder zichzelf respecterende artiest is vertolkt. Van Frank Sinatra tot Herman Brood. François, de man die zo triest door elektrocutie in zijn badkamer om het leven kwam op zaterdag 11 maart 1978. Uitgerekend op de dag van zijn begrafenis lag zijn nieuwe single in de platenwinkels. Als eerbetoon werd Alexandrie, Alexandra mooi vertolkt door Eddy & les Vedettes.

Une belle histoire is een prachtige nostalgische muzikale reis langs de Route de Soleil en andere Franse streken. Een avond in een mooi decor versierd met al die prachtige platenhoezen. Onder daverend applaus namen Bart van Loo & Eddy et les Vedettes afscheid van een publiek dat volop had genoten. En een van hen was ik.    

 

 

Gearchiveerd onder: Concertrecensies Geen reacties
9nov/150

Sportduiken

Op het moment dat oud Donkiaan Sven van Beek zondagmiddag klapwiekend door een laaiend enthousiaste Rotterdamse Kuip rende, was ik in het Groenhovenbad voor het maken van een televisie-item. Een aantal enthousiaste liefhebbers was afgekomen op de jaarlijkse Open Dag van de Goudse Sportduikers. Opleidingscoördinator Frank Brouwer had mij geadviseerd een zwembroek mee te nemen. Toch twijfelde ik of ik zelf een duik zou nemen, maar liet mij overhalen. Participerende journalistiek zullen we maar zeggen. Maar omdat er meer komt kijken dan zo maar plompverloren in het water te springen kreeg ik eerst uitleg over zaken als het doorademen om longdrukschade te voorkomen, het  compenseren van de overdruk op de oren (“klaren”) en de communicatie onder water via handsignalen.

Ik kreeg de nodige duikapparatuur omgehangen en was klaar voor mijn eerste introductieduik. Blijkbaar had ik de smaak te pakken want ik ging er als een speer vandoor en brak meteen een baanrecord, hetgeen eigenlijk niet de bedoeling was, want duiken moet je rustig doen. Jeugdige overmoed of beginnersenthousiasme denk ik.

Mijn eerste duik was een leuke ervaring en het was niet zo ingewikkeld als ik vooraf dacht. Ik kreeg al visioenen van een duik in de Reeuwijkse Plassen, de Grevelingen, de Oosterschelde, het Voornse Veer of in meer exotische wateren bij Bonaire, Aruba of in de Rode Zee. Wie weet.

Gearchiveerd onder: Columns, Dé Weekkrant Geen reacties
5nov/150

Steeleye Span

De folkmuziek beleefde begin jaren 70 van de vorige eeuw een opleving. Bekende folkgroepen die toen opkwamen waren o.a. Fairport Convention (met Richard Thompson, Sandy Denny en Iain Matthews) en Steeleye Span.

Steeleye Span werd in 1969 opgericht en kende vanaf het begin een groot aantal wisselingen in de bezetting. De huidige bezetting bestaat uit zangeres Maddy Prior, bassist en zanger Rick Kemp, drummer Liam Genockey, gitarist Pete Zorn, leadgitarist en pianist Julian Littman en violiste Jessie May Smart.

Steeleye Span toert nog steeds en doet ook Nederland weer aan. Woensdag 4 november trad de band op in de Goudse Schouwburg. Ik ken Steeleye Span alleen van die bekende hit uit 1975 en was benieuwd. De grote zaal was goed gevuld, voornamelijk met oudere jongeren om het zo maar eens te zeggen. Drummer Genockey, die er met zijn lange grijze baard als een apostel uitziet, kwam als eerste op en zette zich achter zijn drums. Onder applaus volgden de overige bandleden en openden met Cold haily rainy night, gevolgd door Sir James the rose, All things are quiet silent met Littman op piano en The Gardener. Vervolgens werd een aantal nummers van hun meest recente album Wintersmith (2013) gespeeld. Het album is gebaseerd op een boek van de Engelse schrijver van humoristische fantasy boeken die zich vooral afspelen op de Discworld, de dit jaar overleden Terry Pratchett. Crown of ice was een uptempo folkrocknummer met een solerende Julian Littman. In Ancient eyes/You een prachtige bijdrage van violiste Jessie May Smart. The dark Morris tune is weer een zeer stevig nummer. De band kwam überhaupt steviger over dan ik had verwacht.

Na de pauze werd afgetrapt met The sovereign prince, het verhaal over koningin Elisabeth I, de dochter van Hendrik VIII en Anna Boleyn, gevolgd door weer een nummer van het album Wintersmith, The summer lady. In The weary cutters/New York girls viel de prachtige a capella zang aan het begin op. Ronduit schitterend was Cromwell’s skull, de morbide ballade over de 17e eeuwse staatsman Oliver Cromwell. En natuurlijk kon niet uitblijven waar velen op hadden zitten wachten, de grote hit All around my hat. Hoewel haar stem hier en daar niet alle hoge tonen meer haalt zong Maddy Prior dit lijflied met verve. Ze fungeerde tevens als dirigent bij de community zang van de fans in de zaal. Bassist Kemp nam de vocalen voor zijn rekening in Wintersmith, de titeltrack van hun album uit 2013. Een lekker rockend nummer was daarna Boys of Bedlam, van oorsprong een traditional uit de 18e eeuw over jongens in een gekkenhuis in Londen.

En voor je het weet wordt het laatste nummer aangekondigd, het prachtige a capella gezongen Somewhere along the road. Een schitterende toegift en na lang klappen kwam de band nogmaals terug op het podium. Een unicum volgens Maddy, want dit was voor de eerste keer dat ze een 2e toegift speelden. We geloven het maar. Na The blackleg miner was het echt over en uit. Met een buiging naar en onder applaus van het publiek verdween Steeleye Span in de coulissen.

Mijn eerste, en misschien wel mijn laatste kennismaking met Steeleye Span is mij goed bevallen. Zoals ik al eerder zei, de band speelde steviger dan ik van te voren had gedacht. Echte folkrock dus. En voor degenen die het concert hebben gemist, RTV Gouwestad heeft opnamen gemaakt die waarschijnlijk rond de Kerstdagen worden uitgezonden.

 

 

Gearchiveerd onder: Concertrecensies Geen reacties