Gerritschinkel.nl Columns & meer

2okt/160

The crux of the biscuit – Frank Zappa

Ik heb de lp Apostrophe(’) van Frank Zappa destijds helemaal grijsgedraaid. Het album uit 1974 met dat prachtige typische Zappa portret op de hoes. Het maatschappij kritische album met o.a. mooie verhalen over de Eskimo Nanook. Op dit album werken een keur aan topartiesten mee. Ik noem slechts Ian Underwood (sax), Ruth Underwood (percussie), Jim Gordon en Aysley Dunbar (drums), Don ‘Sugarcane’ Harris en Jean-Luc Ponty (viool), George Duke (keyboards) en er is een gastrol weggelegd voor bassist Jack Bruce.

Uit het onuitputtelijke archief van Frank Zappa verschijnt, meer dan 20 jaar na zijn dood, nog regelmatig ‘nieuw’ materiaal. Onlangs verscheen het album The crux of the biscuit, een album met studio-outtakes, basic tracks, alternatieve versies en nummers die uiteindelijk niet op het originele album Aposthrophe(‘) terecht kwamen. De opnamen stammen uit 1972 en 1973.

De eerste twee nummers van The crux of the biscuit zijn op enkele kleine onderdelen na vrijwel identiek aan de versies zoals die op Apostrophe(’) staan. Cosmik debris met al die tempowisselingen en het piano-intro van George Duke op Uncle Remus blijven tijdloos mooi. En wat te denken van de backingvocals van The Ikettes. Down in the dew is een jamsessie van Zappa op gitaar en Jim Gordon op drums. Vervolgens verschijnt Jack Bruce ten tonele met zijn superbas in Apostrophe(‘). Samen met het fenomenale gitaarspel van Zappa en het  beukende drumwerk van Gordon blijft het een feest om naar deze ruim negen minuten durende instrumental te luisteren. Uit gedeelten van een Australisch interview uit juni 1973 vertelt Zappa het verhaal achter Don’t eat that yellow snow – St. Alphonso’s pancake breakfast, waarna er een spetterende bijna 20 minuten durende liveregistratie is te horen van beide nummers, opgenomen tijdens een concert op 24 juni 1973 in Hordern Pavillion in Sidney Australië. Na anderhalve minuut Excentrifugal forz krijgen we drie versies van Energie frontier voorgeschoteld. Drie studio try-outs van Zappa met bassist Jack Bruce en drummer Jim Gordon en in de eerste twee takes met fluitsolo’s van een onbekende fluitist. De 3e versie duurt ruim 8 minuten en is een oerversie van het latere Apostrophe(‘). Vervolgens basistracks van Cosmic debris  en Don’t eat that yellow snow waarin Zappa maar weer eens bewijst een uitstekende gitarist te zijn. Het album wordt besloten met twee (zeer) korte outtakes van Nanook rubs it.    

Conclusie: Ruim 42 jaar nadat ik kennis maakte met Apostrophe(‘) van Frank Zappa is de glans van dat geniale  album nog lang niet verdwenen. En met het album The crux of the biscuit wordt die glans weer lekker opgepoetst. Zappa blijft uniek.

Tracks:

  1. Cosmik debris
  2. Uncle Remus (mix outtake)
  3. Down in the mew (alternate take)
  4. Aposthrophe’ (mix outtake)
  5. The story of ‘Don’t eat that yellow snow – St. Alphonzo’s pancake breakfast
  6. Don’t eat that yellow snow – St. Alphonzo’s pancake breakfast (live)
  7. Excentrifugal forz (mix outtake)
  8. Energie frontier (take 4)
  9. Energie frontier (take 6 with overdubs)
  10. Energie frontier (bridge)
  11. Cosmik debris (basic tracks take 3)
  12. Don’t eat that yellow snow (basic tracks – alternate take)
  13. Nanook rubs it (basic tracks – outtake)
  14. Nanook rubs it (session outtake)
  15. Frank’s last words

Line up:

  • Frank Zappa – gitaar, leadvocals, bas (track 3)
  • Tom Fowler – bas (track 1, 6, 11, 12, 13, 14)
  • Dave Parlato – akoestische bas (track 8)
  • George Duke – keyboards (track 1, 2, 3, 6, 7, 11, 12, 13, 14), vocals (track 6)
  • Aynsly Dunbar – drums (track 1, 2)
  • Jim Gordon – drums (track 3, 4, 8, 9. 10)
  • Ralph Humphrey – drums (track 1, 6, 11, 12, 13, 14)
  • John Guerin – drums (track 7)
  • Ruth Underwood – percussie (track 1, 6, 11, 12, 13)
  • Bruce Fowler – trombone (track 1, 6)
  • Sal Marquez – trompet (track 1, 6), vocals (track 6)
  • Alex Dmochowski – bas (track 2)
  • Jack Bruce – bas (track 4, 8, 9, 10)
  • Tony Duran – rhythm gitaar (track 4, 8, 9, 10)
  • Ian Underwood – sax en synth (track 6)
  • Jean-Luc Ponty – viool (track 6, 7)
  • Debby, Lynn & Tina (The Ikettes), backingvocals track 1, 2)

 

 

2okt/160

De lange bal en ander trainersjargon

Ik las gisteren een artikel over het trainersjargon in de voetbalwereld. Ja, dacht ik, soms moet je als voetballer toch diep achter je oren krabben om te begrijpen wat die trainers eigenlijk bedoelen. Zelfs doorgewinterde profs moeten soms met een onbegrijpelijke blik naar de kant van het voetbalveld kijken als een trainer weer zijn kreten het veld in slingert. En dan heb ik het nog niet eens over beginnende voetballertjes, want het abracadabra wordt er blijkbaar met de paplepel ingegoten.

“Je moet als een valse spits spelen” hoor ik een trainer voor de wedstrijd zijn aanvoerder toeroepen. In zijn onschuld zal deze speler denken dat hij er met gestrekt been in moet gaan. Het kan toch niet waar zijn dat een trainer doelbewust gele dan wel rode kaarten gaat uitlokken?

“We moeten hoog druk zetten”. Hoe doe je dat? “De tweede bal is altijd voor ons”. En ik maar denken dat het spel met slechts één bal wordt gespeeld. Maar ik kan wat gemist hebben want ik sprak gisteren een scheidsrechter en die verbaasde zich over die 95 spelregelwijzigingen die de KNVB dit jaar heeft doorgevoerd. Dat kan toch geen normaal mens bijhouden.

“Knijpen”, ook zo’n mooi voorbeeld van trainersjargon. Je moet dat natuurlijk dan niet te opzichtig doen, want spelbederf ligt dan op de loer.

Een van de mooiste voorbeelden van trainerstaal is de lange bal. Niks geen ronde knikker, niks geen ovaal geval, nee een exemplaar dat op een surfplank lijkt. Bij de opkomst van de spelers dragen vier en vijf spelers de lange bal voorzichtig onder de armen het veld op.

Ik chargeer natuurlijk een beetje, maar ik kan me voorstellen dat voetballers lang niet altijd meer naar hun trainer luisteren of begrijpen wat de goede man precies bedoelt.

Tenslotte iets dat me al lange tijd verbaast, het handjes geven. En dan niet het handen schudden van de tegenstander nadat de kaarten zijn gecontroleerd, maar het geven van handjes bij een wissel. Ik zie dat bij elke wedstrijd, zowel in het profvoetbal als bij de amateurs. Wordt een speler gewisseld, dan gaat hij niet alleen de trainers langs, maar geeft ook alle andere wisselspelers een handje. Hoort dit ook bij die 95 spelregelwijzigingen of zit hier iets anders achter. Wie het weet mag het zeggen. En dan is Marco van Basten nog niet eens begonnen bij de UEFA om zich bezig te houden met nieuwe spelregels. Ik hou mijn hart vast.

Gearchiveerd onder: Columns, Gouwestad Sport Geen reacties